‘Mam, hoe vaak moet ik het nog zeggen? Stel die vraag gewoon niet! Toon liever geen interesse! Bescherm uzelf. Bescherm de ander. Zwijgen voorkomt ongemakkelijke situaties. Of uw gedachten kloppend waren, dat hoort u ooit misschien wel aan het gemekker van een eventueel nieuw schepseltje. Dat ziet u dan wel aan het ineens gekrompen vooraanzicht van de betreffende dame…’
Nog niet zo lang geleden gebeurde het weer eens. Nieuwsgierigheid, interesse en spontaniteit dreven u ertoe de beruchte vraag te stellen aan de juweliersmedewerkster. Wijzend en kijkend naar haar buik, sprak u: ‘Leuk! Ben je zwanger?’
Je voelt hem al aankomen. ‘Ehh, nee, hoor.’
Ik ga hier verder niet veel woorden aan vuil maken. De gierende lach van mijn zusje is een krachtige samenvatting van het incident. Ze haastte zich de winkel uit en lachte zich daar de tranen uit haar ogen. Gênant allemaal.
Was ze wél zwanger geweest, dan was de situatie helemaal niet ongemakkelijk. Dan had er niets aan de hand geweest. Maar er bestaat een vraag, een ietwat ongemakkelijke vraag, waarbij het juist precies andersom is.
Het is deze: ‘Oh, ben je christen?’ Hoe gênant!
Nee, als je geen christen bent, is de vraag niet zo zeer ongemakkelijk. Maar des te ongemakkelijker is hij, indien je wél christen bent. ‘Huh, kom je daar nu pas achter?! Zag je dat niet dan?’
Hé christenvrienden, is ons zout nog wel zout? Is de stekker van ons christenlicht nog wel goed aangesloten? Ik ga hier verder niet veel woorden aan vuil maken. De bestraffende woorden van God Zelf tegen de gemeente van Laodicea zijn een krachtige samenvatting van hoe Hij erover denkt: ‘Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.’
Nog één zo’n ongemakkelijke vraag: geldt deze tekst ook voor ons, kerkelijk Nederland? Moeten ook wij beschaamd ons hoofd buigen? Moeten we het belijden: ‘Ja, Heere, ons zout is zwak geworden, onze lampen schemeren slechts zo nu en dan.’ Nou, aan de slag dan! Haal de bevriezende waarschuwingen uit de Bijbel weer eens voor de dag. En bevoorraad jezelf tegelijk met de warme stromen van Gods liefde! Het enige wat je dan nog doen moet is uitdelen! Beide: de waarschuwing en de troost.
Licht verspreiden in een donkere tijd. Zout strooien op de gladde wegen van de wereld.
‘Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’