God liet me zien hoe mooi de verborgen bedieningen zijn toen ik mijn grootmoeder bezocht in het verpleeghuis.
Afgelopen zomer gingen we op bezoek bij mijn familie in Michigan. Op zondagmorgen woonden we een dienst bij in een lokale kerk en ontmoetten na afloop een lieve familie. De vader diende als ouderling en ook de vijf kinderen waren aanwezig. Ze deden ons hartelijke groeten en praten met ons over vakantieplannen en ons bezoek aan onze thuisplaats.
Na de kerk gingen we op bezoek bij onze grootmoeder in de begeleid-wonen accommodatie om alleen even te kijken naar de huiselijke sfeer met open Bijbels, waar de heer des huizes onderwijs gaf aan de hand van een Bijbelgedeelte, en mijn grootmoeder intensief in haar rolstoel zat er te luisteren. Ze was de enige vaste bewoonster daar.
De familie lachte vriendelijk naar mij en mijn echtgenoot en vertelde ons: ‘We hadden geen idee dat Bernadine jullie grootmoeder zou zijn. We houden van Bernadine! We zorgen al jaren voor haar!’ Toen we verder praten met die vriendelijke familie legden ze ons uit de ze aanvankelijk een bediening hadden bij de Alzheimerafdeling, en zich toen geroepen voelden tot een tweede bediening bij mijn oma’s afdeling. Het was hun manier om samen te dienen, en het Evangelie te brengen aan degene die niet meer zelf de kerkdiensten konden bijwonen.
Het geloof achter ‘verborgen dienen’
Toen we bij de auto terugkwamen liepen de tranen over mijn wangen. Ik was verbijsterd dat deze hele familie hun zondagmiddag besteed aan het zingen van liederen en onderwijs geven uit de Bijbel aan degenen die vaak vergeten worden in de maatschappij: de ouderen én omdat mijn eigen oma, voor mij in regelmatig bid, elke week goed Bijbels onderwijs ontvangt.
Ik was overweldigd door zowel de ongelooflijke manier waarop God mijn gebed had beantwoord en door de zelfverloochenende nederigheid van deze hele familie. Ik dacht na over het soort geloof dat hiervoor nodig was. Ze besteden uren per week aan onderwijs uit de Bijbel voor hen die misschien niet eens hun naam konden onthouden. Ze vertrouwden op Gods beloftes, dat Zijn Woord niet ledig zal terugkeren (Jesaja 55:11). De waarheden van de Bijbel werden geplant in de harten van bewoners die aanwezig waren (op die dag, alleen mijn oma), en dat was beloning genoeg voor hen.
God ziet deze verborgen bediening
Soms is het lastig om te dienen op een niet-zichtbare manier. De hoogmoed van ons vlees wil opgemerkt en geprezen worden voor de dingen die we doen. Onze zondige harten hebben zo vaak gemengde motieven: we willen anderen helpen in hun noden, maar ook een beetje van de eer voor onszelf houden. In Mattheüs 6 stelt Jezus onze neiging om gezien te willen worden bij het doen van goede werken, aan de kaak.
‘Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden; anders hebt u geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is.’ (Mattheüs 6:1)
Jezus stelt de hypocrieten, die op de trompetten lieten blazen wanneer ze iets gaven aan behoeftigen, tegenover het geven in het verborgene, als zelfs je linkerhand niet weet wat je rechterhand doet (Mattheüs 6:2-3). Het loon is dan duidelijk anders. Publieke vrijgevigheid (of dat nu met geld is of op een andere manier) wordt beloont door de lof van mensen. Geven in het verborgene laat een vertrouwen in een Vader zien die je ziet en zal belonen (Mattheüs 6:4), indien niet nu, dan wel in de hemel. Dienen in het verborgene toont het geloof en de nederigheid van degene die dient. Ze zullen waarschijnlijk geen tastbare beloning op aarde krijgen, maar in plaats daarvan vreugde en vrede vinden in het dienen van God op verborgen wijze.
Voldoening van verborgen bediening.
Dienen achter de schermen leert ons voldoening. We hebben allemaal unieke gaven en bedieningen gekregen waarmee de Heere ons oproept om te dienen.
‘Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven’ (Romeinen 12:4-6).
Hoewel sommige gaven meer publiek zijn dan anderen (zoals onderwijs), moeten we ze allemaal onderwerpen aan Gods wil.
Dienen op een ongeziene manier voedt een stille voldoening in ons hart. We hebben gelovigen nodig zoals de gentleman die avondmaalsbekers in de kerk vult. We hebben diegenen nodig die het gebouw schoonmaken en de afvalbakken legen. We hebben voorgangers nodig in kleine gemeentes. We hebben armen nodig om baby’s te schommelen in de crèche, zodat de vermoeide ouders zich kunnen opladen bij de dienst. Elk van deze bedieningen is belangrijk voor de gezondheid van het hele lichaam van gelovigen. God waardeert degene die preken in een begeleid-wonen accommodatie tegen een fragiele vrouw in een rolstoel net zoveel als degene die tegen duizenden preken in een megakerk.
De schoonheid van ongeziene bedieningen werpen een licht op Degene die ons oproept om te dienen – niet de eer van mensen, maar voor de eer van God die ons vreugde en vrede geven als we aan die oproep gehoor geven.