Lengte: 7:01 / Bekeken: 182 x
Serie:

De wereldwijde kerk

De vorige keer spraken we over de plaatselijke gemeente. Het Nieuwe Testament spreekt meestal over plaatselijke groepen gelovigen. Tegelijk wordt duidelijk dat alle plaatselijke gemeenten deel uitmaken van de wereldwijde kerk. Dat is heel belangrijk in het leven van iedere christen en elke gemeente: het besef van het grotere geheel. God heeft een groots plan met de wereld. Dat is veel groter dan mijn leven en mijn gemeente.

Ja, daar werd ik zelf mee geconfronteerd. Ik was een gemeente begonnen en na een jaar of vijf vroeg iemand mij: ‘In jullie visiedocument gaat het allemaal over deze stad en deze gemeente. Ik lees niets over de rest van de wereld.’ Ik zag dat hij gelijk had. Dit is niet Bijbels. De gelovigen waren op de hoogte van de situatie elders. Zij hielpen gelovigen in andere situaties.

Sinds wij in de gemeente oog hebben voor christenen elders, met hun noden, en hoe wij hulp kunnen bieden, geven wij als plaatselijke gemeente hulp aan de wereldwijde kerk. Toen kwam onze gemeente tot leven! Er was veel enthousiasme en mensen gebruikten hun gaven om mensen in andere gebieden te helpen. Dat bracht zoveel vreugde in onze gemeente! Het is erg stimulerend om iemand hulp te kunnen bieden, en niet alleen te ontvangen.

Het is echt zaliger te geven dan te ontvangen. Gevers zijn de gelukkigste mensen. De liefde dringt hen, ze beginnen te geven … Als je een kom rijst schenkt aan een kind dat anders niet zou eten – dat is geweldig! Het helpen van de armen brengt een grote glimlach op hun gezicht. Dat geeft een kick! Of om onderwijs te geven aan gelovigen elders, die dat als een spons opzuigen – ‘Dat wist ik niet!’ Van die basale dingen … Om jouw gave, welke je ook hebt, elders ter wereld in te zetten.

Dat is zo belangrijk. Veel mensen denken: ‘Er is zoveel nood hier, dat wij geen aandacht hoeven te schenken aan de rest van de wereld.’ Maar als wij echt gaat stilstaan bij de noden wereldwijd, opent de Heere onze ogen in een nieuwe manier voor de nood dicht bij ons.

In mijn gemeente te Birmingham zijn vruchtbare plaatselijke bedieningen geboren uit overzeese periodes. Mensen draaiden elders ter wereld mee in de bediening, en beseften vervolgens: ik kan in mijn eigen straat precies hetzelfde doen! Daarom is het geen of/of. Het stijgt daarbovenuit.

Daarom wil ik jou aanmoedigen, als je deze stof met je pupil of kring doorneemt, om hen te helpen nadenken: ‘Hoe kan ik bidden voor ons land, voor de wereldwijde kerk?’ Verwerk dat in jouw onderwijs over gebed, en in jullie gezamenlijk gebed.

Was jullie gebedstijd de achterliggende weken vooral gericht op de stof van die week? Of baden jullie ook om de komst van Gods koninkrijk, en voor onze broeders en zusters wereldwijd die met allerlei moeilijkheden geconfronteerd worden? Sommigen worden vervolgd vanwege hun geloof!

Bidden dus, en geven. Hoe gebruiken wij ons bezit ten dienste van onze broeders en zusters wereldwijd? Wij horen bij de rijkste mensen ooit, en wij hebben broeders en zusters die honger lijden. In discipelschapstraining moeten wij bewust nadenken over ons geefgedrag.

Een van de effectiefste middelen in discipelschapstraining zijn short term projecten. Het idee daarvan is dat je de gemeente elders ter wereld gaat helpen, en de verspreiding van het Evangelie daar. Maar als jij samen met je pupil zoiets doet, verandert er veel in het leven van jullie allebei. Ik zeg altijd: ‘In één week overzee kan ik iemand verder helpen groeien in Christus, dan in een jaar hier thuis.’ Want er is zoveel te doen.

Denk er eens over na of jij samen met jouw pupil of kring zo’n short term project kunt doen, en elders ter wereld kunt helpen het Evangelie te verspreiden. Misschien kan je dat een plek geven in jullie discipelschapsrelatie.

Ja. En ook dicht bij huis kunnen zij dingen doen. Dan kost het jullie geen reisgeld. Denk samen na over de mogelijkheden. Ik werk momenteel met veel ex-verslaafden. Sommigen leven nog op straat. Zij hebben weinig en leven van staatssteun. Maar als ik hen laat zien wat er in Ethiopië of Cambodja gebeurt, zeggen ze: ‘Zo arm ben ik niet; ik kan deze mensen zelfs helpen.’
Dit draagt zelfs bij aan hun eigen heling. Ze denken: ‘Ik dacht enkel aan mezelf. Ik dacht dat niemand het slechter had dan ik. Nu zie ik dat ik zelfs anderen kan helpen.’ En juist dat helpt mee aan hun eigen heling. ‘Ik heb een doel in mijn leven! Dit is geweldig! Dit geld dat ik eigenlijk aan een maaltijd of drankje wilde besteden, kan ik opzijleggen om iemands leven te helpen redden.’ Die vreugde zie ik ontstaan in hun leven.

Nog één ander belangrijk punt. Het ‘discipelen maken’ draait volledig om het Evangelie. Wereldwijd zijn er bijna tweemiljard mensen die het Evangelie nog nooit gehoord hebben. Dat moet(en) jouw pupil(len) weten. Er zijn vele miljoenen mensen die het goede nieuws van Christus nog niet één keer gehoord hebben. Denk in jullie discipelschapsrelatie dus na over de vraag: ‘Hoe kan mijn leven bijdragen aan de verspreiding van het Evangelie?’

Dit is zo mooi aan discipelschapstraining. De gemeente heeft een wereldwijde missie; hoe kunnen wij meehelpen het Evangelie bekend te maken tot aan de einden der aarde? Jezus zegt: ‘Maak discipelen.’ Wanneer wij dat doen, maken wij deel uit van Zijn plan voor de wereldwijde Evangelieverspreiding. Daarom mogen jij en jouw pupil(len) met veel vertrouwen nieuwe discipelen maken. Want op die manier zal het Evangelie de einden der aarde bereiken.

Meer toerusting