De meest gevaarlijke schurken doen hun mond open. En die wetenschap is een blijvende waarschuwing hoe krachtig woorden kunnen zijn.
De verschrikkelijkste schurken zijn degenen die spreken. Ze knorren en mompelen niet ondoordacht terwijl ze gebouwen omverwerpen – ze kijken, ze plannen, ze wachten, ze glimlachen. Terwijl ongeïnspireerde vertolkingen van het monster van de Frankenstein soms nog enige verfijning laten zien, gaf de Mary Shelley (auteur van het boek Frankenstein) in haar boek ons een afschuwelijke boosdoener te zien: Een sterk, intelligent, sprekend wezen, die in staat was tot zowel goed als kwaad, zowel liefde als haat. Schroeven in de nek en angstaanjagend gegrom is daarmee een parodie op de ware schurk.
Leugenaars gebruiken hun woorden zo dat ze de kracht van hun prooi tegen henzelf laten keren.
De leeuw Scar (betekenis: Litteken) is in Disney’s geliefde Lion King bepaald geen parodie op het kwaad. Hij is een oer-schurk, niet enkel een wilde bruut. Dit maakte het voor mij als kind ook moeilijk om naar te kijken. Hij maakte me angstig. En hoe ik ook tegen het scherm schreeuwde, Mufasa en Simba konden mijn waarschuwingen niet horen. Ik vond het geweldig om de Power Rangers, Ninja Turtles en Batman te zien vechten tegen het kwaad. Maar om in de Lion King te zien hoe iemand van achteren werd aangevallen, dat raakte bij mij een hele andere zenuw. De onthutste kreet van ‘Et tu Brute’ (uit Julius Ceasar door William Shakespeare) sneed daarmee door merg en been bij zowel slachtoffer als toehoorder.
De leugenaar paradeert op het verstand en de geest van zijn prooi. Hij richt zich op de ziel, niet enkel op het lichaam. Leugenaars gebruiken hun woorden zo dat ze de kracht van hun prooi tegen henzelf laten keren. Ze veronderstellen onschuld in hun sluwheid: ‘Oh, heeft God dat echt gezegd?’ Ze schudden hun hoofd en glimlachen als ze zeggen: ‘Nee hoor, je zult zeker niet sterven’. Zij lokken hun slachtoffer van de klif af: ‘God weet dat op de dag dat je daarvan eet, jouw ogen geopend zullen worden en dat je als God zult zijn’.
Scar, net als de grootste tegenstander van de mensheid, overrompelt niet; hij is je te slim af. Het zijn niet zijn klauwen of tanden, maar zijn gefluister die zielen ruineren.
In de vallei van de Koning
Het was bij iedereen op de Koningsrots bekend dat Mufasa koning was. Hij was de liefdadige alfa van het Koningsland: De rechtvaardige, de onverzettelijke, de zachtaardige. Zoals het een goede leider betaamt klonk zijn gebrul het sterkst, en zijn lach het hardst. Hij was een koning die de naam waardig was.
Maar niet iedereen was ingenomen met zijn bewind. Eenzaam en in de schaduw broedde Mufasa’s jongere broer, Taka, op zijn eigen ongenoegen over de situatie. Deze Taka kreeg zijn bijnaam ‘Scar’ nadat hij op zijn oog was geslagen tijdens een mislukte aanval op Mufasa’s leven. In dit verhaal van een leeuw en een mislukte staatsgreep, klinkt het ware verhaal van de draak door. ‘De grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen’ (Openbaring 12:9).
In dit verhaal van een leeuw en een mislukte staatsgreep, klinkt het ware verhaal van de draak door.
Jaren na de mislukte moordaanslag, pakt de Leeuwenkoning de draad weer op met Scar. Hij is nog steeds tweede in de rij (en onverklaarbaar de enige andere mannelijke leeuw op de Koningsrots) en wacht in zijn kloof om als opvolger te worden getroond. Zijn afwachtende strategie verandert op het moment dat Simba, de zoon van Mufasa en daarmee de nieuwe troonopvolger wordt geboren. Het verlangen naar de scepter van de macht, die hij nog nooit heeft vastgehouden, lokt Scar terug naar duistere samenzweringen.
Maar Scar gaat voorzichtig te werk. Hij gaat niet in z’n eentje achter Mufasa aan – of Simba. In zijn eerste poging om deze welp te doden zweert hij samen met hyena’s. Hij verleidt Simba, op een achteloze manier, om het olifantenkerkhof eens te bezoeken. Om daarmee in een hinderlaag gelokt te worden als de hyena’s de welp zullen opwachten. Scar lijkt te slagen in zijn duivelse plan, maar Mufasa weet zijn zoon te redden.
De volgende aanval op Simba’s leven is het sleutelmoment in de film. Scar en zijn gezelschap lokken Simba naar een kloof in Koningsland, en jagen vervolgens een op hol geslagen kudde gnoes de kloof in. Mufasa komt opnieuw ten tonele om zijn zoon te redden. Mufasa brengt Simba opnieuw in veiligheid, en klapt zich vervolgens vast aan een klif waar Scar staat te kijken hoe het schouwspel zich ontvouwt. Op het moment dat Scar ziet dat Mufasa – hangend aan een rots – in gevaar is, neemt hij wraak en slaat hij zijn klauwen in die van Mufasa en gooit hem van de klif naar beneden. Even later vindt Simba zijn vader beneden in de kloof, dood.
Scar moet nu improviseren. Wat te doen met Simba die het heeft overleefd? Hij is immers de rechtmatige erfgenaam van de troon?
Aanklager van de broeders
Nadat de moordenaar zojuist zijn broer de dood in heeft gestort, slaat de moordenaar nu Simba neer met zijn woorden. Hij klaagt hem aan. Simba was verantwoordelijk voor de dood van zijn vader. De woorden van Scar knagen aan Simba: Hoe kan hij nu een ware zoon of heerser van het koninkrijk zijn? Hij moet zich schamen, zichzelf verbannen en nooit meer terugkeren. Hij overlaadt de jonge welp met schaamte en schande en trekt de conclusie: ‘Ren weg, Simba … ren! Ren weg en kom nooit meer terug!’
Klinkt deze wijze van doen je bekend in de oren?
Heb je zijn stem onlangs nog gehoord? Hij staat klaar om elke mislukking te veroordelen en elke zonde te schande te maken.
Satans naam betekent letterlijk ‘aanklager’. Hij is degene die dag en nacht bij God de gelovigen beschuldigt (Openbaring 12:10). Net als Scar, creëert de boze vele verleidingen, om ons voortdurend te lokken met valse beloften in Koningsland. Terwijl hij vriendjes is met onze zondige natuur, fluistert hij ons allerlei gedachten in, wacht hij rustig af en kijkt hij toe – klaar om ons te beschuldigen op het moment dat we vallen.
Heb je zijn stem onlangs nog gehoord? Hij staat klaar om elke mislukking te veroordelen en elke zonde te schande te maken. ‘Je hebt het weer gedaan, zie ik. Hoe kun je jezelf een oprecht kind van de Koning noemen? Ren weg en kom nooit meer terug.’ Net als Scar vertelt Satan je leugens om je zover te krijgen dat je jezelf uit het koninkrijk van de hemel verbant, omdat hij zelf de macht niet heeft om jou met geweld te doden.
Het moment dat Satan de waarheid spreekt
Satan hoeft niet altijd te liegen. Hij zal als het hem uitkomt zelfs waarheid over zijn lippen persen om ons te vervloeken. En in tegenstelling tot Simba zijn wij wel degelijk schuldig. De helse aanklager wijst voor de rechtvaardige Rechter op onze concrete zonden en roept om onze veroordeling. Wat is onze verdediging tegen zijn leugens en waarheid? Jezus.
Onze Koning, onze Mufasa, die alles trotseerde, klom de rots op om Zich door Scar naar beneden te laten gooien. Hij doorstond onze straf door een Vader die Hem ‘verpletterde’. In Koningsland, Golgotha, bracht Zijn grote reddingsactie ons terug tot God om rechtvaardig voor Hem te staan en te leven (Romeinen 5:18). ‘Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen’ (1 Petrus 3:18). Hij heeft vanwege Zijn grote liefde ons ten koste van Zichzelf vrijgesproken. Echter bleef Hij na Zijn opofferende dood niet onbeweeglijk liggen in het dal.
Scar haat dit. Als hij tegen ongelovigen liegt dat ze helemaal niet ziek zijn en dus geen Redder nodig hebben, vertelt hij de gelovigen dat dit offer van Christus niet goed genoeg was, dat God hen echt niet zal vergeven, dat hun zonde te groot is, dat ze teveel hebben gefaald, dat ze geen oprechte kinderen van God zijn – ja, dat God Zijn wenkbrauwen fronst als zij aan komen zetten en vervolgens zal wegkijken als zij dichterbij komen.
Het lied van Mufasa
Net zoals velen van ons die de stem van de waarheid niet meer horen zoals vroeger, leefde ook Simba vervolgens ver weg van het koninkrijk, terwijl hij wormen slurpt en ‘Hakuna Matata’ (geen zorgen) zingt. De schaamte deed hem ontkennen wie hij werkelijk was. Hij leefde als een wrattenzwijn en een meerkat.
Als je het gezag hebt ontvangen om een kind van God te zijn (Johannes 1:12), dan wil hij je zo te schande maken dat je daar niets mee zult doen.
Als Satan ons dan niet als christen kan vernietigen, als hij ons niet kan beroven van het leven dat de Geest ons heeft gegeven of de genade die God ons heeft geschonken, als hij de nieuwe schepping niet ongedaan kan maken, of je kan laten sterven als een kind van de toorn, dan is het zijn plan om je levenslang te verbannen in het oerwoud, ver weg van Gods stem, ver weg van je bestemming. Als je het gezag hebt ontvangen om een kind van God te zijn (Johannes 1:12), dan wil hij je zo te schande maken dat je daar niets mee zult doen.
Nala, een leeuwin, gaat op zoek naar hulp en vindt bij toeval Simba in ballingschap, niet wetende wie hij is. Hij ontvluchtte zijn identiteit, zijn familie, zijn roeping. En hij, net zoals velen van ons, moet iets gezegd krijgen. We moeten naar een andere stem leren luisteren. Het zijn de woorden van Mufasa die opnieuw bij Simba in herinnering komen die hem uiteindelijk weer thuis brengen. Onze Leeuwenkoning spreekt ook vandaag tot ons: ‘Je bent Mijn kind. Je bent het licht. Je bent een geroepen heilige. Je bent vergeven. Je bent vernieuwd. Sta op en zondig niet meer!’
Deze Leeuwenkoning legt alle leugens bloot. Hij waarschuwt voor de zonde en brult het uit van Zijn liefde voor Zijn volk. Als je vandaag de dag Zijn stem hoort, verhard je hart dan niet en laat niet toe dat Satan Zijn woorden over vergeven zonden doormiddel van beschuldigingen verzwijgt. ‘Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit.’ (Romeinen 8:33-34). Sta op uit je schuldgevoel. Sta op uit je zonde. Sta op uit je varkensstal – ze zijn geen plaats voor een prins of prinses van de Koning. Laat je opnieuw zien in Koningsland, en Hij zal naar je toe rennen om je te ontmoeten met een ring, een mantel en een lied van liefde