Tim Keller: Ik heb een pastorale vraag voor je. Stel je voor dat er iemand naar je toe komt en zegt: ‘Mensen komen naar me toe en zeggen: ‘Als christenen staan jullie aan de verkeerde kant van de geschiedenis, je wilt toch niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan?” Gewoonlijk heeft het iets te maken met de christelijke stellingname over zaken als homoseksualiteit. Dus dat is de vraag: ‘Je wilt toch niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan?’
Ik weet niet wat ik moet zeggen. Dus, dominee, help me, wat moet ik zeggen?’
Don Carson: Ik geef toe dat ik als eerste zou zeggen dat de vraag zelf een bepaalde kijk op de geschiedenis veronderstelt en het onvermijdelijke van bepaalde sociale ontwikkelingen. Dat we die kant op gaan, wat we ook doen en je wilt niet bij de verliezers horen. Dat is wat er mee wordt bedoeld. Maar als je op een andere manier naar de geschiedenis kijkt, dat ruimte en tijd ontvouwt worden terwijl de Heere van alle dingen, ook van de geschiedenis, alles tot stand brengt. Dan kun je inderdaad maar beter aan de goede kant van de geschiedenis staan. Het gaat uitlopen op een heerlijk einde met een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, dus het begin van alle dingen, het opstandingsleven. Dus ik wil in de geschiedenis aan dezelfde kant als Jezus staan. Dus in bepaalde zin moet je in de aanval gaan.
Dat gezegd hebbende, zijn er andere zaken die gezegd moeten worden. Wanneer bepaalde ontwikkelingen in de geschiedenis ontstonden, waren ze soms angstwekkend verkeerd. Zoals sommige wetenschappelijke zaken, bijvoorbeeld de studie naar de vorm van het menselijke hoofd om te bepalen wie achterlijk is of niet. Dat was algemene wetenschap aan het begin van de twintigste eeuw. Of bepaalde vormen van racisme en Nazi-genocide. Dat maakte allemaal deel uit van de wetenschap. Je wilt niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan. Dat was het argument dat uit het marxisme voortkwam, dat voortkwam uit de nazi’s. Dus het zijn hypes en erg tijdelijk en als puntje bij paaltje komt blijft Jezus nog steeds koning.
Als ik op langere termijn naar die vraag over de goede kant in de geschiedenis kijk, zitten zij steeds meer in de prullenbak van de geschiedenis. Ook al zou zo’n argument in een bepaalde periode erg krachtig lijken. En nu is het enigszins belachelijk. Je moet terug naar de Schrift, Jezus belijden als Heer, begrijpen waar de geschiedenis naartoe gaat, vanuit een christelijk perspectief. En vervolgens zou ik graag praten over het lijden voor Christus in een geschiedenis waar de satan zelf toezicht op heeft, die de heerser van deze donkere tijden is en daarvan afgeleide manieren. En op die manier wil ik helemaal niet bezwijken voor de ontwikkelingen in de geschiedenis. Ik wil ze bestrijden. Dat klinkt als dat wanneer jij de dominee bent en een christen naar je toe komt, dat één van de dingen die je zegt is: ‘Ik wil dat jij niet ontmoedigd wordt. Omdat Jezus Christus zal wederkomen, is de enige manier om aan de goede kant van de geschiedenis te staan, door eigendom van Hem te zijn. En ik wil dat je beseft dat wij aan de goede kant van de geschiedenis staan.’ Dat zal echt een goede, pastorale hulp zijn voor een ontmoedigde christen die denkt dat wij misschien op de verkeerde weg zitten. Ik denk dat er ook andere zaken zijn die goed zijn om met onze vriend te bespreken.
Tim Keller: En deze dominee? Wat zou jij tegen iemand zeggen?
John Piper: Nou, dat hangt ervan af of diegene mij toelaat om op definities te hameren. Want ik zou willen zeggen ‘wat bedoel je?’ voordat ik een antwoord geef, maar als dat de richting is waar hij op doelde, dacht ik aan twee historisch gezien logische reacties en een paar Bijbelse reacties. De eerste zijn: de geschiedenis is een stroom en verandert, dus wat vandaag goed is, kan morgen slecht zijn. Dus we wachten af, we zullen zien waar het heengaat. En het tweede is dat de geschiedenis bestaat uit gebeurtenissen en gebeurtenissen kunnen niet voorschrijven wat er hoort te gebeuren. Het is logisch gezien een verwarring om te zeggen dat wat er is voorschrijft wat er hoort te zijn. Dus ik zou gewoon zeggen: dus je wilt dat ik bepaal wat ik hoor te doen aan de hand van wat er daadwerkelijk gebeurt? Dus welke groep van ‘zijn’ gaat dat bepalen? Dat zijn die twee zaken, maar Bijbels gezien, kies ik dezelfde richtingen als jij.
Je zei: uiteindelijk draait alles om Christus, Hij gaat de geschiedenis regeren en ik wil daarbij horen. Dus wanneer Christus de beslissende, totale, dominante, zichtbare, geopenbaarde Heer is van de geschiedenis, wil ik aan die kant staan. Maar apart daarvan wordt in 2 Thessalonicenzen 2 de man van wetteloosheid genoemd die zich verheft. Hij gaat aan het einde der tijden miljoenen mensen door misleiding achter zich aan krijgen.En op dat moment wil ik openlijk aan de verkeerde kant in de geschiedenis staan, van die historische gebeurtenis. Ik weet niet hoe lang dat zal duren, maar het blijft de kop op steken. Er zijn veel antichristen die opkomen in de loop ter tijd. Zij beheersen perioden van de geschiedenis en o, hoe graag wil ik dan aan de verkeerde kant staan gedurende die perioden in de geschiedenis. Dus ik bepaal wat hoort en waar ik bij wil horen niet aan de hand van de loop der geschiedenis, maar volgens de interpretator daarvan, namelijk de Bijbel.
Tim Keller: Ik denk dat jullie alles gezegd hebben dat gezegd moet worden. Dit is echter nog mijn kleine gespreksstrategie. Dit is om het tot de kern te brengen. Als iemand tegen mij zegt: ‘Je wilt toch niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan?’ Dan zeg ik gewoonlijk: ‘Gebeurt er momenteel iets, vindt er nu een historische ontwikkeling plaats waar jij niet blij mee bent?’ Het antwoord is dan altijd: ‘Nou, … ja’. En, sta je dan in de geschiedenis niet aan de verkeerde kant? En waarom zou ik dan niet tegen een historische ontwikkeling in mogen gaan? En daarmee is het gewoonlijk over. Vooral tegen mensen in New York zeg ik: ‘Zie je niet een toenemende ongelijkheid? Is het mogelijk zo dat het kapitalisme voor een toenemende ongelijkheid zorgt, uitgezonderd de periode direct na de Tweede Wereldoorlog?’ De meeste mensen in New York zeggen dan: ‘Absoluut!’ En ik zeg dan: ‘Sta je dan niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis als je voor een Democraat stemt?’ In het algemeen zeggen ze dan: ‘Ik begrijp wat je bedoelt.’