Ik vind het zo’n prachtig beeld; Mozes staat aan de voet van de berg, en als hij op het punt staat God te naderen, legt God uit: ‘Je kunt niet zomaar in Mijn tegenwoordigheid komen. En houd het volk op afstand.’ Je voelt: ‘Ik nader tot een Heilige.’ Het woord ‘heilig’ (zorg dat ze dit begrijpen) betekent ‘apart gezet, verschillend’. Het betekent dat Hij ons te boven gaat, niet net als ons is. Vaak doen we net alsof God één van ons is. ‘God, ik wil U vertellen dat …’ Nee! Spreken met God is niet hetzelfde als spreken met jou. God is een ander Wezen. Dit is een goed moment om dat met je leerling te bespreken.
En dat is erg belangrijk, want er wordt wel gezegd (en dit is zelfs Bijbels) dat wij vrienden van God zijn. Maar dat betekent niet dat we met God op dezelfde manier spreken als met onze vrienden. Dus als jij met je leerlingen bidt en over God spreekt, probeer dan over te dragen wat het betekent om te leven in het besef van Gods heiligheid. Om niet in routines te vervallen, waar het gebed een informeel opdreunlijstje wordt: ‘Goed, lieve God, dit en dit en dit.’ Nee! Dit is een van de dingen die ik echt in jou waardeer, dat jij me geholpen hebt om … Als wij samen bidden, spreken we met de Heilige God van het heelal Die … Vroeger bleven mensen op verre afstand van Hem. God heeft in Zijn genade een weg gebaand zodat wij tot Hem kunnen komen, maar dat doet niets af aan Zijn heiligheid.
Hij wil dat wij met vrijmoedigheid tot Hem komen. Hebreeën zegt dat we met vrijmoedigheid tot Zijn troon mogen naderen. Maar dat is geen arrogantie. Wij naderen de allerheiligste plaats, staat er. Je gaat het heilige der heiligen binnen. Zo informeel is het dus niet. Ik krimp ineen als mensen God zo aanspreken. Ja, ik weet het; vriendschap, relatie, intimiteit – dat is prachtig, daar zijn we voor geschapen. Maar dat staat niet los van eerbied en heiligheid. ‘Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd.’ Zo leerde Jezus ons bidden.
In deze les is het verder van groot belang om het oudtestamentische priesterschap te verbinden aan het maken van discipelen. Het was de verantwoordelijkheid van de priester om (in zekere zin) te bemiddelen tussen een heilige God en zondige mensen. Hij vertegenwoordigde zondige mensen voor een heilig God, en ook (in zekere zin) die heilige God voor zondige mensen. Dit is een heel rijk beeld.
Ik wil je aansporen dit met je leerlingen te doordenken. ‘Wij zijn een koninkrijk van priesters. In zekere zin hebben we dus toegang tot God. Dat is op zichzelf al verbazingwekkend. Bovendien zijn we Zijn vertegenwoordigers in de wereld. God heeft ons opgedragen te laten zien hoe Zijn leven er in de praktijk uitziet. Dat zullen wij niet volmaakt doen. Toch zijn wij Zijn ambassadeurs in een zondige wereld.
En tegelijk … We zien dat Mozes meermaals voor de Israëlieten in de bres staat. Wij staan in de bres voor mensen die Christus niet kennen. We bidden: ‘God, openbaar Uw genade en Uw heerlijkheid aan hen, trek hen tot Uzelf!’ Dat brengt ons ertoe hen te vertellen over Christus en wat Hij gedaan heeft. Daarom smeken we om hun zaligheid. Dit is een krachtig beeld.
Ja, want Mozes sprak met God en hij begreep wat God wilde, Zijn bevel, en gaf dat door aan het volk. Daarom moet je zorgen dat jouw leerling begrijpt: Jíj bent nu die priester. Jij begint Gods bevelen te begrijpen, dus nu is het jouw taak om als een priester naar anderen te gaan. Naar de mensen in jouw leven die God nog niet kennen, Zijn wet niet kennen, geen verhouding met Hem hebben.
Mozes komt van de berg af en zegt: ‘Ik heb met God gesproken, en Hij zegt dat wij dit moeten doen. Ik heb omgang met God!’ In het Nieuwe Testament zie je hetzelfde. Johannes zegt: ‘Dit zou mijn blijdschap volkomen maken; als jullie ook gemeenschap met ons hadden!’ Draag die houding over: ‘Zoals ik jou onderwezen heb, moet jij je vrienden onderwijzen. Jij moet deze relatie doorgeven, je moet in die bres gaan staan.’ Dat is de reden om discipelen te maken.