In deze studie, onderdeel van De vreugde van Christus , bespreekt Leander Janse Filippenzen 3:12-16, waarin Paulus reflecteert op zijn christelijke reis. Hoewel Paulus vreugde en zekerheid vindt in Christus’ offer, benadrukt hij dat hij nog niet volmaakt is. Hij vergelijkt zijn geloofsleven met een race, gericht op de “prijs van de roeping van God” – de uiteindelijke opstanding en eenheid met Christus. Paulus’ leven staat in het teken van een diep verlangen om Christus beter te leren kennen, zelfs door lijden heen, terwijl hij zich uitstrekt naar de hemelse beloning.
Paulus wijst de gelovigen op het belang van focus en vastberadenheid in het geloof. Hij vergeet wat achter hem ligt en richt zich volledig op het doel. Dit is geen uiting van menselijke perfectie, maar een gevolg van het feit dat hij door Christus gegrepen is. Hiermee benadrukt Paulus dat ware toewijding voortkomt uit Gods werk in ons, wat een leven van overgave en gehoorzaamheid tot gevolg heeft.
Leander legt uit dat Paulus’ woorden een balans tonen tussen vreugdevolle zekerheid in Christus en realisme over de gebrokenheid van het huidige leven. Dit weerspiegelt de christelijke spanning tussen “reeds” en “nog niet” – de zegeningen die we nu ervaren, maar ook het vooruitzicht op de toekomstige volmaaktheid.
Paulus roept gelovigen op om dezelfde gezindheid te hebben: een combinatie van dankbaarheid voor wat Christus heeft gedaan en toewijding aan een leven dat God alle eer geeft. Hij moedigt ons aan om te leven met een hemels perspectief, niet overweldigd door aardse zorgen, maar gericht op de eeuwige beloning. Deze oproep nodigt uit tot een hernieuwde toewijding aan Christus en de vreugdevolle verwachting van wat komen gaat.