Er wordt wel eens gezegd dat iedereen een theoloog is. Maar kan iedere christen een goede theoloog zijn? Het antwoord is een overduidelijk ‘ja’!
Een goede theologie opbouwen vanuit de Schrift is niet alleen mogelijk. Het is de roeping en het voorrecht van iedere christen, omdat de God die we willen kennen ons in de eerste plaats over Zichzelf heeft verteld. Na zichzelf te hebben geopenbaard door de schepping (Psalm 19:1-6; Romeinen 1:20), sprak God vele malen en op vele wijzen tot de vaderen (…) door de profeten, [maar] heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. Deze Zelf-openbaring van God is vastgelegd voor ons in de Heilige Schrift. Met de Bijbel in de hand, weten we dan dat Gods Woord door Jesaja van toepassing is: Kom nader tot mij, hoor dit: Ik heb vanaf het begin niet in het verborgene gesproken (Jesaja 48:16). Als de Schepper van de taal en de eerste Spreker (Genesis 1:3) is God-eigen om Zichzelf bekend te kunnen maken, om Zichzelf bekend te maken aan hen die Hij naar Zijn Beeld heeft geschapen (vers 22-26). Niets kan Zijn communicatieve doelen tegenhouden.
Wel beschouwd herinnert het woord theologie (een combinatie van het Griekse logos [woord] met theos [God]) ons eraan dat als we aan theologie doen, dat is omdat theologie– letterlijk: een woord van kennis aangaande God – gegeven is door God aan ons. Zelfs als we overwegen hoe we een theologie kunnen opbouwen vanuit de Schrift, moeten we geloven wat God zegt in de Bijbel. Omdat alle echte theologie wordt beoefend voor Gods Aangezicht (coram Deo), in Wie we leven, bewegen en bestaan (Handelingen 17:28).
Een theologie van de Schrift
Theologie beoefenen begint daarom met het erkennen dat de Schrift het door God gegeven fundament en de enige onfeilbare bron is van alle echte theologie. Heel de Schrift is ‘uitgeademd’ door God [1] (2 Timotheus 3:16) en blijft ‘de enige regel om ons leiding te geven in hoe we God hebben te verheerlijken en vreugde in Hem te mogen hebben'(Korte Westminster Catechismus – 2). De Bijbel is Gods persoonlijke brief aan Zijn kinderen. Meer dan dat, Gods geschreven Woord komt van het vleesgeworden Woord, Jezus Christus, Die het gegeven heeft. De apostel Petrus leert ons dat de menselijke schrijvers van de Bijbel door de Heilige Geest gedreven hebben gesproken (2 Petrus 1:21). Maar elders staat geschreven dat deze ondersteunde, ademende Geest niemand minder was dan de Geest van Christus in hen (1 Petrus 1:11). In die zin is de Schrift een brief van Christus aan Zijn gemeente (zie Openbaring 2-3; 22:16). En zoals Hij is, nu opgestaan uit de dood, geeft Hij leven aan Zijn volk (Johannes 5:21), zodat Zijn Woord levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard (Hebreeën 4:12) blijft. Heel de Schrift, elke jota en tittle, is het onfeilbare Woord van God, en zal net als Hij voor eeuwig blijven (Jesaja 40:8, 1 Petrus 1:25).
Helaas, talloze zelfbenoemde theologen hebben de stelling ‘de Bijbel is Gods Woord’, vervangen door flauwekul dat vergelijkbaar klinkt maar het niet is: ‘De Bijbel is een verslag van menselijke ervaringen van openbaring’, zo zeggen ze, ‘maar de Bijbel is niet zelf Gods openbaring.’ Of meer subtiel verwoordt: ‘De Bijbel wijst naar Jezus Christus als Gods openbaring, maar de Bijbel is niet zelf Gods openbaring’, soms ook uitgedrukt als ‘de Bijbel getuigd van Gods Woord.’ Tragisch genoeg wijzen degenen die aan deze formuleringen vasthouden, de Schrift af als bron van pure kennis van God en bieden de kerk niets meer dan zweverige opvattingen en welluidende zinsneden. Over hen allen zingt de Psalmist: Ik ben verstandiger dan al mijn leraren, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking.
Theologie beoefenen vanuit de Schrift
Dit gezegd hebbende, hoe kunnen christenen hun theologie opbouwen vanuit de Schrift? Het antwoord ligt in wat biddende, geduldige studenten van de Bijbel al eeuwen als vanzelf doen. Namelijk niet alleen nauwkeurig aandacht besteden aan de betekenis van losse teksten in hun directe context, maar ook de organische verbindingen met andere passages door de gehele Schrift opzoeken. Met andere woorden, theologie beoefenen vanuit de Schrift betekent de verschillende draden van de Christus-geconcentreerde waarheid, die de Schift organisch voor ons ontvouwt, samenweven. Omdat de gehele van God komt, Die de Waarheid zelf is (Deuteronomium 32:24, Johannes 3:33), zal de Schrift Zichzelf nooit tegenspreken. En meer nog, de eenheid van de Schrift vereist dat we de hele Schrift zien als de uiteindelijke context van elke willekeurige tekst. Daarom concentreert theologie beoefenen vanuit de Schrift zich op de vraag: wat zegt de Bijbel over God, de mens, zonde, Christus, de kerk, hemel en elk ander onderwerp dat relevant is in de Gods Woord? De oneindige diepte van de Schriften leidt ons niet alleen tot wat de Schrift expliciet zegt, maar ook tot de vele waarheden die afgeleid kunnen worden van de Schrift ‘met een goed en noodzakelijke gevolgtrekking’ (Westminster Geloofsbelijdenis 1.6) – zoals het leerstuk van de Drie-eenheid. Als we in de Bijbel op deze manier bestuderen, gaan we dieper de openbaring van Gods veelvuldige wijsheid binnen (zie Efeze 3:10).
Zoals het gebed dat het zou moeten voeden, een systematisch studie van de Schriften vereist een door de Geest gewerkt geduld en volharding. Als we terechtkomen bij zaken die moeilijk te begrijpen zijn (2 Petrus 3:16), kunnen en moeten we zoeken voor hulp bij godvruchtige leraren, Bijbelcommentaren en de overvloed van de kerkhistorische interpretaties. Tenslotte zijn ook zij Christus gave aan ons (Efeze 4:11-14). Maar omdat deze bronnen ons helpen in het lezen van de Bijbel moet onze uiteindelijke autoriteit liggen bij de Geest, die spreekt door de Schriften die Hij inspireerde. Als we een theologie opbouwen vanuit de Schrift is het sleutelprincipe van interpretatie, die de Protestante reformatoren verdedigd hebben (ook wel de analogie van de Schrift genoemd) en uitgedrukt in de Westminster Geloofsbelijdenis: ‘De onfeilbare regel voor Schriftuitleg is de Schrift zelf. En daarom, wanneer er zich een kwestie voordoet inzake de ware en volle betekenis van de een of de andere Schriftplaats – die niet veelvoudig is, maar slechte één enkele – moet men die opsporen en leren kennen met behulp van andere plaatsen die meer die méér duidelijk spreken’ (Westminster Geloofsbelijdenis 1.9). Zoveel als men graaft voor een verborgen vreugde waarvan hij weet dat die er is, degenen die getrouw het Woord bestuderen verzamelen een altijd-verrijkend begrip van de Heilige God en de Redder Die Hij gezonden heeft (Johannes 17:3), zoveel verandert de Heere Jezus tegelijkertijd hen om meer als Hem te zijn (2 Korinthe 3:18).
Zoals Gods liefdevolle weg is, wat Hij vereist van ons, werkt Hij ook graag in ons (Filippenzen 2:12-13). Dus zal God Zelf komen tot onze Hulp in het bestuderen van de Schrift. Jezus beloofde dat Zijn Apostelen dat de Geest van de Waarheid’ hen zou leiden in alle waarheid (Johannes 16:13). Hoe wonderlijk is het dat dezelfde Geest als die de Schriften inspireerde in christenen woont en kracht geeft aan onze studie van het Oude en Nieuwe Testament opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn (1 Korinthe 2:12). Door goddelijke genade zal de ernstige onderzoeker van de Schriften, ijverig zoekend naar de leiding van de Geest, volkomen voordeel hebbend van alle manieren waarop God zijn Kerk gezegend geeft – inclusief een wekelijkse horen van het Woord van God, christelijk gemeente-zijn en gebed – komen tot het begrijpen van Zijn Woord en veel vrucht dragen (Mattheus 13:23; Markus 4:20).
Onze theologie brengen naar de Schrift
Het gevaar dreigt altijd dat we onwillig zijn om in de Schriften onze eigen onbijbelse afdwalingen te zien. Soms doen we aan eisegese, het lezen van dingen ‘in’ een tekst (eis in het Grieks) die er niet zijn. In plaats van exegese: het lezen van dingen ‘uit’ een tekst (ex in het Grieks). Maar net als God door Christus onze zonde heeft overwonnen (Romeinen 5:15-17), zo is Zijn Woord in staat om onze foute veronderstellingen die wij erin leggen te ontmaskeren en te corrigeren. In de praktijk moeten we niet doen alsof verschillende veronderstellingen onze leven van de Schift niet doordringen. In plaats daarvan kunnen we er beter werken om onze veronderstellingen te vormen door goed te Schriften te lezen. Feitelijk stelt het streven naar een bestudeerd, bijbels gegrond, theologisch kader om een tekst te uit te leggen [2], ons beter in staat om te zien wanneer een passage niet strookt met onze eerdere veronderstellingen, en dat zal ons er toe zetten om ons denken op een lijn te krijgen met de Schrift. Het resultaat is een soort van ‘hermeneutische spiraal’, een voortdurend onderzoek en evaluatie van het theologische perspectief dat we hebben ontwikkeld vanuit het lezen van de Schrift, zodat ons theologische perspectief voortdurende verbetert.
Een voorbeeld: een nieuwe christen heeft geleerd dat Jezus stierf om de zonde weg ten nemen (1 Johannes 3:5). Deze kennis, hoe beperkt ook, wordt een raster waarmee hij gaat lezen over de joodse offers die in het Oude Testament beschreven worden. Plotseling, terwijl hij Hebreeën 10:4 leest (Want het is onmogelijk dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneemt), ontwikkeld zich een nieuw theologisch inzicht: de offers in Israël zag vooruit op de komende Christus, die het enige volmaakte offer voor de zonde is (Hebreeën 7:27, 9:26). De christelijke kennis neemt nu toe, en al snel sprankelt de uitspraak van Johannes de Dopers in Johannes 1:29 (Zie, het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt) met hernieuwde heerlijkheid van de pagina.
De vrucht van theologie van de Schrift
Als echte theologie over de glorierijke God gaat die ons de Bijbel gaf, is theologie beoefenen een gepast doel van al het Bijbellezen. Maar Gods openbaring is tot ons gekomen met een hoger doel, namelijk, dat we God in Christus persoonlijke mogen leren kennen en Hem mogen dienen in de band van de gemeenschap. Gelukkig heeft God deze twee doelen samen verbonden in Zijn soevereine plan. Als we de Bijbel lezen voor de theologie die erin ligt zal onze studie vol zijn van echte aanbidding. En wat God samengevoegd heeft, moet de mens niet scheiden.
[1] ‘ingegeven’ volgens HSV, maar letterlijke vertaling sluit beter aan
[2] letterlijk: “In fact, striving to bring a studied, biblically grounded, theological framework to bear upon a text”…