Waarschijnlijk heeft iedereen die in Europa geweest is dezelfde bedroefdheid ervaren die de rest van ons ervaart als we plaatsen bezoeken waarover we in de kerkgeschiedenis gelezen hebben, wanneer we komen in plaatsen waar de reuzen over de aarde zwierven, waar namen als, je kent ze wel, Spurgeon en Knox en Kuyper boeken schreven die vandaag de dag nog steeds ons denken vormen. Als we om ons heen kijken, beseffen we dat deze reuzen niet langer het land doorwandelen, en dat de kerk in vele gevallen op sterven na dood is op plaatsen waar ze eens zo springlevend was.
De vraag is: we moeten we doen? Het antwoord is: wat we altijd gedaan hebben. Er zwierven geen reuzen door het land omdat zij supermensen waren. Nee, het waren mannen die door God gebruikt werden en die getrouw waren in het verkondigen van het Evangelie ondanks enorme tegenstand. Dat is precies wat we vandaag nodig hebben.
We hebben mannen nodig die de gemeente liefhebben, die zich toewijden aan de gemeente, die het Evangelie liefhebben, die zich toewijden aan het Evangelie, die hun medemensen liefhebben en het Evangelie verkondigen waar en wanneer die gelegenheid zich voordoet.
Ook hebben we mannen nodig die gehoor geven aan de opdracht uit 2 Timotheüs 2:2 en getrouwe mensen zoeken die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen. Mannen die deze leer zullen doorgeven aan deze jongere mannen, deze trouwe mannen, die bekwaam zijn om hetzelfde te doen.
We hebben voorgangers nodig, we hebben gemeenten nodig, we hebben kerkplanters nodig, we hebben mensen met visie nodig, we hebben leiders nodig, we hebben moedige mannen nodig die opstaan voor het Evangelie en zichzelf toewijden aan het werk. Dat is in alle tijden Gods plan geweest. En dat is het werk van de gemeente.
