In hun boek Herontdekking. Waarom zou ik naar de kerk gaan? benadrukken Collin Hansen en Jonathan Leeman op een indringende manier het belang van het fysiek bij elkaar komen in de kerk. Dit boek is geen aansporing tot ongehoorzaamheid aan de overheid, maar is wel bedoeld om het besef levend te houden, dat diensten via een livestream maar tot op zeer beperkte hoogte de fysieke kerkdienst kunnen vervangen. De schrijvers noemen verschillende gevaren die aan onlinediensten kleven. Ik noem er een aantal daarvan die ik heel reëel vind.
1. Door middel van een livestream komt het Woord bij ons in de woonkamer. Dat is een grote zegen. Tegelijk missen we iets. De sfeer en de wijding rond de dienst vallen weg. Je loopt het gevaar je nauwelijks voor te bereiden op de dienst. Je hoeft immers het huis niet uit en niemand ziet je. Je kunt eventueel gewoon in je pyjama blijven zitten. Terwijl je anders op tijd wil zijn om in de kerk te komen, kun je nu ook een aantal minuten later inschakelen. Daarnaast is het ook moeilijk de kinderen en jongeren erbij betrokken te houden.
Een gemeentelid is geen willekeurige luisteraar. We eten geen fastfood onderweg, maar krijgen voedsel op de plaats waar we thuishoren.
2. Een preek is het centrum van de eredienst – dat is reformatorisch en bijbels – maar het is onjuist als we de preek losmaken van de rest van de dienst en wellicht uitsluitend daaraan onze volle aandacht schenken. Gebeden, collecten en dankzeggingen en het ontvangen van de zegen zijn een even onmisbaar deel van de eredienst.
3. Het is ook niet goed als we de preek isoleren van de gemeente. Iedere preek heeft een bedding. Dat wil zeggen dat een predikant zich tot een concrete gemeente richt met zijn eigen zegeningen en bedreigingen. Als het goed is, bestaat er een wisselwerking tussen preek en gemeente. De gemeente bidt doordeweeks voor de predikant en de predikant bidt voor de gemeente. Bij onlinediensten is de verleiding groot dat we gaan shoppen. We luisteren dan vooral naar predikanten die ons aanspreken. Maar missen we juist zo niet die bijzondere samenhang tussen preek en gemeente? Een gemeentelid is geen willekeurige luisteraar. We eten geen fastfood onderweg, maar krijgen voedsel op de plaats waar we thuishoren.
4. De gemeente is de plek waar we samen kerk zijn. Juist de ontmoeting met gemeenteleden is daarbij van grote betekenis. ‘Misschien worstel je wel de hele week met verborgen haatgevoelens tegen een broeder. Maar dan brengt zijn aanwezigheid aan de Tafel van de Heere je tot erkenning en belijdenis van je schuld. Je worstelt met de achterdocht die je koestert tegen een zuster. Maar dan zie je haar dezelfde lofliederen zingen als jij en je hart wordt warm.’ De gemeente is een leerplek, niet alleen om van elkaar te leren, maar ook om door en met elkaar dingen te leren.
Het is aangrijpend dat kinderen die vier jaar werden toen corona uitbrak en toen voor het eerst naar de kerk zouden gaan, nooit de gewone wekelijkse kerkgang hebben meegemaakt!
5. Kerk-zijn is meer dan ‘een dienst beluisteren’. En – ik spreek nu uit eigen ervaring – prediking is veel meer dan alles uitspreken wat je hebt overdacht. Het is vooral bediening van het Woord en daarin zit veel meer actieve communicatie tussen predikant en gemeente dan ik me eerder had gerealiseerd.
Ik sluit af met een persoonlijke notie. We kunnen dankbaar zijn voor het hulpmiddel van de livestream, maar laten we vooral bidden om weer met elkaar samen te mogen komen in Gods huis, met jongeren én ouderen. Onlinediensten mogen niet het ‘nieuwe normaal’ worden! Het is aangrijpend dat kinderen die vier jaar werden toen corona uitbrak en toen voor het eerst naar de kerk zouden gaan, nooit de gewone wekelijkse kerkgang hebben meegemaakt! De apostelen stichten overal gemeentes, die samenkwamen. Juist gemeentes zijn essentieel voor een gezond geloofsleven.