Het was in de adventstijd. Een groep van zo’n vijftig zakenmensen had de Noorderkerk afgehuurd voor een kerstdiner. Het leek de organisator wel interessant voor deze gelegenheid ook de dominee uit te nodigen om hen een kerstboodschap mee te geven. Hij waarschuwde me wel dat het geen preek moest worden, omdat de meesten niets (meer) met het geloof hadden.
“Je kunt me nog veel meer vertellen, Maria. Maar geloof je het zelf?”
Om maar meteen aan te sluiten bij de gedachtewereld van mijn gehoor, was mijn openingszin: ‘Het kerstverhaal in de Bijbel is een verhaaltje van niks.’ Je zag ze kijken. Die insteek hadden ze niet verwacht. Het gaf wel meteen aandacht.
Knullig en onbenullig
Ik neem aan, zo vervolgde ik, dat als jullie een nieuw product in de markt zetten, jullie alles doen qua marketing zodat niemand erom heen kan. Door de consument te ‘bombarderen’ met een gerichte en gelikte reclamecampagne. Het ontlokte instemmend geknik. God, zo ging ik verder, deed echter precies het omgekeerde. Toen Hij met het beste wat Hij bedacht had voor de dag kwam, de incarnatie van zijn Zoon oftewel de komst van Jezus, ging het er bij de introductie nogal knullig en onbenullig aan toe – afgezet tegen de spelregels van een adequate marketing.
Je zou verwachten dat de aftrap in de tempel van Jeruzalem gegeven zou worden. Het begon echter in een klein onbetekenend stadje, Nazaret, met een ongehuwd zwanger meisje. Op zich al een verdacht gebeuren in die tijd. Haar verklaring was echt te gek voor woorden. Ze beweerde een onverwacht bezoek te hebben gehad van een engel, die haar gezegd had dat zij door de hemel verkoren was om, zonder tussenkomst van een man, de lang beloofde Messias te dragen en te baren. Zelfs Jozef, haar verloofde die zielsveel van haar hield, maakte het niet mee. Toen zij hem in vertrouwen nam, had hij iets van: je kunt me nog veel meer vertellen, Maria. Maar geloof je het zelf? Het was dat hij door een bijzondere droom van Hogerhand werd overtuigd, anders had hij de relatie verbroken. Laat staan dat haar omgeving er iets mee kon. Er zal van alles zijn gedacht, gegniffeld ook, maar het zal weinig zijn geloofd.
Wat zie je er van?
Ook daarna werd het er niet veel beter op. Geboren werd Jezus in de nacht op de binnenplaats van een herberg, terwijl heel Betlehem lag te slapen. De enige tamtam, die van dat engelenkoor, werd gemaakt in het open veld ver buiten de bebouwde kom en vernomen door een paar onbeduidende herders. Geen mensen die doorgingen voor de meest betrouwbare getuigen. De tamme reactie waarmee hun verhaal de volgende dag in Betlehem ontvangen werd, spreekt wat dat betreft boekdelen. Mensen verbaasden zich, maar niemand voelde zich gedrongen er verder ‘iets mee te moeten’. Hoe wij dat geboorteverhaal van Jezus door de loop van de tijd ook hebben opgeblazen, destijds was het echt een verhaaltje van niks.
Had God de komst van Jezus niet wat krachtiger en overtuigender moeten presenteren?
Niet echt handig van God om de zaak zo ‘ongelukkig’ aan te pakken, zo suggereerde ik voor mijn intussen welwillende gehoor. Als Hij wilde dat mensen gelijk het nodige in Jezus zouden gaan zien, had Hij de komst van Jezus in die wereld van grote namen dan niet wat krachtiger en overtuigender moeten presenteren? Heeft Hij het niet voor een groot deel aan zichzelf te wijten dat het destijds al niet echt een succes werd? Is dat trouwens ook nu niet het probleem? Wat zie je er eigenlijk van? Van zijn liefde en macht? Van zijn reddend ingrijpen? In hoe het eraan toegaat in deze wereld?
Waarin maakt kerst het verschil?
Eeuwenlang is er in de kerk verhaald dat God in Jezus het verschil maakt. Maar hoe dan en waarin dan? Is het er na 2000 jaar echt zoveel beter op geworden? Zouden we ‘zonder’ zoveel slechter af zijn? Het zijn de steeds weerkerende vragen van veel mensen. Misschien gaat het wat te ver het Evangelie af te doen als een verhaaltje van niks – daarvoor is het leven van Jezus te inspirerend geweest – maar per slot van rekening heeft het de wereld ook niet echt verder geholpen. Er werd instemmend geknikt.
Inmiddels was mijn gehoor wel één en al oor. Als een soort toebereide akker om het zaad van het Evangelie met gulle hand in uit te strooien. Hoe vreemd het ook klinken mag, vervolgde ik, juist die manier van doen, toen, is typisch voor God. In plaats dat Hij zich met veel lawaai en geweld zó aan ons opdrong dat je niet om Hem heen kon – of je wilde of niet – diende Hij zich zo onbeduidend aan dat je het meteen kon afdoen als iets van niets. Het laat zien dat we door de hemel niet worden gemanipuleerd, zoals in de wereld wel vaak gebeurt als er wat aan de man of vrouw gebracht moet worden. Is dat niet verrassend? Het verhaal van Jezus’ geboorte rekent radicaal af met het beeld van God waar velen op afgeknapt zijn: als Iemand die vanuit de hoge mensen naar Zijn hand zet en onder de duim houdt. Niet dus!
Liefde typeert het kerstverhaal
Zoals toen gaat God ook nu te werk, zonder iets te dwingen, dingt Hij naar ons hart en in ons diepste denken maakt Hij iets gaande.
De reden? God is liefde en liefde dwingt niet, maar wint in. Het typeert het kerstverhaal. Steeds als Hij verscheen met een onverwacht woord of in een ongedacht gebeuren, verwarde en verwonderde Hij de bezochte zó, dat die zich als vanzelf gewonnen gaf. Ongedwongen en blij verrast. Deze invalshoek deed mijn publiek van die dag zichtbaar goed.
Zoals toen gaat God ook nu te werk, verhaalde ik verder. Niet bedreigend, maar uitnodigend. Via een kwetsbaar menselijk woord of een persoonlijke gewaarwording. Waardoor Hij, zonder iets te dwingen, dingt naar ons hart en in ons diepste denken iets gaande maakt. Zoals bij die ras-Jordanees die zo verrast werd door Gods helpende hand dat hij begon te geloven. Of bij die geslaagde directeur van een multinational, die zo direct werd aangesproken door een zin uit een preek, dat hij wist ‘dit is God’.
Het zijn kleine wonderlijke verhalen. Op het eerste gehoor verhaaltjes van niks in het grote wereldgebeuren. Waar de omgeving ook nu, net als toen, nogal eens de wenkbrauwen bij optrekt en zich afvraagt of het iemand niet in de bol geslagen is. Door deze manier van doen kreeg het kerstverhaal van ooit een blijvend en levendig vervolg. Tot in Amsterdam toe. Het leverde verraste blikken op.
Als dit de Redder moet zijn …
Op hetzelfde moment dat Hij slachtoffer werd van ons gedrag, werd Hij zondebok vóór dat gedrag.
Vraag blijft: wat dat heeft gebracht na 2000 jaar? Het antwoord luidt: sowieso een onafzienbare rij mensen, van hoog tot laag, klein en groot, voor wie deze hemelse liefde hun leven werd. Liefde die in Jezus’ komst aan het licht kwam. Allermeest toen wij niet van Hem gediend bleken te zijn en Hij door onze handen belandde aan een kruis. Dat zag er nog veel minder uit dan in het begin. De meesten gingen dan ook schouderophalend aan de Gekruisigde voorbij. Als dit de Redder moest zijn … Intussen was Hij het méér dan ooit. Want op hetzelfde moment dat Hij slachtoffer werd van ons gedrag, werd Hij zondebok vóór dat gedrag. Verrezen uit de dood was daarom het eerste en enige wat Hij zei: Sjalom! Vrede. Waarmee er een streep door ons verleden ging en toekomst werd beloofd.
Ik kwam al meer op dreef. Het begon toch bijna nog een preek te worden. Tot mijn verbazing haakte mijn gehoor echter niet af. Dus waagde ik het erop nog een stap verder te gaan en vroeg: Wat is er tegen dat God ons zó tegemoet komt? Behalve dat het je misschien te veel van het goede is? Als vanzelf kwam het tot een slotsom: Het feit dat u vandaag met zo veel aandacht luisterde naar dit oude verhaal, bewijst dat het echt méér is dan een verhaaltje van niks.
Het bleef even doodstil. Het leek op de een of andere manier in goede aarde gevallen te zijn.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd door het Nederlands Dagblad, beluister via de podcast de meditatie van Paul Visser