Voor de gein kocht ik een t-shirt met de tekst: “Geen vriendje. Geen drama.” Mijn vader vond ‘m hilarisch. En briljant.
Ik ben zeventien en ik maak op het moment geen afspraakjes met jongens. Dat is bewust. Ik ben te jong om een levensgezel te zoeken en als ik nu zou daten zou dat dus absoluut vrijblijvend zijn en alleen voor de lol. Dat wil ik niet.
Maar dat is niet alleen vanwege het bekende drama dat hoort bij de verliefde tiener-romantiek. Hier zijn zeven overtuigingen waarom ik niet date, zowel gevoed door de Bijbel als beïnvloed door mijn ouders.
1. Daten misbruikt mijn tijd
Ik heb veel verantwoordelijkheden en een hoop goede bezigheden. Ik zit op school, heb een bijbaantje, ben betrokken bij werk in mijn kerk. Ik heb veel op mijn bordje, dus moet ik selectief en zorgvuldig met mijn tijd omgaan.
Toen de beroemde Britse abolitionist William Wilberforce op zijn vijfentwintigste christen werd, schreef hij in zijn dagboek: ‘Ik ga vanaf nu proberen om mijn tijdsbesteding te verbeteren. Ik hoop, meer dan tot nu toe, te leven tot Gods glorie en tot voordeel van mijn mede-schepselen’.
Als ik ga daten, zullen goede dingen die ik doe daaronder lijden. De activiteiten die ik nu onderneem tot Gods eer zullen afnemen en ik heb dan gewoon niet zoveel tijd meer voor het welzijn van mijn medeschepselen (bijvoorbeeld vrienden, familie, kennissen, vijanden, caissières in de supermarkt, bellende verkopers, leraren, iedereen). Dagelijkse goede werken zullen er bij in schieten.
Er zijn betere dingen die ik kan doen dan daten.
Kolossenzen 4:5 zegt: ‘Wandel met wijsheid… en buit de geschikte tijd uit’.
2. Daten beschadigt mijn relaties
Een vriendje zal me er van afhouden om godzalige relaties te bevorderen met mijn ouders, mijn broer, mijn kerkelijke “familie” en mijn vrienden. En het zijn juist deze relaties die God me gegeven heeft, en waarvoor Hij me vraagt zorg te dragen.
Mijn broer is belangrijker dan een vriendje. Het liefhebben van de mensen die God nu in mijn leven heeft geplaatst is belangrijker dan het nastreven van een nieuwe, tijdrovende, romantische relatie.
3. Daten leidt me af van het Evangelie
Jonathan Edwards nam zich voor ‘dat ik niet toegeef aan die lusteloosheid waarvan ik merk dat die mijn geest losmaakt en ontspant van het volledig en onveranderlijk gefocust zijn op de godsdienst, welk excuus ik er ook voor moge hebben – dat hetgene waartoe mijn lusteloosheid me aanzet, het beste is om te doen, etc.’
Een vriendje zou mijn geest afbuigen van het Evangelie. Ik heb een toegewijd hart, en ik weet dat mijn ziel de neiging heeft om te focussen op “hem dienen” ten koste van “Christus dienen”. Ik wil mijn tienerjaren besteden aan het opgroeien in mijn geloof door het Evangelie te bestuderen. Ik wil actief en toegewijd blijven in mijn navolging van Christus, en ik geloof dat daten op dit moment die navolging zou hinderen.
4. Daten zou mijn vriendschappen met jongens beschadigen
Ik wil geen vriendje, maar ik wil wel jongens als vrienden, leden van het tegenovergestelde geslacht waar ik eenvoudig en onschuldig bevriend mee ben. Waarom moeten daar altijd verliefheden en wie-is-op-wie bij gehaald worden?
Ik wil diverse vriendschappen die me helpen groeien. En ik vind jongens leuk. Ze zijn grappig en maf en piekeren niet zoveel en voeden geen onderhuidse grieven. Wat je ziet is wat je krijgt. Meiden hebben jongens nodig in hun leven. Niet om romantisch mee te doen, maar om onze vrienden te zijn.
En ik hoop dat, als ik richting een huwelijk ga, ik eerst vrienden zal zijn met mijn toekomstige echtgenoot. Vriendschappen laten een waarachtig hart en een echt karakter zien.
5. Daten gaat mijn huwelijk niet helpen
Op dit moment ben ik te jong om te trouwen. Dus, als ik afspraakjes zou maken zou dat doelloos zijn, en alleen gaan om sociale lol. Ik zie niet in hoe het mijn toekomstige huwelijk helpt als ik mijn hart weggeef aan meerdere jongens. Want mijn vriendje – hoe onschuldig onze relatie ook zou zijn – zou een stukje van mijn hart krijgen.
Ik denk aan het voorbeeld aan het begin van Joshua Harris’ boek, I Kissed Dating Goodbye. Een meisje, Anna, vertelde hem over een droom die ze had over haar trouwdag. Toen ze stralend voor het altaar stond met haar verloofde, David, verschenen er plotseling één voor één andere meisjes die daar gingen staan en een ketting vormden achter David toen hij zijn geloften uitsprak.
“Wie zijn deze meiden, David? Wat gebeurt hier?” fluisterde ze geschokt.
“Dat zijn de meisjes uit mijn verleden,” antwoordde hij treurig. “Anna, zij betekenen nu niets voor mij. maar aan ieder van hen heb ik een deel van mijn hart gegeven.”
Later bekende ze wat haar zo misselijk maakte: “Hoeveel mannen zouden naast mij kunnen komen staan op mijn trouwdag? Hoe vaak heb ik mijn hart weggegeven in kortdurende relaties? Heb ik nog wel iets over om aan mijn echtgenoot te geven?”
6. Dating zou zorgen voor ongewenste verleidingen
Ik beschouw mezelf als een heel eerzaam persoon. Maar ik ben niet zo naïef of onwetend om te denken dat ik immuun ben voor seksuele verleiding. Hoewel ik graag zou geloven dat ik de pure beslissing zou nemen als ik in een intieme situatie geplaatst zou worden met mijn vriend, kan ik dat niet zeker weten.
En ik wil het ook niet uitproberen. Op dit moment wil ik die ongewenste fysieke verleiding niet. Ik vecht al tegen genoeg verleidingen. Mijn hart wordt al aangetrokken tot zonden als trots, boosheid en afgoderij. Ik wil daar nu niet iemand aan toevoegen die me zal verleiden – zelfs niet onbewust. Ik wil volwassen worden en groeien in mijn liefde voor Christus voordat ik een echtgenoot zoek.
7. Geen vriendje, geen drama
Ik heb al heel wat te stellen met het dagelijkse drama om een zeventienjarig meisje te zijn. Ik heb echt geen behoefte aan het drama dat hoort bij een vriendje – tekstberichtjes ontcijferen, emoties interpreteren, grenzen bediscussiëren, omgaan met gekwetste gevoelens (werkelijk of zo opgevat).
Op dit moment wil ik mijn liefde richten op mijn familie en, het allerbelangrijkst, op Christus. In Zijn genade kan God me op een dag een echtgenoot geven. Ik kijk met vreugde naar die dag uit, maar ik zal gedurende mijn tienerjaren mijn hart niet weggeven.
In plaats daarvan wil ik die jaren gebruiken om een grotere liefde voor mijn God te voeden.