Elke soldaat had een eigen gezin, lach, stem, naam en een ziel. Het waren zonen, vaders, echtgenoten, broers, verloofden. In een ander leven waren sommigen administratief medewerker, winkelier, student, predikant of leraar geweest. Het is buiten het vermogen van het hart om te kunnen begrijpen dat er elke dag 6.046 mensen werden gedood in de Grote Oorlog – een oorlog die 1.566 dagen duurde. Als we elke gevallen soldaat een stilte van dertig seconden zouden gunnen, zouden we negen onafgebroken jaren stil blijven zitten.
Ongebroken – iets dat niet van veel van deze mannen gezegd kan worden. Een 19-jarige Ier, die dienst doet als tweede luitenant in het Britse leger, geeft een van de meest huiveringwekkende beschrijvingen van wat hij waarnam tijdens zijn gevechten in de frontlinie:
“De angsten, de kou, de geur van explosieven, de vreselijk vernielde en aangeslagen mannen die nog slechts bewegen als half verpletterde kevers, de zittende of staande lijken, het landschap van enkel aarde zonder een grassprietje, de laarzen dag en nacht gedragen totdat ze om je voeten leken te groeien.” (Surprised by Joy, 240)
Staande of zittende lijken
Mannen, vreselijk vernield, aangeslagen als half verpletterde kevers. “Staande of zittende lijken.” De jonge Ier, de latere C.S. Lewis, schreef poëzie terwijl hij de magen van mannen “op hun knieën zag vallen”. Mannen, met iemand die wachtte op hun terugkeer. Mensen die gemaakt zijn naar het beeld van hun Schepper. Mannen van wie sommigen nog kinderen waren. Wie naar ze keek zag spiertrekkingen en tremor, ze bleken stervende insecten. Stervende insecten: lichamelijk, op het slagveld óf psychologisch, zozeer getraumatiseerd als ze naar huis werden gedragen.
De oorlog was niet ten einde, maar het licht werd een nacht lang aangestaard.
Te midden van de grootste parodie op de hel van de mensheid op aarde tot nu toe, brak een lied door in de duisternis van de Eerste Wereldoorlog. De oorlog was niet ten einde, maar het licht werd een nacht lang aangestaard. Veel aanwezigen vertelden er later over als een van de hoogtepunten van hun leven. Soldaten schreven dat ze nergens anders kerstavond 1914 hadden willen vieren. De Wall Street Journal zou zelfs zeggen: “Wat verschijnt uit de winternevel en ellende is een kerstverhaal, een mooi kerstverhaal dat zich werkelijk met het meest verbleekte en beschadigde bijvoeglijke naamwoord laat omschrijven: inspirerend.”
Josef Wenzl, een soldaat in de Duitse infanterie die nacht, beschreef het aan zijn ouders in een brief:
“Tussen de loopgraven ontmoeten de gehate en bittere tegenstanders elkaar rond de kerstboom en zingen kerstliederen. Deze ‘once in a lifetime’ gebeurtenis zal ik niet vergeten.”
In een kerkhof met de toepasselijke naam ‘Niemandsland’, ontvouwde zich een van de meest inspirerende kerstverhalen van de eeuw.
Het landschap van wapenstilstand
Vijf maanden eerder onthulden de oorlogsgordijnen gevechtsmachines aan de wereld die zij nog nooit had gezien. Troepen soldaten die op traditionele wijze naast elkaar marcheerden, werden systematisch neergemaaid door machinegeweren en werden verslonden door hagelbuien van artillerievuur.
Om te ontsnappen aan het spervuur van kogels en explosies groeven de mannen zich in. Duizenden kilometers aan zigzag loopgraven omzoomde oostelijke en westelijke fronten, waardoor de geul het symbool werd van de Eerste Wereldoorlog. Beide partijen maakten loopgraven parallel aan de ander, meestal zo’n 100 tot 400 meter verderop.
Hoe was het leven in de loopgraaf? Dan Carlin stelt voor om je in te beelden dat je de achtertuin ingaat, een gat graaft en daar dag na dag in gaat wonen. Voeg vervolgens rottende lichamen en rottende ledematen toe. Laat de loopgraven ook overstromen met constante regenval, waardoor uw voeten vergroeien, intense pijn (greppelvoet) en de ontbindende lichamen die “naar de oppervlakte zweven”.
Maak je voorstelling af met ratten “die zo groot waren als katten,” een epidemie van koorts-verspreidende lichaam-luizen, overal modder, gekreun en gejammer van bijna-dode mannen, en een stank die je toestond om de frontlinie op afstand te ruiken nog voordat je het kon zien. Vergeet ook nooit de duizenden mannen die betaald worden om je te doden. Zij zitten een voetbalveld ver van je vandaan met de meest dodelijke wapens in hun bezit die de mensheid tot dan toe kende. In dergelijke koude en natte loopgraven leefden miljoenen soldaten tijdens oorlog.
Kerstnacht
“Stille Nacht, Heilige Nacht“, het lied danste langs bedorven lijken die in “Niemandsland” lagen om in vijandige loopgraven neer te dalen.
In de aanloop naar kerstavond aan de westkant van het front begon het weer met de wapenstilstand: het werd kouder. De vorst bracht niet alleen een idyllische, “fictieve kerst”, maar nog belangrijker, het verharde de vloeibare modder van de vloeren in de loopgraven. Toen de zon onderging, beschreef Albert Moren van het Second Queen’s Regiment wat er daarna gebeurde:
“Het was een prachtige maanverlichte nacht, rijp op de grond, bijna overal wit. En er was veel commotie in de Duitse loopgraven en toen waren er die lichten – ik weet niet wat het was. En ze zongen ‘Stille Nacht’. Ik zal dat nooit vergeten. Het was een van de hoogtepunten van mijn leven.”
“Stille Nacht, Heilige Nacht“, het lied danste langs bedorven lijken die in “Niemandsland” lagen om in vijandige loopgraven neer te dalen. De lichten aan de bovenkant van de Duitse loopgraven, die Albert niet kon onderscheiden, waren duizenden lichtgevende kerstbomen.
Soldaat William Quinton, van het Second Bedfordshire Regiment, beschreef het op deze manier:
“Iets in de richting van de Duitse linies deed ons onze ogen wrijven en opnieuw kijken. Hier en daar, vlak boven hun borstwering, konden we heel vaag zien wat leek op heel kleine gekleurde lichten. We waren zeer achterdochtig en bespraken deze vreemde actie van de vijand, toen er plotseling iets vreemds gebeurde. De Duitsers begonnen te zingen!
Niet schieten, maar zingen!
Sommigen gingen ervan uit dat het een sluipschutter was om geallieerde soldaten over hun borstweringen te laten kijken. Echter, spontane kerstliederen, geklets en geschreeuw van “Merry Christmas” klonk tussen de kilometerslange loopgraven en kalmeerden de vermoedens. Duitsers gooiden zelfs laarzen vol chocolaatjes en schreeuwden het uit in de taal van de vijand: “English soldiers! English soldiers!” “Fijne Kerst! Waar zijn jullie kerstbomen?” “We schieten niet vannacht, we zingen!” “You no shoot. We no shoot.”
Aangemoedigd door zang en grappen over en weer, brachten een paar mannen het een stap verder: ze stelden voor elkaar midden in “Niemandsland” te ontmoeten. Het leek gelijk te staan aan zelfmoord, maar toch begonnen een paar soldaten hun veilige loopgraaf te verlaten en riskeerden hun leven om de dodelijke vijand te ontmoeten. Beide kanten keken toe, met hun handen op de geweren. Langzaam werden de loopgraven verlicht. “De kerstgeest” begon, zoals historicus Modris Eksteins beschreef, “het slagveld te veroveren”.
Eerste Kerstdag
Nadat duizenden mannen zich de avond tevoren hadden verzameld, verzamelden zich nu tienduizenden op Eerste Kerstdag in “Niemandsland”. Ze verzamelden zich – illegaal – om samen te zingen, geschenken van sigaren en pudding met elkaar uit te wisselen en te praten (zo goed en zo kwaad als dat ging). Een Brit gaf een Duitser een knipbeurt. Ze vochten woest met elkaar – op het voetbalveld, hysterisch lachend naar de Schotten wiens billen zichtbaar werden als hun kilten in de wind wapperden.
Veel van de soldaten die het Kerstbestand van 1914 vierden, zouden de oorlog niet overleven.
Ze maakten ook van de gelegenheid gebruik om de etterende lijken te begraven. Ze voerden enkele gezamenlijke begrafenisdiensten uit die beide partijen diepgaand raakten. Het hele tafereel “was absoluut verbazingwekkend”, zei kapitein Sir Edward Hulse van de Schotse lijfwacht, “en als ik het op film had gezien, had ik gezworen dat het was nagebootst!”
De wapenstilstand eindigden zo mysterieus als ze begon. Goede wensen werden gedeeld, zoals: “Vandaag hebben we vrede. Morgen vecht jij voor jouw land; ik vecht voor de mijne. Succes!” Hoewel een groot aantal sectoren de wapenstilstand op nieuwjaarsdag verlengde, ging het bloedbad onvermijdelijk weer door. Dit was slechts een bestand, geen vrede. Veel van de soldaten die het Kerstbestand van 1914 vierden, zouden de oorlog niet overleven.
Gods wapenstilstand
Te vaak eindigt dit verhaal met humanistisch commentaar over de welwillendheid van de mens die schittert te midden van de totale barbaarsheid. Vage kleuren van hoop en vrede schijnen boven borstweringen. We vergeten dan dat de wonderlijke wapenstilstand ontstond over de viering van de verjaardag van een kind – niet die van Mohammed, Boeddha, Darwin, Nietzsche of Gandhi – maar die van Jezus Christus.
In dit verhaal ontmoet je de mensheid, sinds Genesis 3, die rechtop in zijn loopgraaf staat, zonder op Zijn God te letten of Zijn waarschuwingen in acht te nemen.
Deze gebeurtenis past er goed bij, niet alleen omdat engelen bij Zijn geboorte spreken over vrede op aarde (Lukas 2:14), en ook niet enkel omdat Hij de enige Naam is die gegeven is aan mensen waardoor wij gered moeten worden (Handelingen 4:12), maar omdat Hij zelf de inhoud vormt van de Wapenstilstand van Kerst voor de hele mensheid. Wat vanuit de winternevel en ellende van een wereld ondergedompeld in duisternis verschijnt, is een kerstverhaal dat zich werkelijk met het meest verbleekte en beschadigde bijvoeglijke naamwoord laat omschrijven: verlossend.
God tekent de vrede
In dit verhaal ontmoet je de mensheid, sinds Genesis 3, die rechtop in zijn loopgraaf staat, zonder op Zijn God te letten of Zijn waarschuwingen in acht te nemen. Hij zingt ‘vrede, vrede’ tegen zijn buurman, waar er geen vrede is. En Gods reactie is nog ongehoorder dan elkaar voor een voetbalwedstrijd ontmoeten. Zijn geschenk is duurder dan sigaren of pudding. Hij had meer dan chocolaatjes om te gooien of knipbeurten om weg te geven.
‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven’ (Jesaja 9:5). ‘Hij zal Vrede zijn’ (Micha 5: 5). Zoals Spurgeon het verwoordde: “De doeken waarmee Hij was ingepakt was de witte vlag van de vrede. De kribbe was de plaats waar het verdrag werd ondertekend.” En dat verdrag was getekend in Zijn bloed. Mensen barsten in woede uit. Satan schoot zijn munitiekamers leeg. Christus dronk de verdoemenis op het werktuig van het oordeel van de Goddelijke (Jesaja 53:10). In het ‘niemandsland van Golgotha’ bevestigde Hij ‘door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis’ (Kolossenzen 1:20).
Terwijl de hele hemel toekeek, hebben we commotie gehoord in de loopgraaf van God. Hij zong een Evangelielied op die stille nacht, die heilige nacht: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!’ (Mattheüs 17:5). En Hij zingt nog steeds en roept rebellen uit hun door ratten vergeven hol om Zijn glorieuze Vredevorst te ontmoeten. Alleen door geloof in Hem hebben we “vrede met God” (Romeinen 5:1). En deze vrede schenkt ons aanneming tot kinderen, een koninkrijk en volheid van leven voor eeuwig met Hem.