Het is niet eenvoudig om goed om te gaan met je eigen geweten. Nog minder eenvoudig is het om goed om te gaan met het geweten van een ander. We zijn geneigd ons eigen geweten als uitgangspunt en maat te nemen om anderen te beoordelen.
De praktijk leert echter dat de vorming van het geweten heel verschillend kan zijn. Het maakt uit in welk land je opgroeit, in welke tijd en cultuur je leeft, door welke ouders je wordt opgevoed en bij welk kerkverband je hoort. Hoe voorkomen we dat we andere christenen onterecht veroordelen omdat ze ‘zo wereldgelijkvormig’ zijn of minachten omdat ze ‘zo bekrompen’ zijn?
Aan de hand van Romeinen 14 maakt ds. Evert Meijer in deze tweede lezing duidelijk hoe we als christenen om moeten gaan met het feit dat onze gewetens verschillend gevormd en vervormd kunnen zijn.
Bekijk ook de eerste lezing tijdens de toerustingsavond in Rijssen.