15 december 2020

De gewoonte om uit
te zien naar Kerst

door:

Tags:

Eindelijk, het is weer advent.

In de loop der jaren, in de dagen na Thanksgiving, greep ik instinctief naar twee waardevolle bezittingen. Een daarvan is een Beach Boys Kerst-cd waar ik ergens in de late jaren ’90 fan van werd. Die leuke traditie is nu langzaam maar zeker aan het verdwijnen. Het andere item heeft mijn ziel veel beter gediend, en doet dat nog steeds. Het is een boek van Donald Macleod, genaamd The Person of Christ. Advent is een jaarlijkse herinnering voor mij geworden om meer te gaan lezen over Christus. Ik probeer elk jaar wat breder te lezen, maar ik lees altijd op z’n minst een beetje van Macleod.

Advent is een kans om de echte reden voor Kerst in herinnering te roepen. Maar deze kans is misschien wel des te schrijnender in onze steeds seculier wordende maatschappij. Met elk voorbijgaand jaar moeten we waakzamer zijn, zelfs agressief en meedogenloos, om onszelf en onze kinderen en onze kerken eraan te herinneren wat echt het hart en de inspiratie van Kerst is.

Gewoonten voor de feestdagen

We zijn van nature gewoontedieren. Dat is niet het gevolg van de zondeval. God heeft dit zo ingebouwd in Zijn goede ontwerp. Goede gewoontes helpen ons te floreren. Door gewoontes kunnen we ons onderbewustzijn inzetten om taken herhaaldelijk uit te voeren. Zo kunnen we onze beperkte spanningsboog sturen. We kunnen maar beperkt ergens bewust en intentioneel mee bezig zijn. Onze gewoontes helpen ons daarbij.

We kunnen maar beperkt ergens bewust en intentioneel mee bezig zijn. Onze gewoontes helpen ons daarbij.

Natuurlijk richt de zonde ook schade aan door onze gewoontes. Maar dat betekent niet dat gewoontes verkeerd zijn. Gewoontes zijn een belangrijk onderdeel van de praktische verlossing en heiligheid. Onze heiligheid wordt gewerkt door de kracht van het evangelie en van Gods Geest. Belangrijk daarbij is het maken van nieuwe gewoontes in de loop van de tijd. Gewoontes van heiligheid en gemeenschap. Dagelijkse gewoontes van het horen van Gods stem in Zijn Woord en Zijn luisterend oor hebben in het gebed. En wekelijkse gewoontes van het behoren tot en het samenkomen met Zijn lichaam in aanbidding.

Gewoonten zijn echter niet alleen dagelijks en wekelijks, maar ook jaarlijks. God maakte de seizoenen (Genesis 1:14). Hij liet ons iets diep van binnen voelen bij de eerste dagen van de lente, de warmste dagen van de zomer, de knusheid van de herfst, en de eerste sneeuwval van de winter. En als christenen hebben we de maand december lang verbonden met de geboorte van onze Verlosser. We werken naar een van onze twee grootste feestdagen toe met in wezen een maand van liturgische verwachting: ‘advent’.

Seizoen van wachten

Een essentieel aspect en geschenk van dit seizoen wordt vandaag de dag vaak gemist: advent is een seizoen van wachten. De vastentijd moedigt als seizoen juist een soort van levenslange toewijding aan in afwachting van Jezus’ laatste week – en vooral Zijn offerdood voor ons op Goede Vrijdag, en Zijn zegevierende opstanding voor ons op Paaszondag. Maar het bijzondere aspect van advent is dat van geduldig wachten.

Advent zal je confronteren en je veranderen. Je zult óf meer gaan lijken op Scrooge óf meer op de herders.

Elk jaar wachten we een maand op de komst van God Zelf als mens van vlees en bloed. Dan herinneren we ons het volk van God dat eeuwenlang – eeuwen! – heeft gewacht op de komst van de beloofde Messias. Die zou hen redden. Zij hadden Gods beloften: ‘haar Nageslacht’ dat de kop van de slang zou vermorzelen (Genesis 3:15; Romeinen 16:20), een profeet zoals Mozes (Deuteronomium 18:15, 18; Handelingen 3:22; 7: 37), een priester die de ordening van het eerste verbond zou overtreffen (Psalm 110:4; Hebreeën 5:4-6; 7:11-17), een zoon van koning David en erfgenaam van zijn troon (Jesaja 9:6; Mattheüs 1:1; 22:42) die groter zou zijn dan David, als Davids Heere (Psalm 110:1). Eeuwenlang had het volk van God gewacht.

Zij ‘hebben de vervulling van de belofte niet verkregen, daar God met het oog op ons iets beters voorzien had’ (Hebreeën 11:39-40). We leven nu in het tijdperk van de Messias. Christus is gekomen als het hoogtepunt van de geschiedenis. Jezus heeft ons de Vader en Zijn bedoelingen laten zien. Toch is het ook goed voor ons om het geduldige wachten en het verwachten van Gods oude volk te beoefenen zodat we vernieuwd en dieper waarderen wat we nu in Hem hebben.

Daarom is advent een seizoen van mineur, zo goed gevangen in ‘O kom, o kom, Immanuel’. Terwijl we wachten, spelen we de eeuwen van verlangen en hunkering die voorafgingen aan de komst van Christus opnieuw af. Daarmee wordt onze vreugde in en dankbaarheid voor wat we in Christus hebben dieper en rijker en zoeter. En ook wij leven met hunkering en verlangen – naar de tweede komst van Jezus. Maar ons wachten neemt nu een fundamenteel nieuwe vorm aan. Ons wachten stijgt naar voorheen onvoorziene niveaus van hoop en verwachting, en vreugde in het wachten, vanwege Zijn eerste komst.

Dan, op kerstdag, veranderen die mineurakkoorden in de blijde, feestelijke majeurakkoorden van ‘Jubel het uit’. Zo gaat de gespannenheid van de voorbije eeuwen op in vreugde, zelfs als die spanning ons wijst op de tweede komst waar we zo op hopen.

Advent zal je veranderen

Gods goede en krachtige geschenk van gewoontes leert ons een belangrijke waarheid voor de adventstijd: feestdagen en feesten vullen niet alleen onze monden met gelach, en onze buiken met voedsel, maar vormen onze ziel, ten goede of ten kwade.

Terwijl we wachten, spelen we de eeuwen van verlangen en pijnlijke verwachtingen die voorafgingen aan de komst van Christus opnieuw af.

December is met stip de meest bijzondere maand in onze samenleving. Het heeft zijn eigen speciale sfeer en muziek. Het heeft het meest onderscheidende gevoel. Weinig mensen betwisten publiekelijk dat het ‘de mooiste tijd van het jaar’ is; de meesten spelen mee. Nu is december er dan, en het kan niet anders dan dat je erdoor veranderd wordt. Advent zal je confronteren en veranderen. Je zult meer gaan lijken op Scrooge of meer op de herders die God verheerlijkt en geloofd hebben (Lukas 2:20). Komt 25 december, dan zul je anders zijn, tot op zekere hoogte. Meer zoals Herodes of meer zoals de wijzen die ‘zich verheugden met zeer grote vreugde’ (Mattheüs 2:10).

Deze advent zal je veranderen. Je zult achteraf niet meer hetzelfde zijn. Je zult er beter van worden, of slechter. Elke advent doet ertoe. Zul je op 25 december dichter bij Christus gekomen zijn of verder van Hem vandaan staan? Zal je hart zachter voor Hem zijn of ongevoeliger? Zal er meer mist Zijn voor je ogen, of zul je Hem duidelijker zien en met meer passie Hem koesteren? Zul je Jezus beter kennen en meer van Hem genieten?

Komt, laten wij aanbidden

Laten we niet onverschillig al de rituelen doorlopen deze advent. Laten we het seizoen benaderen in geloof (Romeinen 14:23), als Gods volk, voor de eer van Christus en onze vreugde in Hem. Vergezel ons deze advent in het bewonderen van de verschillende uitnemendheden van Christus. Hij is God én mens. Hij is heilig én maagdelijk geboren. Hij houdt het universum in stand door de kracht van Zijn woorden én ligt in een kribbe, in doeken gewonden.

Wil jij je bijzonder inzetten met ons om de persoon van Christus deze advent te zien en te koesteren? Hij is onze beste dagelijkse, wekelijkse en jaarlijkse gewoontes waard.

Meer toerusting