Op een jongerenavond van Geloofstoerusting in Barendrecht sprak ds. C.J. (Corjan) Rijsdijk over de gelijkenis uit Lukas 18. In deze gelijkenis spreekt Jezus over een farizeeër en tollenaar. Jezus kiest hier bewust een farizeeër als voorbeeld van een zeer vroom en gerespecteerd persoon, en dat in contrast met de tollenaar die gezien werd als een zondaar.
De farizeeër dankt God voor zijn eigen goede daden en in vergelijking met anderen brengt hij het er goed vanaf. De tollenaar daarentegen staat op afstand, slaat zich op de borst en vraagt God om verzoening voor zijn zonden. Ds. Rijsdijk wijst erop dat de tollenaar in geloof reageert op het zoenoffer dat zojuist in de tempel is gebracht. Hij begrijpt dat hij zelf geen zonde kan dragen voor Gods heiligheid en vertrouwt volledig op Gods verzoening. De farizeeër pleit nergens op, maar dankt God vooral voor zichzelf.
Verrassend genoeg keurt God de tollenaar goed, niet de schijnbaar rechtvaardige farizeeër. Hieruit blijkt dat in het licht van Gods oneindige heiligheid het verschil tussen de ‘beste’ en ‘slechtste’ mensen verwaarloosbaar is. Wat maakt dan wel het verschil? Gods verzoening in Christus, het ware offerlam! Alleen dankzij Hem kunnen mensen Gods genade ontvangen.