De wijsheid van God is vaak achteraf pas volledig zichtbaar. Wanneer de wijsheid van de mens als een rage voorbij is gegaan, blijft Gods waarheid als een onwankelbare berg bestaan. Terwijl de tijd de wijsheid van de wereld beschamend zal blootstellen, zal het de wijsheid van God – en iedereen die haar getrouw aan de wereld heeft verkondigd – juist als rechtvaardig bewijzen.
Als je een goed beeld wilt hebben van hoe de kerk er in de ogen van de wereld uitziet, denk dan aan Jezus voor Pontius Pilatus. Probeer jezelf eens voor te stellen dat je die ochtend toeschouwer was bij het rechtshuis van Pilatus. Je bent getuige van de interactie tussen Jezus en Pontius Pilatus. Wie leek er zwak en wie leek er sterk? Wie klonk er dwaas en wie klonk er verstandig? Wie van de twee leek het beste resultaat voor alle betrokkenen na te streven?
De stadhouder en de Heer
‘Bent u de koning van de joden?’ (Johannes 18:33).
‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’ (Johannes 18:36).
Laat me niet lachen! Geërgerd wrijft Pilatus in zijn ogen.
Voor Pontius Pilatus was de man die voor hem stond een groot ongemak. In de agenda van de Romeinse stadhouder was niet opgenomen dat hij een of andere afvallige rabbijn moest verhoren die in problemen met het Sanhedrin was. En nog wel vroeg in de morgen! De raad wilde dat hij deze man schuldig zou verklaren aan verraad. Vandaag. Vóór het Pascha. Pilatus had een hekel aan deze druk. Zijn geduld barstte uit zijn voegen.
Hij had al eerder gehoord van deze controversiële Jezus, maar had er geen behoefte aan om zich met Hem bezig te houden. Jezus was gewoon weer een nieuwe Joodse mystieke rabbi. Sommigen beweerden dat Hij wonderbaarlijke krachten had. Maar er waren geen berichten dat Jezus de keizer afkeurde of opriep tot opstand tegen Rome. Hij bleek zelfs enkele Romeinse soldaten geïnspireerd te hebben, maar daaruit volgde geen bewijs van ontrouw.
Gemakkelijke uitweg
Het was niet zo dat Pilatus er moeite mee had om een Joodse onruststoker uit de weg te ruimen als dat nodig was. Maar deze situatie gaf hem een slecht gevoel. Jeruzalem stroomde vol met Paschafeestvierders – geen goed moment voor een politieke ‘wegruiming’. Waar Jezus Zelf niet had opgeroepen tot opstand, zou het executeren van Hem dat misschien wel doen. Hij was populair bij de landarbeiders, en de Joodse fanatiekelingen zouden ieder geschikt moment met beide handen aangrijpen.
Toch deed Jezus Zijn eigen zaak geen goed. Had hij helemaal geen politiek verstand? Door te vragen: ‘Bent u de koning van de joden?’ bood Pilatus Hem in wezen een snelle uitweg van de executie aan. Het enige wat Jezus hoefde te geven was een paar snelle, duidelijke ontkenningen en Hij zou Zich van de klauwen van Rome verlost hebben. Het Sanhedrin zou hun eigen probleem moeten oplossen en de stadhouder zou het belangrijke werk van zijn dag kunnen voortzetten.
Maar het antwoord van Jezus – ‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld’ – maakte de onnodige situatie alleen maar erger. ‘Kom op, man. Als U niet wilt sterven, heb het dan niet over een Koninkrijk – denkbeeldig of niet – tegenover de Romeinse stadhouder!’ Nu werd Pilatus gedwongen om verder te onderzoeken.
Wie was er nu waanzinnig?
‘Pilatus dan zei tegen Hem: ‘U bent dus toch een koning? Jezus antwoordde [terecht]: U zegt dat Ik een Koning ben. Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor’’ (Johannes 18:37).
Pilatus schampert cynisch. Precies wat hij dacht: een Joodse geheimzinnige met Zijn hoofd in de wolken. Waanideeën? Absoluut. Maar een echte politieke bedreiging voor Rome of iemand anders? Absoluut niet. Jezus was een Koning van de Waarheid Wiens Koninkrijk bestond uit onderdanen die bereid waren naar Zijn stem te luisteren. Pilatus dacht dat zij nooit genoeg zouden zijn voor een opstand. Plus, Jezus’ dienaren wilden niet vechten tegen wereldse machten (Johannes 18:36). Dit was religieuze waanzin, geen verraad. Jezus hoefde niet gedood te worden.
Toen had Pilatus een idee. Er was een manier om uit deze puinhoop te komen, een manier om Jezus vrij te laten, zodat Rome er welwillend uitzag, het Sanhedrin geen gezichtsverlies leed, en de Joodse massa’s zouden worden gesust: de vrijlating van de Pascha-gevangene! Toen hij opstond om het idee aan de Joden voor te leggen, zei hij sarcastisch tegen de Koning der Waarheid: ‘Wat is de waarheid?’ (Johannes 18:38).
De wereld en de kerk
Die morgen, zittend in zijn rechthuis, had Pilatus het volledige gezag van het Romeinse Rijk achter zich. Jezus leek niemand te hebben; Hij stond daar ‘veracht en de onwaardigste onder de mensen’ (Jesaja 53:3).
De woorden van Pilatus moeten redelijk geklonken hebben, gezien de context. Jezus’ woorden moeten waanzinnig en vreemd geklonken hebben. Pilatus leek een politiek pragmatische koers te volgen die een onrechtvaardige executie zou afwenden, die de Joodse raad wel zou frustreren maar niet vervreemden, en de burgerlijke vrede in Jeruzalem zou bewaren. Jezus leek op onverklaarbare wijze niets te doen om de kruisiging te vermijden.
Maar met het voordeel dat wij hebben om terug te blikken, zien we dat Jezus sterk was en Pilatus zwak: Pilatus oefende alleen gezag uit dat hij van God had ontvangen (Johannes 19:11). We zien dat Jezus wijs was en Pilatus dwaas: de stadhouder vond de woorden van Jezus alleen onbegrijpelijk omdat hij ze hoorde als een ‘natuurlijk mens’ (1 Korinthe 2:14). En we zien dat Jezus, niet Pilatus, wist wat het beste resultaat zou opleveren voor alle betrokkenen: Pilatus had geen idee van de vrede die Jezus nastreefde voor miljarden, omdat hij alleen maar de vrede van de stad wilde bewaren.
Dit is de positie van de kerk in de wereld. Hoewel God Zijn volk als een ‘Jozef’, een ‘Daniël’ en als degenen ‘die van het huis van de keizer’ zijn (Filippenzen 4:22) zal plaatsen zodat ze invloed op de regering hebben. Toch zal de kerk niet de macht van de wereld hanteren. Ze zal op de zwakke plaatsen staan, waarheden zeggen die voor de wereldse autoriteiten waanzinnig klinken, en doelen nastreven die verkeerd begrepen en geïnterpreteerd zullen worden. Maar haar positie zal in werkelijkheid sterk zijn, omdat ‘het dwaze van God wijzer is dan de mensen en het zwakke van God sterker is dan de mensen’ (1 Korinthe 1:25).
Jullie zullen Mijn getuigen zijn
Zoals Jezus getuigde tegenover het gezag in Zijn tijd op aarde, en zoals Paulus getuigde tegenover het gezag in zijn tijd (en er gezegd werd: ‘U bent buiten zinnen, Paulus!’ (Handelingen 26:24), zo vertelt Jezus ons: ‘u zult Mijn getuigen zijn’ (Handelingen 1:8). Voor sommigen van ons zal dat letterlijk betekenen ‘voor stadhouders en koningen geplaatst worden omwille van Mij’ (Markus 13:9).
Maar of we nu geroepen zijn om voor regeringsfunctionarissen, collega’s, buren of familieleden te staan, wat we te zeggen hebben zal in de directe context vaak vreemd klinken. We zullen voelen hoe dwaas het voor hen klinkt, en we zullen voelen hoe ogenschijnlijk zwak onze positie is.
Dan moeten we ons Jezus voor Pilatus herinneren. Het gaat er niet om hoe de dingen eruitzien en klinken in het ongemakkelijke of zelfs doodserieuze moment. Waar het om gaat is dat we trouw zijn aan de waarheid – zelfs als die stoutmoedig klinkende bewering alleen maar een cynisch en schampere taal uitlokt. Wat uiteindelijk van belang is, is wat God in en door dat moment doet. En dat wordt vaak pas achteraf gezien.