Heb je ooit het gevoel gehad het buitenbeentje te zijn tijdens een kerkdienst, concert of event, de enige die het niet ‘voelt’? Lijkt het soms alsof iedereen op de emotionele bergtop staat, terwijl jij bent achtergelaten in het dal?
Lange tijd hebben veel kerken hun aanbiddingsbijeenkomsten zo gestructureerd dat de emotionele vervoering zo hoog mogelijk is. Dim de lichten. Kies liedjes die onze diepste gevoelens naar boven halen, ondanks hun gebrek aan context. Zorg dat het koor of de band op precies het juiste moment aanzwelt. Werk in de preek toe naar een aangrijpende climax, een opwelling van emotie, waarvoor wedergeboorte misschien niet eens noodzakelijk is.
Maar moeten we afhankelijk zijn van een wekelijkse shot euforie? Ik denk het niet.
Moeten we afhankelijk zijn van een wekelijkse shot euforie? Ik denk het niet.
Dit alles kan goedbedoeld zijn. Maar in de Bijbel zullen we geen enkel bewijs vinden van het idee dat een duidelijke emotionele ‘high’ de belangrijkste ervaring is van een christelijke eredienst. Zullen we emotioneel worden geraakt? Ja, vaak. En hopelijk met geestelijke vreugde, niet alleen met natuurlijke gevoelens.
In de eredienst vinden we iets veel beters dan zo’n typische rush van gevoel. Hier zijn drie redenen waarom we niet van elke zondag mogen verwachten dat het een buitengewone bergtop-ervaring produceert en waarom we in plaats daarvan kunnen genieten van de normale, gewone, bovennatuurlijke vreugde die de omgang met God ons geeft.
Ten eerste heeft God bepaald dat de kerk Hem door gewone middelen aanbidt. De elementen van een christelijke dienst zijn vrij simpel en duidelijk: teksten gereciteerd en gepredikt; gebed; luidkeels zingende mensen; brood en wijn; het water van de doop. De kerken van het Nieuwe Testament baseerden hun aanbidding in de eerste plaats niet op de rijke ceremoniën van de tempel, met zijn wierook, offers en gouden attributen. Integendeel, het lijkt erop dat ze het eenvoudigere format van de Joodse synagoge-bijeenkomsten hebben overgenomen, waarbij de nadruk lag op het horen van het woord van de Heer (Worship: Reformed According to Scripture, 36).
Er is hier sprake van een asymmetrie. We aanbidden een bovennatuurlijke God. Maar de bouwstenen van onze aanbidding zijn op zichzelf erg gewoon en onopvallend. Hun gewoonheid zou ons moeten helpen om ons minder te focussen op wat we doen – en zelfs op wat we voelen – wanneer we aanbidden, zodat we ons beter kunnen richten op de God die we aanbidden. Omdat de Geest van Christus nu in ons woont (2 Korinthiërs 6:16; 1 Petrus 2: 5), hebben we bepaalde externe hulpmiddelen – wierook of offers of subwoofers of rookmachines – niet nodig om zijn aanwezigheid te ‘voelen’. Wanneer we met God in contact komen door Jezus Christus met de kracht van zijn Geest, door gebruik te maken van de eenvoudige middelen van aanbidding die Hij ons heeft gegeven, verheffen onze harten zich voor Zijn schoonheid, kracht en wijsheid.
Om duidelijk te zijn, de Schrift zegt wel degelijk dat we vreugde moeten ervaren als we elkaar ontmoeten. Onze blijdschap als christen is alleen gegrondvest op het karakter van God en gebouwd op Zijn werk voor ons aan het kruis. We kunnen met blijdschap het gebod van de psalmist gehoorzamen: ‘Verblijd u in de HEERE en verheug u, rechtvaardigen, zing vrolijk, alle oprechten van hart!’ (Psalm 32:11). We onderscheiden de stevige, bovennatuurlijke vreugde van het kennen van Christus, die voortduurt tijdens de verschillende seizoenen van ons leven, van de natuurlijke, opgezweepte, doorgedraaide, overgecafeïneerde intensiteit die velen tegenwoordig vaak zoeken in de aanbidding.
Om duidelijk te zijn, de Schrift zegt wel degelijk dat we vreugde moeten ervaren als we elkaar ontmoeten.
Christelijke vreugde is bovennatuurlijk, maar dat betekent niet per se dat onze harten zich altijd getransporteerd voelen naar de emotionele bergtop. In plaats van ons de sugar-rush van een bepaald natuurlijk gevoel te beloven, voedt God ons hart met de bovennatuurlijke vreugde van een gezonde avondmaaltijd gedurende een leven lang aan zondagen.
Ten tweede draagt het Nieuwe Testament ons op om aandacht te besteden aan de andere leden van het lichaam wanneer we samenkomen. Met andere woorden, hoewel aanbiddingsbijeenkomsten wonderbaarlijk verfrissend kunnen zijn voor onze eigen zielen, verzamelen we ons ook om Gods mensen op te bouwen en ons eigen welzijn in het belang van anderen te vinden. We kunnen de bijbelse prioriteiten voor aanbidding samenvatten met twee woorden: verheerlijking en opbouw. Verheerlijking is gericht op God. Het gaat om loven, zingen, bidden, het verkondigen van Christus’ werk in de doop en het avondmaal, en het vergroten van Gods Naam door zijn glorierijke woord te verkondigen (Hebreeën 13:15; Efeziërs 5:19; 1 Timotheüs 2: 1; 1 Korinthiërs 11:26; 2 Timotheüs 4: 2).
Tegelijkertijd is alles wat in de openbare bijeenkomst wordt gedaan ‘voor het opbouwen’ van de kerk en haar leden (1 Korinthiërs 14:26). Dit omvat het publiek lezen, vermanen en onderwijzen (1 Timotheüs 4:13); ‘onder elkaar spreken’ in liederen (Efeziërs 5:19); en elkaar wederzijds aanzetten tot liefde en goede werken (Hebreeën 10:24). Let op wat afwezig is in deze verzen: ze verwijzen niet naar de emotionele toestand van de aanbidders. Zeker, gezamenlijke aanbidding zal vaak goddelijke gevoelens opwekken. Als de boodschap van Gods genade aan onverdiende zondaars, door het plaatsvervangend offer van Christus, onze ziel niet beroert, kunnen we misschien wel naar de kerk komen, maar we zijn niet aan het aanbidden. Als we voornamelijk samenkomen om een ??persoonlijke shot van inspiratie te ontvangen, hebben we er niets van begrepen. God roept ons om samen te komen om zijn glorie na te streven en om anderen op te bouwen. Ironisch genoeg zal onze eigen emotionele ervaring groeien en verdiepen wanneer we ons meer en meer richten op God en zijn kinderen.
God roept ons om samen te komen om zijn glorie na te streven en om anderen op te bouwen.
Ten derde aanbidden we tussen de twee komsten van Christus. Dit is een tijd van zowel vreugde als verdriet, tevredenheid en verlangen vermengd met elkaar. Klaagpsalmen geven ons een woordenschat voor pelgrims die ‘geen blijvende stad’ hebben in deze gebroken wereld (Hebreeën 13:14). Onze harten zijn diepe putten (Spreuken 20: 5), soms nog steeds vatbaar voor het bedrog en de ziekte die ons vóór de verlossing kenmerkten (Jeremia 17: 9). Dit betekent dat onze emoties geweldige dienaren kunnen zijn, maar ellendige meesters.
Als we ons op die laatste dag voegen bij de engelenmassa’s om Christus te prijzen, zullen we een volle ontmoeting met God ervaren die ver uitstijgt boven elke emotionele bergtop-ervaring die we in dit tijdperk voelen. Tot dat moment zullen onze emoties zich tijdens dit leven waarschijnlijk in horten en stoten bewegen. En daarom is het beter om onze verwachting te laten varen van het elke zondag voelen van zo’n passievolle bergtop, zelfs als we onze hoop op echte, God-verhogende geestelijke genegenheden vergroten.
Van tijd tot tijd, of zelfs vaak, zegent God ons genadig met verzadigende emotionele hoogtepunten, maar er is iets veel groters dat we kunnen zoeken. Dit is waar we van kunnen genieten elke keer dat de kerk samenkomt: gedeelde verwondering over de glorieuze God die ons voor Zijn eigen eer gemaakt en gered heeft.