18 mei 2022

Bijbelse theologie
en de seksuele revolutie

In de Westerse samenleving is momenteel iets gaande wat alleen maar te typeren is als een morele revolutie. De geldende moraal binnen de samenleving en de ethische bezinning op één specifiek terrein is niet alleen op een paar punten veranderd, maar is volledig omgekeerd. Wat ooit veroordeeld werd, wordt nu gevierd. Wie weigert mee te vieren, wordt veroordeeld.

Wat de huidige morele en seksuele revolutie zo anders maakt dan eerdere morele revoluties, is de ongekende snelheid waarmee de dingen veranderen. Eerdere generaties hadden te maken met revoluties die tientallen jaren duurden, of soms zelfs eeuwen. De huidige revolutie voltrekt zich echter met de snelheid van het licht.

Als we ons afvragen wat het antwoord van de kerk moet zijn op deze revolutie, is het belangrijk om in gedachten te houden dat het huidige debat over seksualiteit ons onvermijdelijk opzadelt met een theologische crisis. Deze crisis is vergelijkbaar met de theologische crisis die het gnosticisme in de vroege kerk veroorzaakte, of het pelagianisme in de kerk ten tijde van Augustinus. Met andere woorden: de crisis op het gebied van seksualiteit raakt aan de manier waarop de kerk denkt over het evangelie, zonde, genade en heiliging. Voorvechters van de nieuwe visie op seksualiteit eisen dat het meta-verhaal van de Schrift compleet herschreven wordt, dat de theologie op de schop gaat en dat we fundamenteel anders gaan denken over de rol van de kerk in de samenleving.

Staat ‘transgender’ in de concordantie?

Voor conservatieve protestanten die hun standpunt willen herijken of herformuleren is het zoeken naar bewijsteksten vaak de eerste reflex. Dit hermeneutische reflex is voor evangelicale christenen heel voor de hand liggend, omdat we geloven dat de Bijbel het onfeilbare Woord van God is. Zoals B.B. Warfield het verwoordt: ‘Als de Schrift spreekt, spreekt God.’

Ik wil graag benadrukken dat deze reflex niet helemaal onterecht is, maar ook niet helemaal te rechtvaardigen. Het is niet helemaal onterecht omdat de bepaalde Schriftgedeelten (zogenoemde bewijsteksten) wel degelijk direct iets te zeggen hebben over specifieke kwesties. Deze methode – ik noem het nog wel eens het concordantie-reflex – heeft echter ook zijn beperkingen. Wat gebeurt er als je worstelt met een theologische kwestie waarvoor je geen bijpassend woord kunt vinden in de concordantie?

Veel van de belangrijkste theologische kwesties zijn niet te reduceren tot het vinden van relevante woorden en het opzoeken van de bijbehorende teksten in een concordantie. Probeer ‘transgender’ maar eens op te zoeken in je concordantie. Of lesbienne. Of ivf. Die woorden staan vast niet in de lijst.

Dat komt niet doordat de Schrift ontoereikend is. Het probleem is niet dat het Woord tekortschiet, maar dat onze benadering van het Woord tekortschiet. Als je via de concordantie theologie bedrijft, houdt je een platte Bijbel over zonder context, verbond of meestervertelling – drie hermeneutische fundamenten die essentieel zijn bij het juist verstaan van de Schrift.

Een bijbelse theologie van het lichaam

Om een goed antwoord te ontwikkelen op de huidige seksuele crisis, kan de kerk niet zonder bijbelse theologie. De kerk moet leren om de Schrift in haar context te lezen, als meestervertelling, door de eeuwen heen ontvouwd langs de lijnen van het verbond. We moeten leren om elke theologische kwestie te interpreteren binnen het kader van het meta-verhaal van schepping, zondeval, verlossing en herschepping. Meer specifiek: evangelicale christenen hebben een theologie van het lichaam nodig die verankerd is in het verlossingsplan dat zich in de Bijbel ontvouwt.

Schepping

Uit Genesis 1 vers 26 tot 28 komt naar voren dat God de mens naar Zijn beeld heeft geschapen, in tegenstelling tot de rest van de schepping. Uit dit gedeelte blijkt ook dat het Gods bedoeling was dat het bestaan van de mensheid lichamelijk zou zijn. Genesis 2 vers 7 onderstreept dat nog eens. God maakt de mens uit het stof en blaast hem vervolgens de levensadem in. Dat wijst erop dat we een lichaam hadden voor we een persoon werden. Het lichaam blijkt niet zomaar toevallig met ons persoon-zijn samen te vallen. Adam en Eva krijgen de opdracht om zich te vermenigvuldigen en de aarde te onderwerpen. Dat ze een lichaam hebben, geeft hun de mogelijkheid – door Gods scheppende werk en Zijn soevereine plan – om de taak te vervullen die hoort bij het beelddragerschap.

De geschiedenis van Genesis wijst er ook op dat het hebben van een lichaam bepaalde behoeften met zich meebrengt. God gaf Adam het fruit om te eten in de hof zodat hij geen honger zou krijgen. In de scheppingsorde wordt zo al duidelijk dat Adam eindig en afhankelijk was.

Adam had ook behoefte aan gezelschap. Daarom gaf God hem een vrouw, Eva. Samen kregen Adam en Eva het mandaat om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vullen met beelddragers van God. Dat moesten ze doen door op een goede manier gebruik te maken van de lichamelijke mogelijkheden om zich voort te planten, die God in de schepping had gelegd. Dat zou gepaard gaan met de lichamelijke vreugde die ze beiden zouden ervaren als ze één vlees zouden worden – één lichaam.

De geschiedenis van Genesis laat ook zien dat het verschil tussen man en vrouw onderdeel is van de goedheid van Gods schepping. Sekse is niet slechts een sociologische constructie waardoor mensen op voorhand in een hokje geplaatst worden, terwijl ze anders hadden kunnen kiezen uit talloze schakeringen.

Genesis leert ons juist dat verschil in sekse door God is geschapen met het oog op ons welzijn en tot Zijn eer. Geslachtelijkheid is bedoeld om de mensheid tot bloei te laten komen en wordt bepaald door de Schepper – net zoals Hij bepaalt wanneer, waar en of wij bestaan.

Kortom: God maakt Zijn beelddragers als belichaamde personen. Met dat we een lichaam krijgen, ontvangen we van God Zelf ook het geschenk en de verantwoordelijkheid van seksualiteit. We zijn gemaakt op een manier die getuigt van Gods plan met de mensheid.

Genesis zet deze hele discussie ook in het kader van het verbond. Voortplanting is niet alleen bedoeld om het menselijk ras te verbreiden. Nee, de nadruk ligt juist op het feit dat Adam en Eva zich moesten vermenigvuldigen om de aarde te vervullen met de heerlijkheid van God, die weerspiegeld zou worden in Zijn beelddragers.

Zondeval

De zondeval, de tweede episode van de heilsgeschiedenis, is funest voor Gods goede gave van het lichaam. Doordat de zonde zijn intrede doet in de wereld, wordt het lichaam sterfelijk. En wat seksualiteit betreft gooit de zondeval al de goede plannen omver die God had met de verhouding tussen man en vrouw. Eva zal ernaar verlangen om over haar man te heersen (Genesis 3:16). Adam zal hardvochtig zijn in de manier waarop hij leiding geeft (Genesis 3:17-19). Eva zal pijn hebben bij het baren van kinderen (Genesis 3:16).

De geschiedenissen die volgen laten zien hoe verkeerde seksuele praktijken elkaar opvolgen, van polygamie tot verkrachting – iets wat de Schrift met opmerkelijk veel openheid ter sprake brengt. Na al die verhalen in Genesis wordt in de boeken erna de wet gegeven, die onder meer bedoeld is om seksueel wangedrag te beteugelen. De wet geeft wettelijke kaders aan seksualiteit en de manier waarop sekse tot uitdrukking wordt gebracht. Er worden duidelijke uitspraken gedaan over de seksuele zeden, travestie, huwelijk, scheiding en allerlei andere lichamelijke en seksuele aangelegenheden.

Het Oude Testament verbindt seksuele zonde ook met afgoderij. Orgieën, tempelprostitutie en andere verschrikkelijke aanslagen op Gods goede gave van het lichaam worden allemaal gezien als onderdeel van afgodendienst. Die verbinding legt Paulus in Romeinen 1 ook. Hij schrijft over mensen die ‘de heerlijkheid van de onveranderlijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren’ (Romeinen 1:22). ‘Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper’ (vers 25). Het zijn mannen en vrouwen die de natuurlijke omgang met elkaar hebben opgegeven (vers 26 en 27).

Verlossing

Als het gaat over de verlossing is het goed om te beseffen dat een van de belangrijkste aspecten van onze verlossing is dat ze tot ons komt via een Zaligmaker met een lichaam. ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond’ (Johannes 1:14, vergelijk ook Filippenzen 2:5-11). De verlossing van de mensheid is tot stand gebracht door de Zoon van God Die mens werd – en Die eeuwig mens blijft.

Paulus wijst erop dat het heil niet alleen onze ziel, maar ook ons lichaam aangaat. Romeinen 6:12 spreekt bijvoorbeeld over zonde die regeert over ons sterfelijk lichaam, en dat impliceert de hoop op een lichamelijke verlossing in de toekomst. Uit Romeinen 8:23 blijkt ook dat ‘de verlossing van ons lichaam’ deel uitmaakt van onze eschatologische hoop. En zelfs nu al worden we opgeroepen om door de heiligmaking onze lichamen als een levend offer aan God te wijden (Romeinen 12:1). Bovendien beschrijft Paulus het vrijgekochte lichaam als een tempel van de Heilige Geest (1 Korinthe 6:19). Het is dus wel duidelijk dat we heiligmaking moeten zien als iets wat ook gevolgen heeft voor ons lichaam.

Net als in het Oude Testament gaat seksuele ethiek in het Nieuwe Testament over de manier waarop we onze geslachtelijkheid en seksualiteit invullen. ‘Porneia’ (seksuele onreinheid in alle mogelijke vormen) wordt categorisch veroordeeld door Jezus en de apostelen. Tegenover de gemeente van Korinthe stelt Paulus duidelijk dat seksuele zonden – hij noemt ze in 1 Korinthe 6:18 zonden tegen het eigen lichaam – de kerk en het evangelie in diskrediet brengen. Daarmee laten we immers aan de buitenwacht zien dat het evangelie gen kracht heeft gedaan in ons leven (1 Korinthe 5 en 6).

Herschepping

Tot slot komen we bij de vierde episode, het sluitstuk van de heilsgeschiedenis: de herschepping. In 1 Korinthe 15:42-57 wijst Paulus ons niet alleen op de opstanding van ons eigen lichaam in de herschepping, maar ook op het feit dat de belofte en de kracht voor die hoop ligt in de lichamelijke opstanding van Christus. In onze opstanding zullen we de eeuwige heerlijkheid in ons lichaam ervaren. Dit lichaam zal een vernieuwde en vervolmaakte voortzetting zijn van ons huidige lichamelijke bestaan, net zoals het lichaam van Jezus hetzelfde lichaam is dat Hij op aarde had, maar dan volkomen verheerlijkt.

De herschepping moeten we ons niet voorstellen als een herstel van het verloren paradijs. Het zal veel heerlijker zijn dan de hof van Eden. Zoals Calvijn opmerkt, zullen we in de nieuwe schepping God niet alleen als Schepper, maar ook als Verlosser kennen – en die verlossing betreft ook ons lichaam. We zullen lichamelijk samen met Christus regeren, zoals Hij Zelf ook als belichaamde Koning regeert.

Als het gaat om seksualiteit, zullen verschillen in sekse blijven bestaan, maar seksuele omgang niet. Niet dat seks er niet meer toe doet in de herschepping; het wordt juist vervuld. Het eschatologische bruiloftsmaal van het Lam, waar het huwelijk en seksualiteit naar verwijzen, zal eindelijk gekomen zijn. Het zal ook niet langer nodig zijn om de aarde te vullen met beelddragers van God, zoals dat in Genesis 1 het geval was. In plaats daarvan zal de aarde vol worden met de kennis van de heerlijkheid van de Heere, zoals het water de bodem van de zee bedekt.

De onmisbaarheid van bijbelse theologie

De seksuele crisis bepaalt ons erbij dat veel voorgangers door de mand vallen met hun theologische methodes. Het concordantiereflex biedt simpelweg niet de diepgravende theologische bezinning die tegenwoordig nodig is op de kansel. Predikanten en kerken moeten leren hoe onmisbaar bijbelse theologie is en moeten zich oefenen in het lezen van de Schrift met oog voor de interne logica. Het is de logica van een verhaal dat begint bij de schepping en uitloopt op de herschepping.

Er ligt een grote hermeneutische uitdaging voor ons. Bezinning is echter broodnodig willen we een bijbelgetrouw antwoord kunnen formuleren op de vragen die vanuit de hedendaagse cultuur op ons af komen.

Al Mohler is rector van het Southern Baptist Theological Seminary in Louisville (Kentucy). Op Twitter is hij te volgen via @albertmohler.

Meer toerusting