Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig. (Johannes 20:27)
We weten maar bijzonder weinig details over het opgestane lichaam van Jezus.
Het was hetzelfde lichaam waarin Hij stierf. Toch werd het niet alleen weer tot leven gebracht, maar ook veranderd in een verheerlijkt lichaam. Jezus was nog steeds voluit menselijk, maar nu ook verheerlijkt. Wat gezaaid was in vergankelijkheid, werd opgewekt in onvergankelijkheid (1 Korintiërs 15:42). Jezus kon door deuren en muren gaan (Johannes 20:26), maar toch vast voedsel eten (Lukas 24:42-43). Zijn ‘natuurlijke lichaam’ stierf op Golgotha. Toen het werd opgewekt, werd het veranderd in een ‘geestelijk lichaam’ (1 Korintiërs 15:44). Dat lichaam was zo nieuw dat degenen die Hem het beste kenden Hem op het eerste gezicht niet herkenden (Lukas 24:16, 37; Johannes 20:14; 21:4). Toch wisten zij snel genoeg dat Hij het inderdaad was (Lukas 24:31; Johannes 20:16, 20; 21:7)
We hebben dus maar een paar fascinerende details. Een van de meest intrigerende daarvan zijn Jezus’ littekens.
‘Zie Mijn handen’
Jezus bevestigde voor Zijn discipelen dat Hij het was vooral door Zijn littekens aan hen te laten zien. Hij had hetzelfde lichaam, uit de dood opgestaan en verheerlijkt. Toen Jezus voor het eerst aan hen verscheen, werden ze volgens Lukas ‘angstig en zeer bevreesd en dachten ze dat ze een geest zagen’ (Lukas 24:37). Toen liet Hij hen de littekens zien.
Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb. En terwijl Hij dit zei, liet Hij hun de handen en de voeten zien. (Lukas 24:39-40)
De apostel Johannes meldt dat Jezus ‘hun Zijn handen en Zijn zij liet zien’ (Johannes 20:20). Johannes’ verslag bevat het twijfelen van Thomas, die ‘niet bij hen was toen Jezus daar kwam’ (Johannes 20:24). Thomas stond erop dat hij de littekens van Jezus zelf wilde zien. Zo kon hij bevestigen dat het daadwerkelijk Jezus was. Met goddelijk geduld wachtte Jezus acht dagen om het gebed van Thomas te verhoren. Toen Jezus uiteindelijk op bezoek kwam, bood Hij Thomas de littekens aan. ‘Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig’ (Johannes 20:27).
Schat in de littekens
Het is dat Lukas en Johannes ons over de littekens vertellen. Anders zouden we waarschijnlijk hebben aangenomen dat een verheerlijkt, herrezen lichaam er geen zou hebben. Aanvankelijk lijken de littekens een verrassend kenmerk van een geperfectioneerde menselijkheid, gemaakt voor de nieuwe wereld. Eigenlijk lijken ze in eerste instantie een gebrek. Het lichaam krijgt een opwaardering van een vergankelijk lichaam, ontworpen voor deze wereld, naar een onvergankelijk lichaam, ontworpen voor de volgende wereld – zouden we dan niet verwachten dat Jezus niet langer de sporen van het lijden in deze wereld zou dragen?
Wij zouden denken dat de Vader ervoor zou hebben gekozen om de littekens te verwijderen uit het eeuwige verheerlijkte lichaam van Zijn Zoon. Maar littekens waren in de eerste plaats al Gods idee. Hij heeft de menselijke huid zo gemaakt om op deze wijze te genezen van een aanzienlijke verwonding. Sommige van onze littekens hebben weinig betekenis. Maar andere hebben veel te zeggen. Ofwel tot onze schaamte of tot onze eer, afhankelijk van de verwonding. Lukas en Johannes getuigen dus erg duidelijk van de littekens van Jezus’ opgestane lichaam. Dat moet betekenen dat ze geen gebrek zijn, maar iets heerlijks. Wat is de schat die ons voor eeuwig te wachten staat in de zichtbare, glorieuze littekens van Christus?
Zie Zijn handen en zij
Ten eerste, Jezus’ littekens vertellen ons dat Hij onze pijn kent. Hij werd volledig menselijk, ‘in alles aan Zijn broeders gelijk’ (Hebreeën 2:17). Daarom kon Hij als een van ons met ons lijden, en voor ons, toen Hij onze menselijke zonden droeg om te sterven in onze plaats. Zijn littekens herinneren ons eraan dat Hij menselijke pijn kent. Prediker en dichter Edward Shillito (1872-1948), die getuige was van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, vond troost in de ‘Jezus van de littekens’, Die wist hoe het was om te lijden in menselijk vlees.
De hemel maakt ons bang, ze is te kalm;
In het hele universum hebben we geen plaats.
Onze wonden doen ons pijn; waar is de balsem?
Heer Jezus, bij Uw littekens, klampen wij ons vast aan Uw genade .
Jezus koos ervoor om voor ons te lijden. Daarom vertellen de littekens van Jezus ons ook over Zijn liefde, en die van Zijn Vader. ‘God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren’ (Romeinen 5:8). Hymneschrijver Matthew Bridges zag de liefde in de littekens en kroonde Hem tot ‘der liefde Heer’ in zijn hymne van 1851:
Kroon Hem, der liefde Heer!
Aanschouw Hem, hoe Hij leed.
Zijn wonden tonen ’t gans heelal
wat Hij voor ’t mensdom deed.
Een Lam Dat als geslacht staat
Tenslotte vertellen de littekens van Jezus – als genezen wonden – ons voor altijd over onze uiteindelijke overwinning in Hem. Het boek Openbaring ontvouwt voor ons die uiteindelijke triomf. In het middelpunt van de hemel staat onze Verlosser met Zijn wonden- ‘het Lam Dat geslacht is’. Hij zit met Zijn Vader op de troon van het heelal (Openbaring 7:9-10, 17; 22:1, 3).
Vanaf die eerste inleiding als ‘een Lam [Dat] stond als geslacht’ (Openbaring 5:6), wordt Jezus (nog 34 keer) ‘het Lam’ genoemd. De aanbidders van de hemel vallen voor Hem neer en zeggen: ‘Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging’ (Openbaring 5:12). Daarnaast wordt er gezegd dat het boek des levens ‘het boek des levens van het Lam Dat geslacht’ is (Openbaring 13:8; zie ook 21:27).
Jezus’ lijden en bloedvergieten zullen we nooit vergeten. Het is een heerlijkheid zonder weerga. Daarom zal Zijn volk Hem voor altijd vieren als het Lam Dat geslacht is, het schaap met de littekens. In Zijn bloed zijn ze gewassen (Openbaring 7:14). Door Zijn bloed, eenmaal vergoten door Zijn nog zichtbare littekens, hebben ze overwonnen (Openbaring 12:11).
We zullen Hem voor altijd aanbidden met de schoonheid van Zijn littekens voor ogen. Ze zijn geen gebrek in de ogen van de verlosten. Maar voor verloste zondaars zijn de littekens een heerlijkheid zonder weerga.