Waar ik vorig jaar nog geen vijf minuten op m’n gammele fiets zat richting mijn werk, daar reis ik nu iets langer dan een uur per bus en trein naar Amsterdam. En iedere dag is dat je ogen uitkijken. Honderden mensen haasten zich door de stationshallen. De één heeft een grote neus, de ander een kleine. De één is in het zwart gehuld, terwijl bij de ander alle kleuren van de regenboog vertegenwoordigd zijn in diens outfit. Honderden mensen, honderden verhalen, honderden bestemmingen. En ook honderden gedachten van mijn kant. Je krijgt er drie van me. De rest is privé.
Leiden Centraal
Ik was op een bankje aan het wachten op de bus die mij thuis moest brengen. Ik zag de tientallen mensen, die in tientallen richtingen uiteen gingen. Eenieder had zijn eigen doel en bestemming. De één moest naar Noordwijk, een ander naar Haarlem, weer een ander naar Schiphol.
Ik dacht: De Bijbel heeft maar twee bestemmingen. Hemel of hel. Hadden die mensen enig idee welke van die twee hún Eindstation zou zijn…?
Bus 31
Een meisje was de bus binnengestapt en nam haar plekje in op een stoel, twee rijen voor mij. De bus was al een eindje op streek, toen ze zich plotseling omdraaide naar de twee meisjes die voor mij zaten. Ze vroeg wat. De twee chicks reageerden erop. Het maakte dat het meisje de volgende halte de bus verliet. Een wat hopeloze blik verraadde dat ze er niets van begreep. Het bleek dat ze de verkeerde bus in was gestapt. Ze moest juist náár Leiden, in plaats van weg uit Leiden. Nou ja, positief bekeken, het was een geluk bij een ongeluk dat ze er vóór de laatste halte achter kwam…
Hopelijk geldt dat ook voor jou. Luister, je moet juist náár de Vader in plaats van bij Hem vandaan. Kom op, uitstappen! Terug!
Utrecht Centraal
Een sprinter stond stil op het spoor, klaar om te vertrekken. Ik hoefde niet mee. Toen ik naar rechts keek, zag ik een vrouw instappen. Haar man keek wat bedenkelijk, terwijl de deuren al dicht gingen. Zijn poging om deze weer te openen, mislukte. Hij riep door het raam heen dat zijn vrouw de verkeerde trein in was gestapt. Maar de trein vertrok al. Zij erin, hij nog op het perron. Vervelend.
Het is nog erger als je merkt dat verschillende mensen uit één gezin of zelfs uit één gemeente een verschillend geloofsspoor volgen. De één gaat links, de ander rechts. En maar één van de twee sporen komt op de juiste Bestemming uit…
Laat ik maar stoppen met het beschrijven van mijn gedachten. Laat ik maar wat spreekruimte overlaten aan David. Hij heeft een uitermate goed reisadvies voor je in Psalm 17:5: ‘Ik hield mijn schreden in Uw sporen, zodat mijn voetstappen niet zouden wankelen.’ Jezus’ sporen volgen dus.
Oke, nog één gedachte dan: Ik zie jou en mij staan. Station ‘Genade Centraal’. Een intercity komt langzaam maar zeker het station binnenrijden. Alsof de Machinist ons nog wat extra denktijd wil geven. Geen blauw-gele kleur dit keer, maar een bloedrode. De eerste wagons zitten propvol, maar verderop is nog ruimte genoeg. Op het bord boven ons perron staat de bestemming van deze trein vermeld: Nieuw-Jeruzalem. De deuren van de trein gaan open. Jij en ik kijken elkaar aan. Het is voor ons alleen nog maar een kwestie van instappen. De rest doet de Machinist.
Ik weet wel wat ik doe. En jij?