Uniek zijn, speciaal, bijzonder, wie wil dat niet? Zeker jongeren dromen ervan, zo blijkt uit dit onderzoek naar jeugdtrends. “Jongeren willen meer zijn dan de uitkomst van een algoritme”, signaleert Jeugdtrends 2019. Omdat ze zo graag uitgesproken uniek willen zijn, bewonderen ze mensen die zichzelf als uitgesproken uniek profileren, zoals influencers op Youtube.
Een herkenbaar verlangen – en vast niet alleen voor jongeren. Op bijvoorbeeld een druk treinstation kun je ineens overvallen worden door zo’n ‘nono-gevoel’: Ben ik niet gewoon één van de velen? Een miertje in een gigantische mierenhoop. Een zandkorreltje in een woestijn. Een grassprietje dat opkomt, even bloeit en dan – foetsie (Psalm 90:6).
Allemaal mens
Ruim zeven miljard mensen op een bolletje dat zweeft in het heelal – en allemaal willen ze uniek zijn. Wel een beetje maf toch? Als je ons van een afstandje bekijkt, lijken we allemaal op elkaar. We zijn allemaal mens. Met onze typisch menselijke dromen en verlangens. Naar liefde enzo. Zelfs onze zonden zijn niet zo origineel. Het bekende liedje: haat, lust, jaloezie… De Libanese schrijver Kahlil Gibran zei eens: “Als we elkaar allemaal onze zonden zouden opbiechten dan zouden we elkaar allemaal uitlachen om ons gebrek aan originaliteit.”
Je kunt naar anderen kijken die wel ‘uniek’ en ‘onafhankelijk’ zijn. Influencers, artiesten, bekende dominees misschien… Kunnen zij ons het kunstje leren? Of tobben die mensen ook gewoon met domme, alledaagse onzekerheden?
Vaste grond
Wil je echt uniek zijn? Probeer dan niet zo krampachtig uniek te zijn! Trek je niet zoveel aan van wat anderen belangrijk vinden, of je wel populair genoeg bent, maar zoek je houvast en rust in God. Dat deed iemand als Sophie Scholl, een bijzonder moedige studente die leefde in Nazi-Duitsland.
In 1940 schreef ze dat ze verlangde naar een vaste grond in haar leven. Omdat ze die grond niet bezat, voelde ze zich vaak verlaten en was ze angstig en onrustig. Door te lezen in de Bijbel en ‘Belijdenissen’ van Augustinus vond ze vaste grond onder de voeten. In een brief aan een vriendin schreef ze: “Heb ik je al geschreven dat ik elke avond in Augustinus lees? Er staat geschreven: ‘U hebt ons geschapen voor U, en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U.’”
Zo vond ze de kracht om tegen de stroom in te zwemmen en zich openlijk te verzetten tegen Hitler. Tijdens het verspreiden van pamfletten tegen de nazi’s op de universiteit werden Sophie, haar broer Hans en enkele vrienden betrapt. Ze werden opgepakt en een nazirechter veroordeelde hen tot de doodstraf. Sophie was toen 21.
Van deze moedige ‘influencer’ valt veel te leren. Vooral dat ene: bij wie je je houvast moet zoeken. Vlak voor Sophie onthoofd werd, mocht ze haar ouders nog kort spreken. Haar moeder zei tegen Sophie: “Hou vast, Sophie: Jezus.” Ernstig, vast en bijna bevelend reageerde Sophie: “Ja, maar u ook.”
Deze column is eerder gepubliceerd door het Landelijk Contact Jeugdwerk. Gertjan de Jong is medewerker bij jongerenorganisatie LCJ.