Gebed is een walkie-talkie in oorlogstijd, niet een huistelefoon om de butler te bellen om de thermostaat aan te passen. Begrijp je dat? Het is een walkie-talkie in oorlogstijd om vuurkracht op te roepen, omdat de vijand groter is dan wij zijn. Wil je gebed gebruiken als een huistelefoon om een ander even een kussen te laten brengen? Zo werkt het niet. En je vraagt je af waarom. Het is niet gemaakt om een huistelefoon te zijn. Het is gemaakt om een walkie-talkie in oorlogstijd te zijn.
Ik haal dit rechtstreeks uit Johannes 15:16. Ik heb je gekozen. Ik heb een missie voor je. En het is niet een extra kussen voor op de bank. Het gaat niet om het veranderen van de thermostaat. Het gaat om vrucht dragen, in Cass Lake en Azerbeidzjan en San Diego. Het is vrucht dragen, waar je ook bent, in je familie, als persoon; meer vrucht dit jaar. Ik heb een missie voor je, zodat de walkie-talkie zal werken, want dat is waar het gebed voor is gemaakt. Als je je afvraagt waarom het niet zou werken, vraag jezelf af: ‘Ben ik wel op missie?’ Het werkt alleen op missie. Daar is het gebed voor bedoeld.
Het geeft verandering en kracht. Het is voor het strijden tegen de duivel. Het is om jezelf in moeilijke omstandigheden te laten plaatsen waar je het niet gaat redden en je het uitschreeuwt naar God. Dat is waar het gebed voor is. Je gaat de Generaal niet bellen om luchtdekking aan te vragen als naar jouw idee het probleem niet groter is dan slechts één gewonde soldaat om op te pikken. Als je het allemaal zelf wel aankunt, zal je niet bidden.