Alleen tegen de zanger of musicus in de kerkdienst
die met zijn leven laat zien wat zijn liederen verkondigen,
zal de Heere zeggen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe dienaar.’
Voor zo’n musicus zal niet muziek het belangrijkste levensdoel zijn,
maar het verheerlijken van die Ene, Die alle lof waard is.
(Keith Green)
Wat een geweldige zegen van God voor de gelovige is de gave van het zingen. Massale samenzang onder kundige orgelbegeleiding, een bezielend koor dat wordt begeleid door een fantastisch orkest of een prachtige spiritual compleet gemaakt door een swingende jazzband, ik kan er zo enorm van genieten. Zingen raakt de snaren van je hart, zodat er daar ook muziek ontstaat. Deze innerlijke opleving vindt zijn uitweg naar buiten via je mond en zo participeer je zingend in de muziek.
Het boek ‘Zing!’ is voor iedereen toegankelijk en de bonustracks zijn heel opbouwend voor de musici in de kerken. Ik hoop en bid dat dit boek ook in Nederland mag bijdragen aan het bewuster en inhoudelijker zingen.
In dit boek maken de Getty’s goed duidelijk dat zang en muziek niet door ons mensen zijn uitgevonden. Muziek is een gave van God. Het zingen voor God was al volop in de eredienst van Zijn volk Israël aanwezig. Zo selecteerde David vierduizend muzikanten en zangers voor de dienst aan God (1 Kronieken 23:5). Deze mensen werden door David aangesteld en ingedeeld in diverse disciplines (1 Kronieken 15:16-17; 16:4; 25:1). Er was er een speciale dresscode, omdat ze in dienst van de Koning der Koningen stonden (1 Kronieken 15:27). Mensen die wisten waarover ze het hadden kregen de leiding (1 Kronieken 15:22; 25:7) en zo werd de lofzang 24/7 gaande gehouden. Het gaat om God, en God alleen! Jaja, dát is nog eens wat anders dan wat wij in een gemiddelde kerk als toonaangevende musici inzetten.
Ook in de christelijke gemeente is wereldwijd een muziekcultuur ontstaan. Iets kan heel puur ontstaan, maar kan in de loop van de tijd ook weer afglijden … Omdat muziek zo lekker kan voelen, zeker als het jouw favoriete genre betreft, zijn we al snel niet kritisch meer. Dan gaat het algauw meer om de maker dan om de Gever en wordt muziek beoordeeld op de vorm en nagenoeg niet op de inhoud. Zo verdwijnen de mogelijkheden om creativiteit echt te ontdekken en te ontwikkelen, of je ziet dat muziek inhoudelijk uit de bocht vliegt en mensen daar massaal in meegaan. Het is nodig dat zowel de muzikant en zanger als ook het zingende gemeentelid hierin scherp blijven. Ook voor het geestelijke lied is de Bijbel de toetssteen en niet ons gevoel erbij. Zo zijn er door de jaren heen veel liederen op de markt gebracht die niet bijbels zijn. Andere liederen worden aan de rechterzijde van de kerken afgekeurd, terwijl ze wel voluit bijbels zijn. Hoe kun je als ‘nieuwtestamentische gemeente’ inhoudelijke bezwaren hebben tegen het zingen van schriftberijmingen met letterlijke teksten vanuit het Nieuwe Testament? Aan de wat meer evangelische kant van de kerken kun je je bij tal van opwekkingsliederen afvragen of je niet verder zweeft op jouw gevoelens, zonder nog de vraag te stellen of het überhaupt wel om God draait of dat het erom gaat dat je zelf weer een fijne ervaring of aanraking wilt. In het ‘Het ruwhouten kruis’, dat zo ongeveer aanbeden wordt door de liefhebbers van liederen van de Heer (Johan, welteverstaan), mag onze Heere Jezus Christus slechts een bijrol vervullen, want het centrale thema in dit lied is echt ‘het hout’. Musici, zangers, als ook de zingende gelovigen hebben dit laten gebeuren.
Als we zingen, willen we dan allemaal heel persoonlijk God eren en Hem alleen aanbidden?
In dit functionele boek worden we als zangers in de gemeente allereerst zelf uitgedaagd om ons persoonlijke karakter te spiegelen aan Christus. Als we zingen, willen we dan allemaal heel persoonlijk God eren en Hem alleen aanbidden (Psalm 100)? Met onder andere Psalm 15 en 24 zingen we dat we enkel met reine handen, reine lippen en zuivere harten in Gods nabijheid kunnen zijn. Hoe wordt dat zichtbaar in ons leven en in onze gemeenten? Gaat het om ‘idolen’ (afgoden) of puur om de eer van God? Waaruit blijkt dat? Ook een vroom spelende organist kan immers de eer van God roven, die Hem alleen toekomt. Laten we daarom in de volle breedte van onze kerken deze inhoud gebruiken voor een integer en opbouwend gesprek. Dat zou een aanzet kunnen zijn tot een reformatie van het zingen in de christelijke gemeente. Terug naar de essentie, de bedoeling van God, zoals we die overduidelijk vinden in Zijn Woord. Uiteraard begint dat bij onszelf, om het gesprek daarna te verbreden.
Keith en Kristyn Getty bouwen hun boek vanuit de basis eenvoudig op. Het is voor iedereen toegankelijk en de bonustracks zijn heel opbouwend voor de musici in de kerken. Ik hoop en bid dat dit boek ook in Nederland mag bijdragen aan het bewuster en inhoudelijker zingen. Persoonlijk, in de gezinnen, in groepen met geloofsgenoten en in de gemeenten. Laten we het vooral meer gaan doen. Zing! Laat de aarde de oefenruimte zijn waar we het geloofslied repeteren om Hem straks, na de eindstreep, voor eeuwig te verheerlijken! Wat een dag zal dat zijn! Op die dag zien we geen ‘aanbiddingsgroepje’ meer, maar bij wijze van spreken complete symfonieorkesten, engelenkoren en een ontelbare menigte zangers. Volmaakt, 100% aanbidding van God als Vader, Zoon en Heilige Geest.
Laat al wat zingen kan
de glorie zingen van,
van God en God alleen.
Bert Noteboom
Voorganger en musicus