Deze les over offers en verzoening is een goed moment om terug te keren tot de kern van het Evangelie. In de gemeente benoemen wij vaak hoe belangrijk het is om jezelf te herinneren aan het Evangelie. Om dagelijks het Evangelie te verkondigen aan jezelf. Dan word je ’s morgens wakker en zegt: ‘Ik kan niets doen om vandaag Gods gunst te verdienen. Dat is al voor mij gebeurd, in het kruis van Christus. Hij heeft de prijs betaald. Zijn offer, eens voor allen, is goed. Daarom mag ik leven in de vreugde daarvan.’
Wanneer wij anderen leren om Christus en Zijn geboden te gehoorzamen, die in praktijk te brengen, benoem dan steeds: ‘Dit vloeit voort uit ons rusten in het offer. Alles wat wij doen, vloeit voort uit wat al gedaan is.’
Je krijgt het niet bij elkaar verdiend
Dat was de betekenis van de Grote Verzoendag. Er werd een dier genomen … Zij konden hun vergeving niet verdienen. Ze zagen hoe dit dier voor hun overtreding boette. Zelf konden ze dat niet.
Dit is een mooi moment om dat te bespreken. Want ik denk dat wij allemaal geneigd zijn te werken voor vergeving, omdat er in dit leven niets is wat hierop lijkt. Wij zijn gewend te werken, te verdienen. Tenzij jouw ouders alles aan je geven. De meesten van ons zullen zeggen: ‘Ik moest dit verdienen, ik moest het bij elkaar schrapen.’ Zorg daarom dat ze dit goed begrijpen: ‘Ik kan op geen enkele manier mijn zonden goedmaken.’ Een dier moest ervoor betalen.
Natuurlijk passen wij dit nu toe op het kruis. De offerdienst is een prachtige illustratie daarvan. Bespreek bijvoorbeeld: ‘Laten we eerlijk zijn; er zijn momenten dat je probeert iets goed te maken, of de schuld iets langer te voelen, om God te laten zien dat je echt spijt hebt. Misschien houd je het zelfs bij: ‘Nu is het weer goed, nu kan ik tot God naderen, want nu heb ik het terugbetaald.’
Wat mij hierin hielp, was het besef: als ik probeer mijn zonden weer goed te maken, is alle aandacht op mijzelf gericht. ‘Kijk eens wat ik gedaan heb, Heere. Ik weet dat ik het verprutste, maar ziet U wat ik de twee weken daarna gedaan heb? De drié weken daarna?’ Of zeg je: ‘Ik heb het verprutst. Iemand Anders, Jezus, nam dat op Zich, in mijn plaats.’ Dan gaat alle aandacht naar Hem. En dat is wat God wil, in alle eeuwigheid: dat iedereen naar het Lam van God kijkt. Hij heeft het gedaan!
Richt je op het Lam
Misschien kunnen jullie deze week de tijd nemen om Hem te danken. Misschien kan je avondmaal vieren met je leerling, zoals Jezus bevolen heeft. Dat hoort volgens mij bij het avondmaal; Jezus wilde dat we aan Hem zouden denken als het Lam Gods. Neem dus de tijd om te bedenken: ‘Dit gaat niet over ons. Het gaat over Hem.’
Daarom vieren wij in onze gemeente wekelijks het avondmaal. Ik zeg niet dat elke gemeente dat moet doen, maar voor ons is het een noodzakelijke herinnering, elke week: ‘Gods behagen in mij is niet gebaseerd op wat ik voor Hem doe, maar op wat Christus voor mij gedaan heeft.’ Dat is een noodzakelijke herinnering. Ook voor de mensen met wie jij deze discipelschapscursus doorneemt.
Bedenk: hoe zie ik anderen proberen hun zonden te overwinnen? Hoe zie ik anderen proberen zichzelf te verbeteren? Dat is tegenwoordig de leus: zelfverbetering. Je moet dit doen, en dit, en dit. Maar onze boodschap is precies het tegenovergestelde: Jezus betaalde de prijs en Hij zal jou nieuw maken, van binnenuit.
Een aansporende herinnering
Laat deze herinnering aan Christus’ genade ons aansporen het Evangelie te delen. Kom weer terug bij de vraag: ‘Met wie kan jij dit delen? Dit is niet alleen voor ons.’ Vraag je leerlingen: ‘Met wie kan jij deze week deze boodschap delen?’ En als jullie dan de volgende keer samenkomen, vraag je: ‘Hoe is het gegaan?’ Geef dit nieuws van Christus’ offer een centrale plaats. Hij heeft het mogelijk gemaakt dat wij met God verenigd worden. Dit nieuws moeten we bekendmaken! En daar moet je de tijd voor nemen.
Deze verzoening moeten ze goed begrijpen. Wij leven in een wereld waarin velen geloven dat zij vergeving zullen ontvangen omdat ze goede mensen zijn. Dat ze meer goede dingen gedaan hebben dan slechte. Die hebben ze als het ware gecompenseerd. Zorg dat ze echt begrijpen wat de Grote Verzoendag was, wat daar gebeurde. ‘Dit gaat niet over mij; dit gaat over het Offer.’ Aanbid God, dank Hem hiervoor en rust deze week in Zijn verzoening.