Een groot deel van het Amerikaanse landschap (en sommige delen van de rest van de wereld) is bezaaid met bijbelgetrouwe kerken. Dat klinkt bijna een beetje negatief, alsof de kerk onkruid is dat overal opduikt. Maar zo waardeloos is het vaak ook.
Veel bijbelgetrouwe gemeenten zijn net afval dat op de hoek van de straat is achtergelaten – mensen lopen er het liefst met een wijde boog omheen. Degenen die er lid zijn zeggen het Evangelie te geloven, en hun eeuwenoude belijdenisgeschriften getuigen van het Evangelie. En er zijn ook wel ware christenen aangesloten bij dit soort gemeenten. Maar over het algemeen straalt het kerkelijk leven daar allesbehalve de boodschap van het Evangelie uit. In plaats daarvan hebben deze gemeenten vooral chemisch afval te bieden, en niet de voedzame kost die mensen nodig hebben.
Hopeloze gemeenten
Soms lijkt er geen hoop meer voor gemeentes die in deze staat verkeren. Maar het droevige is dat veel bijbelgetrouwe christenen het prima vinden om dit soort kerken vervolgens te negeren en gewoon nieuwe gemeenten stichten.
Het droevige is dat veel bijbelgetrouwe christenen het prima vinden om vervallen kerken te negeren en gewoon nieuwe gemeenten stichten.
Gemeentestichting is belangrijk en vanuit strategisch oogpunt slim. Ik ben ook blij dat steeds meer mensen dat werk op zich nemen.
Maar stel je een tuin voor die overgroeid is met onkruid, poot je daar dan gewoon een paar mooie nieuwe irissen tussen? Stel dat je het journaal op tv niet kunt verstaan omdat de radio staat te schetteren, zet je dan gewoon het volume van de tv wat hoger?
Volgens mij vraagt de Bijbel van ons dat we nieuw leven blazen in kerken die een stille dood lijken te sterven: revitalisatie. Dat kunnen we doen door de oorzaken van het verval aan te pakken en door te werken aan trouw. Als we zien dat een gemeente zich zo gedraagt dat het anti-reclame voor Christus is, is het volgens de Schriften onze taak om daar iets aan te doen. Mijn taak is om in dit artikel te bewijzen dat dit echt zo is.
Het voorbeeld van Korinthe
Laten we eens inzoomen op de eerste Korinthebrief. Paulus stichtte de gemeente van Korinthe rond het jaar 50 na Christus. Deze brief schreef hij slechts een paar jaar later in reactie op dingen die hij over de gemeente had gehoord, en in reactie op een aantal vragen die vanuit de gemeente aan hem waren gesteld. Welke kwesties noopten Paulus om te schrijven? Je moet denken aan:
- verdeeldheid en partijvorming – sommigen zeiden: ‘Ik volg Paulus’, anderen: ‘Ik volg Apollos’ (1:10-17)
- seksueel wangedrag waar niets tegen werd gedaan (5:1-13)
- rechtszaken tussen gemeenteleden onderling (6:1-8)
- verwarring over huwelijk en seksualiteit (7:1-40)
- verdeeldheid in de gemeente over de grenzen van christelijke vrijheid (8:1-13, 10:1-33)
- conflicten over de gang van zaken in de eredienst (hoofdstuk 11-14)
- een dwaalleer over de opstanding (hoofdstuk 15
Als je door je oogharen kijkt en de culturele aspecten wegdenkt, wordt het beeld van veel bijbelgetrouwe gemeenten getekend in de gemeente van Korinthe Anno 55 na Christus. Veel kerken hebben te kampen met net zo’n gevaarlijke cocktail van dwaalleer, onzedelijkheid, verdeeldheid, ruzie en wereldgelijkvormigheid. Veel gemeenten hebben net zo’n ingrijpende pastorale operatie nodig om hun leven te redden en weer gezond te worden.
De aanpak van Paulus
Wat deed Paulus toen hij in Korinthe geconfronteerd werd met deze problematiek? Hij zei niet: ‘Met deze mensen is niets meer te beginnen. Het is een gemeente vol schijngelovigen en hoogmoedige, koppige godsdienstige mensen. Je wilt zulk soort mensen sowieso niet in je kerk hebben’ en riep Timotheüs niet op om een nieuwe gemeente te gaan stichten in Korinthe.
Integendeel: hij hield het met hen uit en ging steeds weer het gesprek aan. Hij kwam verschillende keren langs. Hij wees hen terecht en onderwees hen. Kortom: hij zette zich in voor een reformatie van de gemeente van God te Korinthe.
Zeker, er zijn verschillen tussen de situatie van Paulus en die van ons. Deze gemeente was in die tijd bijvoorbeeld de enige in Korinthe. Maar het punt blijft staan: Paulus liet de gemeente van Korinthe niet in de steek om in de zonde weg te zinken, maar werkte hard aan herstel en vernieuwing. En herstel en vernieuwing is precies wat talloze bijbelgetrouwe gemeente vandaag de dag nodig hebben.
De prioriteiten van Paulus
Dit is helemaal in lijn met de manier waarop Paulus prioriteiten stelde in zijn werk als apostel. Anders dan veel hedendaagse zendelingen probeerde Paulus niet zo snel mogelijk zo veel mogelijk nieuwe gemeenten te stichten. Integendeel: dit is wat hij deed na afloop van zijn eerste zendingsreis: ‘En na enkele dagen zei Paulus tegen Barnabas: Laten wij nu terugkeren en onze broeders bezoeken in elke stad waar wij het Woord van de Heere verkondigd hebben, en zien hoe het met hen gaat’ (Handelingen 15:36). En dus reisde Paulus door Syrië en Cilicië en ‘sterkte de gemeenten’ (Handelingen 15:41).
Paulus vond de gezondheid van de gemeenten die hij gesticht had zo belangrijk, dat hij terug ging naar een regio waar hij al gewerkt had om de gemeenten te sterken. En dat terwijl het Evangelie in grote gebieden rond de Middellandse Zee nog voor het eerst verkondigd moest worden, en het zijn ambitie was om dat persoonlijk te gaan doen (Romeinen 15:20). Als het inderdaad zo is dat we in het voetspoor van Paulus moeten gaan – en daar roept de Schrift ons toe op (1 Korinthe 4:17 en 11:1; Filippenzen 3:17) – zouden we ons voortdurend verantwoordelijk moeten weten voor de gezondheid en vitaliteit van gemeenten die de naam ‘christelijk’ dragen en belijden dat ze zich laten gezeggen door het Evangelie.
Gemeenten kun je niet zomaar bij het oud vuil gooien. Als het verderf toeslaat, kunnen ze een stank verspreiden die jaren of zelfs eeuwenlang de geur van Christus verdrijft. Op het moment dat een gemeente verdeeld is, geeft ze daarmee de boodschap af ‘dat Christus gedeeld is’ (1 Korinthe 1:13). Als een kerk onzedelijk gedrag oogluikend toestaat, verkondigt dat aan de wereld dat Christus niet heilig is – en dat mensen met een losbandig leven, afgodendienaars, dronkaards en oplichters wel degelijk het koninkrijk van God zullen beërven (zie 1 Korinthe 6:9-11).
Daarom zouden we het net als Paulus als onze taak moeten zien om kerken die in meer of mindere mate ziek zijn geworden te herstellen, te revitaliseren en te reformeren. En er is geen gebrek aan dit soort kerken, zeker niet in Amerika.
Jezus als kerkhervormer
In de brieven aan de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3 is Jezus zelf bezig met het reformeren van deze plaatselijke gemeenten. Hij spreekt tot deze gemeenten om dat wat kapot is weer heel te maken, om te genezen wat ziek is, om te bestraffen wat verkeerd is en om nieuw leven te geven aan dat wat op sterven na dood is.
Een bloemlezing: Jezus wijst de Efeziërs terecht omdat ze qua leer zuiver zijn maar een gebrek aan liefde tonen (Openbaring 2:2-7). Hij prijst de gemeente in Pergamum omdat ze vasthouden aan Zijn Naam, maar tegelijk wijst Hij hen ook terecht omdat ze er een valse leer op nahouden, en Hij roept hen op tot bekering (Openbaring 2:13-17). In de gemeente in Thyatira waren een aantal mensen die vasthielden aan een dwaalleer en Jezus belooft hen te zullen oordelen (Openbaring 2:20-23). Maar Hij spreekt lovend over de rest van de gemeente en spoort hen aan tot volharding (Openbaring 2:19 en 24-28). En tegen de gemeente van Sardis zegt Jezus:
‘Wees waakzaam en versterk het overige dat dreigt te sterven, want Ik heb uw werken niet vol bevonden voor God. Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen. Maar u hebt ook in Sardis enkele personen die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn’ (Openbaring 3:2-4).
Als je één vers zoekt dat bewijst dat revitalisatie van gemeenten een bijbelse gedachte is, moet je Openbaring 3:2 lezen: ‘Versterk het overige dat dreigt te sterven’.
Inderdaad, deze tekst was gericht aan de gemeente zelf, maar zouden zustergemeenten en gedreven predikanten de liefde van Christus voor gemeenten zoals die van Sardis niet als voorbeeld moeten nemen? En zouden we niet net zo begaan moeten zijn met die enkele getrouwen in dit soort kerken, die lijden onder de macht van valse leraren?
Jezus reformeert en revitaliseert gemeenten – en alleen in deze twee hoofdstukken gaat het om zeven gemeenten. Dat zouden wij ook moeten doen.
Gods volk draagt Gods Naam
Nog een belangrijke motivatie vanuit de Schrift om gemeenten te reformeren en revitaliseren is dat God Zijn Naam verbonden heeft aan Zijn volk. Christenen worden gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Mattheüs 28:19). Christenen zijn onder de nieuwe bedeling de tempel, de belichaming van de plaats waar God Zijn Naam doet wonen (1 Koningen 8:17 en 19). De gemeente wordt gevormd door mensen die naar Gods Naam genoemd zijn, die Hij tot Zijn eer geschapen heeft, die Hij geformeerd en gemaakt heeft (Jesaja 43:7).
Daar komt bij dat God ijvert voor de eer van Zijn Naam (Jesaja 48:9-11) – en dat zouden wij ook moeten doen.
Een kerk in verval en doordrenkt door zonde is als een vuurtoren met een kapotte lamp – en zonder spiegel.
Maar, als gemeenten zoals gezegd wegkwijnen in zonden, verdeeldheid en naam-christendom, wordt Gods Naam daardoor gelasterd. Zulke gemeenten brengen Gods Naam eerder in diskrediet dan dat ze Zijn Naam verheerlijken en verhogen.
Een kerk in verval en doordrenkt door zonde is als een vuurtoren met een kapotte lamp – en zonder spiegel. Het licht van Gods heerlijkheid wordt niet meer weerspiegeld en is niet meer op kilometers afstand te zien om zondaren naar de veilige haven van Gods barmhartigheid te leiden. In plaats daarvan is de nacht net zo donker als voorheen, of misschien nog wel donkerder. Het is als een radiostation dat gehackt is: wat ze ook zeggen te geloven, zulke gemeenten zenden leugens uit over God in plaats van de waarheid.
Het belang van de Naam van God, die Hij aan Zijn volk verbonden heeft, en in het bijzonder aan hun gezamenlijke bijeenkomsten (Mattheüs 18:20) – zou ons ertoe moeten bewegen om gemeenten te reformeren en te revitaliseren. Zoals Mark Dever vaak zegt: revitalisatie van een gemeente betekent in de economie van het Koninkrijk twee voor de prijs van één. Je breekt een slecht getuigenis af en zet er een goed getuigenis voor in de plaats.
Hoe dan?
Als dit Bijbels gezien hout snijdt, wat moeten we daar dan mee? Ik zou in ieder geval zeggen dat revitalisatie van gemeenten een belangrijke optie moet zijn die altijd overwogen moet worden als we nadenken over manieren om het Evangelie te verspreiden en te getuigen van het Koninkrijk. Het zou iets moeten zijn waar onze kerken over nadenken, iets wat ze meenemen in hun gebed en iets dat hun strategie mede bepaalt. Gemeenten die het Evangelie willen verspreiden en verkondigen zullen zich net als Jezus en Paulus bezig moeten houden met de versterking en het herstel van het getuigenis van gemeenten die met problemen kampen.
Overweeg eens wat jouw plaatselijke gemeente kan doen om andere plaatselijke gemeenten bij te staan die misschien in de problemen zitten. Leer ze kennen. Probeer erachter te komen wat daar nodig is. Bouw relaties met hen op. Sta ervoor open om hen te helpen op welke manier dan ook, misschien zelfs door een voorganger of mensen te sturen die kunnen helpen met reformeren.
Als je erover denkt om gemeentestichter te worden, overweeg dan ook eens de mogelijkheid om ook gemeenten te revitaliseren. Als je een gemeente revitaliseert, kun je misschien God verheerlijken en Zijn volk dienen door niet alleen een nieuwe gemeente op te zetten (waar een reformatie van een kerk meestal op neerkomt) maar ook door het afval op te ruimen dat broeders en zusters in de stad hebben laten slingeren. Zoals dat ook kan gaan als je letterlijk zwerfafval gaat rapen in je buurt, zul je versteld staan van de waardering van de buren als je geestelijk met een bezem door de kerk gaat. En wie weet hoe veel gemeenten weer gesticht of gerevitaliseerd zullen worden vanuit jouw vernieuwde gemeente!
We zouden revitalisatie van gemeenten als onze taak moeten zien, omdat God het als Zijn taak ziet. Dat zien we in de terug in het werk van de verhoogde Heere Jezus Christus en van de apostel Paulus. Gods volk draagt Gods Naam, en daarom moet het ook ons verlangen zijn om het overige te versterken dat dreigt te sterven.