De trein laat nog even op zich wachten. Zodra dat gebeurt op Utrecht Centraal ben ik te vinden bij de vleugel die het station rijk is. Bezet dit keer. Terwijl ik op een afstandje naar de pianoklanken luister, vang ik flarden op van het gesprek van de twee jongens die voor de vleugel staan. Het meisje dat bij de blonde jongen hoort, staat er zwijgend bij. De blonde jongen lijkt in het vuur van zijn betoog te zijn. Ik luister mee: ‘Maar geloof je niet dat er Iemand voor jou is gekomen?
‘Maar geloof je niet dat er Iemand voor jou is gekomen?’
Heb je hoop in je hart? Kijk dan eens naar al deze mensen, hebben ze hoop, waar halen we onze hoop vandaan? Het houdt een keer op, hier. Ik ken je vragen, ik snap ze. Echt. In alle godsdiensten moet je naar God toe gaan. Eindeloos jezelf opwerken en oppoetsen. Maar God kwam naar deze aarde, naar jou toe. Hij verlangt er zo naar joh, dat je bij Hem gaat horen. Hij gaat ver. Hij gaat zelfs voor je op Zijn knieën… God gaat voor je op Zijn knieën.’
Ik glimlach verwonderd en knik de jongen toe. De stoel achter de vleugel is eindelijk vrij, ik neem plaats en zet Amazing Grace in. Het meisje dat bij de jongen staat, zingt het mee. De blonde jongen kijkt zijn gesprekspartner aan en zegt: ‘Hoor je dat?’ De blonde jongen komt naar mij toelopen en legt zijn hand op de toetsen en speelt mee. Het overbekende Amazing Grace dat overvloeit in de klanken en zinnen: ‘Kom tot de Vader, kom zoals je bent.’ Ik kijk ‘m glimlachend aan en zeg: ‘Mooi, dat Jezus’ naam genoemd wordt op Utrecht Centraal.’
Hij verlangt er zo naar, dat je bij Hem gaat horen.
Terwijl ik naar de trein ren, klinkt het na in mijn hoofd: ‘God gaat voor je op Zijn knieën … Hij gaat voor mij op Zijn knieën.’
Kerst. Wij op onze knieën. Het beeld van nederigheid en aanbidding. De wijzen en de herders die neervallen voor Jezus. Knielen. Dicht bij de grond. Blijkbaar is het zo dat het zien van Christus je op de knieën brengt.
Maar daarvoor moest eerst Hij voor jou op Zijn knieën. Daarvoor moest Hij de aardse grond raken. Soms ben ik bang dat ik dat gewoon ga vinden. God die naar de aarde afdaalt. Jezus die geboren wordt. Een baby. Klein en afhankelijk. Hij liet Zich beperken tot de schouder van een moeder, de handen van een Jozef. De zorg van Maria. Om ons genade te schenken. Te midden van de kindermoord die Herodes aanrichtte. Geen plaats voor Hem. Vanaf Zijn eerste ademtocht in deze wereld was er geen plek waar Hij Zijn hoofd op kon laten rusten. Toen al uit liefde gedaan en vanaf het prilste begin volmaakt gehoorzaam aan Zijn Vader. Zijn handen zouden doorboord worden. Zijn voeten zouden het kruis richting Golgotha brengen. De lippen die de moedermelk proefden, zouden de edik drinken. Het lichaampje dat in doeken was gewikkeld, zou de striemen voelen. Nieuw leven zou gedood worden. Dood zou nieuw leven geven. Omdat wij het écht niet goed kunnen maken. Omdat Hij gekomen is om te zoeken én zalig te maken wat verloren is. Jij. Ik.
Soms ben ik bang dat ik dat gewoon ga vinden. God die naar de aarde afdaalt.
Jezus gaat op Zijn knieën. In een schrijnend donkere wereld. Hij gaat op Zijn knieën om te dienen.
Overal waar mensen over Jezus horen, ontstaat er een lied in hun hart. Het lied van aanbidding. Het lied van knielen, laag bij de grond. Het lied dat verlangt dat Jezus wordt verhoogd. Laat je kerstdagen niet voorbij gaan zonder op je knieën te gaan. Laat kerst niet voorbijgaan zonder ootmoed en aanbidding. Laat je kerst niet voorbijgaan zonder verwondering. God gaat op Zijn knieën. Hij smeekt het de wereld: ‘Laat je verzoenen.’
‘En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij, laat u met God verzoenen. Want Hem die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.’ – 2 Korinthe 5:18-21
Kom, laten wij aanbidden Die Koning! God gaat op Zijn knieën en roept je door Zijn Woord.
Zie op Jezus en kniel. Aan Zijn voeten is de hoogste positie die jij je maar kunt bedenken. Verwonderd over Zijn genade, schoonheid en gerechtigheid. Zie op Jezus en je kúnt niets anders dan knielen.
Kniel maar neer, in, door en voor genade.