‘Ik ben het centrum van een rotatie aan het verplaatsen en realiseer me ineens dat dit een conjugatie is’, plaatste een oud-klasgenoot op Facebook. Hij was technische wiskunde gaan studeren op de TU Delft. Dat zal je niet verbazen. Mij ook niet. Hij was tóen al druk met grafiekjes tekenen in z’n schrift en rommelen met een hoop cijfers. En ik maar zwoegen om de lesstof te begrijpen.
Het was de zojuist geciteerde Facebookpost die mijn gedachten meenam naar de middelbare school. F002, de middelste rij, het achterste plekje. Ik veegde de blonde krullen van m’n exacte-vakken-maatje van mijn tafel af en snoof nog eens goed de zoete perfecte-krul-lucht in. IJverig als ze was, maakte ze druk aantekeningen van de PowerPointdia die een grijsaard, voorin de klas, projecteerde. En ondanks die ijverigheid: het was altijd gezellig.
Rechts achterin zat trouwens dat jong, die met iedere leraar een discussie aanging. ‘De statuten zeggen dit, de MR verbiedt dat, op grond van artikel 34.2.3b kunt u niet…’ Bla bla bla. Negen van de tien keer was ie niet eens in de les. Nu eens had ie weer debatclub, dan weer een vergadering met de afdelingsleider, vervolgens nog een gesprek met de directeur, et cetera, et cetera.
Als ie al aanwezig was, zat ie naast ‘de atheïst’. Dat was er ook eentje. Als híj zich in een theologische discussie mengde, kreeg iedere refoleerling spontaan jeuk van ergernis en kreeg onze godsdienstdocent zijn lesstof niet behandeld. Slim als ie was, trapte hij wél tot drie maal toe in een van mijn flauwe geintjes. Al die keren dacht hij namelijk, dat het getrommel van mijn vingers op de metalen kast achterin het lokaal opkomende donder was. Stiekem ben ik nog steeds trots op mezelf dat ik ‘de slimme atheïst’ drie keer met dezelfde grap in het ootje heb kunnen nemen.
Vóór ‘de atheïst’ zat een jongen, waarvan ik de achternaam inmiddels zelfs vergeten ben. Als hij er was, merkte je ‘m niet op. Als hij er niet was, had je dat ook niet door. Dat hele hoekje liet trouwens niet echt van zich horen. Je wierp alleen een blik in hun richting als de leraar stond te stampen en blazen dat ze aantekeningen moesten maken.
Linksvoor zaten ‘de drie musketiers’. Echt van die slimme grietjes, waarvan je je afvroeg of ze ooit wel eens iets fout deden. Ze maakten hun huiswerk, ze gooiden hun brood niet in de prullenbak, ze scholden niet, ze gebruikten geen drugs en ze gingen altijd op tijd slapen. Ze stelden vragen, die ik meestal niet eens begreep; laat staan het antwoord.
Die drie zaten trouwens ook in mijn stamklas. Ze moeten het verschrikkelijk hebben gevonden, want mijn klas was terror. Het was een stelletje gebekte pubers op één hoop. Ongelooflijk. Ik herinner me die leraar, die van woede een daverende dreun aan de kast verkocht. Wellicht omdat leerlingen daartegen beschermd zijn. Of die lerares die volschoot, toen de klas niet stil werd. Of die ene docent die ons een intentieverklaring liet tekenen…
Ach, is het in de leerschool van de Heilige Geest niet precies hetzelfde verhaal? Zitten ook daar niet duizend verschillende soorten mensen in één lokaal? Er zit zo’n ijverige christen, die zoveel mogelijk aantekeningen probeert te verzamelen tijdens de Bijbelstudie. Maar er zit ook zo’n mannetje die alleen maar aan de regeltjes denkt; die zegt wat wel en niet mag. Oh, en daar zit zo’n cynische christen, die met iedereen in discussie gaat. Je vraagt je af waarom hij hier nog in de les zit. In een hoekje verscholen zitten nog een paar stille luisteraars en rechts voorin zit de schijnbaar smetteloze drieling.
Misschien is het eigenlijk wel eens een beetje irritant, al die verschillende typetjes in één klas. Maar ongemerkt leren we toch een hoop van elkaar. En de Leraar? Die lijkt zich er helemaal niet aan te storen. Hij heeft voor iedereen dezelfde aandacht. En voor iedereen ligt dezelfde lesstof klaar. En hetzelfde Examen…
Hé, nog één ding. Vraag jezelf nu alsjeblieft niet af in wie je je het meest herkent van de genoemde types. Stel jezelf liever de vraag hoe je ervoor staat. Ga je slagen of ga je zakken?
Ach, hoewel de Einduitslag dit keer niet eens afhangt van je eigen werk, denk ik tóch dat het goed is om aan je huiswerk te beginnen.