12 november 2018

Geen haar beter

‘Natuurlijk zag ik dat.’ Dat was mijn stille antwoord op jouw niet hardop gestelde vraag. Ik zag je een wat rode kleur krijgen. Die onuitgesproken vraag: ‘Zag je dit?’ Ik zag je vingers zenuwachtig naar de volgende letters zoeken. Maar ik had het al gelezen. Zo maar, per ongeluk. Dat woordje van vijf letters. Dat korte woordje wat zo velen duizenden mensen in de greep houdt. Iets waar zo ontzettend veel mensen niet van af kunnen blijven. ‘Porno’.

Geschiedenis

Had je je geschiedenis moeten wissen? Het was wellicht slim geweest. Dan had ik het niet gelezen. Maar ach, jij weet net zo goed als ik dat er Eén is, Die Zich jouw zoekopdrachten altijd herinnert, zelfs als jij je hele geschiedenis verwijderd hebt…

Weet je, ik moet denken aan de gelijkenis van Jezus uit Lukas 18. Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden; een Farizeeër en een tollenaar. De Farizeeër bad als volgt: ‘O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar.’ Hij vertelde God hoe goed hij wel niet was en wat hij allemaal wel niet voor godsdienstige offers bracht.

Een eindje verderop stond een tollenaar. Zijn gebed was anders. Korter ook. Hij stamelde: ‘O God, wees mij, de zondaar, genadig.’

Gebed

Vriend/vriendin, het is geen moment in me op gekomen om dat eerste gebed na te bidden. Alsof ik beter zou zijn dan jij. Nee, geen enkele christen heeft ook maar één streepje voor bij God, omdat hij of zij het beter doet. ‘God heeft uit de hemel neer gezien om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht, maar zij allen zijn afgedwaald.’ (Psalm 14:2) Wie, als reformatorisch christen, dacht beter te zijn dan anderen, moet het gebed van de Farizeeër nog maar eens lezen. Deze man heeft het over …

Rovers,
Echtbrekers,
Fraudeurs en
Onrechtvaardigen.

Laten de eerste letters van die woorden nou net ‘ons naampje’ vormen…

Ik wil er maar mee zeggen dat iedere zonde die we bij een ander aanwijzen in ons eigen hart leeft!

Nee, beste vriend/vriendin en beste willekeurige andere lezer, beter is het om het tweede gebed te bidden. Dat gebed om ontferming, dat gebed om genade, dat gebed om vergeving en verlossing.

God onthoudt iedere zoekopdracht, zo zei ik. Daar hoort nog wel een kanttekening bij. Eentje van Levensbelang. Namelijk dit: als je je zonden belijdt én ermee breekt (daarbij is Gods hulp en in sommige gevallen ook menselijke hulp hard nodig), dan klikt God – met eerbied gesproken – ook op ‘delete’. Dan zijn je zonden vergeven en vergeten. Om Jezus’ wil.

Bid daarom vandaag nog: ‘O God, wees mij, de zondaar, genadig!’ Ik doe met je mee.

Want wie zo bidt, leert het David al gauw nazingen:

‘k Bekend’, o HEER, aan U oprecht mijn zonden.
‘k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden;
maar ik beleed na ernstig overleg
mijn boze daân; Gij nam die gunstig weg! (Psalm 32:3, berijmd)

 

Meer toerusting