Veel refojongeren ervaren het geloof als een grote warboel. En de gereformeerde gezindte is in hun beleving een soort kippenhok. Iedereen roept iets anders en is er vast van overtuigd dat hij gelijk heeft. En de jongeren zelf? Die staan er stilletjes bij met grote vraagtekens in hun ogen. Ze hebben geen idee wie er nou gelijk heeft en waar ze in vredesnaam de Waarheid moeten vinden.
Overdreven? Dit beeld komt wel naar voren uit de artikelenserie ‘Leven met God’. Voor deze serie spraken we met een heel aantal (refo)jongeren. Zij zeiden onder andere:
“Met God leven? Ik zou gewoon niet weten hoe dat moet. Zo veel verschillende mensen zeggen de waarheid in pacht te hebben rondom de juiste bekeringsweg.”
“Wat moet ik doen om zalig te worden? Dat is mijn grote vraag. Het lijkt simpel, maar ik weet het niet. Ik moet alles geven om me te bekeren, maar ik kan mezelf niet bekeren.”
“Het lijkt alsof de oudere generatie maar al te goed weet hoe het zit. Maar omdat ze stuk voor stuk andere visies en overtuigingen hebben, laten ze jongeren in verwarring achter.”
Eigen schuld?
Intussen zet de kerkverlating door, zeker onder jongeren. Eigen schuld van die ‘afvalligen’? Dat is te simpel. Een paar jaar geleden zei ds. Uitslag: “We spreken vaak van een jongerenprobleem, maar misschien is er ook wel een ouderenprobleem: zijn we wel identificatiefiguren?” (bron)
Goeie vraag. Hoe vaak ontmoeten jongeren ouderen die leesbare brieven van Christus zijn? Die laten zien: geloven is oneindig veel meer dan droge, ingewikkelde theorie. Het is leven van onverdiende genade. Dag na dag. Met vallen en opstaan, achter Hem aan. En ook: je verwonderen over Zijn liefde voor zondaren.
Schrijver Johan Frinsel vertelde er een paar jaar geleden over in een interview. “Zolang we leven, is er genadetijd. Dat zie je bij de moordenaar aan het kruis. Hij zegt nog niet eens: ‘Ik heb U lief’ of ‘Wilt U mij vergeven?’. Er hoeft geen formulier bij te komen. De Heere Jezus zegt niet: ‘Eerst maar de Heidelberger Catechismus lezen…’ Nee, die man hoeft alleen te zeggen: ‘Denk aan me.’ Die huilende stem in zijn hart, die hoort de Heere Jezus. God is er niet op uit om ons verloren te laten gaan. Ik ontmoet ze ook wel, die mensen die heel zwaar willen zijn. ‘Dat gaat zomaar niet’, zeggen ze dan. Nee, het is ook niet zomaar gegaan. Daar heeft iemand aan het kruis gehangen, opengeslagen tot het bot, bebloed, vol etter. ‘Want alzo lief heeft God…’ Die liefde van God is zo groot. Want wie heeft het bedacht om zondaars te redden? Dat is God!”
Deze column is eerder gepubliceerd door het Landelijk Contact Jeugdwerk. Gertjan de Jong is medewerker bij jongerenorganisatie LCJ.