De kaarsen zijn aangestoken op de grote kroonluchters van de Grote Kerk van Schiedam. Ik moet er toch echt een keer aan geloven. Voor de allereerste keer in mijn hele leven, ga ik nu drie uur lang naar de Mattheüs Passion luisteren.
Met mijn bijbeltje op schoot houd ik nauwlettend in de gaten of Bach wel zo Bijbelvast was als dat er wordt gezegd. Wees gerust, Bach heeft overduidelijk Gods Woord gebruikt. Het lijdensevangelie wordt létterlijk voor mij gezongen. De afwisseling tussen de evangelist die vertelt en Jezus die spreekt, klinken nu in de vorm van muzieknoten. Als Jezus neerknielt in Gethsemane zingt er een diepe basstem door de eeuwenoude kerk: ‘De Verlosser valt voor Zijn Vader neer, daardoor verheft Hij mij en allen van onze zondeval weer opwaarts, tot Gods genade. Hij is bereid, de beker, de bitterheid van de dood, te drinken waarin de zonden van deze wereld zijn uitgegoten, en afschuwelijk stinken, omdat het de lieve God behaagt.’
De oude vrouw naast mij staart naar de zingende man en haar mond beweegt mee met de woorden. Het stuk wordt vervolgt door een krachtige belijdenis die ik niet zomaar durf uit te spreken: ‘Graag ben ik bereid, kruis en beker te aanvaarden, daarmee volg ik immers de Verlosser.’ Ik weet niet of de mevrouw naast mij het geloofd, maar ze zingt het in ieder geval uit haar blote hoofd mee. Ze is immers ook al oud, hoe vaak zou ze al wel niet naar de Mattheüs Passion zijn geweest?
Als de pauze aanbreekt luister ik mee met de gesprekken en hoor ik mensen zeggen: ‘O, wat heerlijk mijn hart ging weer helemaal open!’ Bij de thee- en koffietafel kom ik de vrouw tegen die ik een paar uur geleden in de snackbar ontmoette. Ze haalde patat voor de vrijwilligers van de Mattheüs Passion. Tijdens het wachten zat ze tegenover mij aan het tafeltje en zei:‘O, ik vind het zó geweldig. Ik krijg er gewoon kippenvel van!’ Ik glimlachte en vroeg of ze dan ook gelovig was? Ze schudde haar hoofd en haalde vertwijfeld haar schouders op: ‘Tja, ach, op mijn eigen manier. Ik vind dit in ieder geval mooi, maar kom nooit in de kerk. Ik geloof in God op mijn eigen manier!’ Ik glimlachte weer wat weemoedig en zei bedenkelijk: ‘Toch wel bijzonder he, dat het lijden van Jezus nu nog mensen weet te raken.’ Ze knikte uitbundig: ‘Zeker, écht ja!’
Terwijl wij ons suf piekeren over hoe we de kerken weer vol kunnen krijgen en bovenal hoe we heel Nederland weer bij het Evangelie kunnen krijgen, krijgt Bach het dus gewoon voor elkaar.
Na de pauze gaan de klanken weer door. Terwijl het koor zingt: ‘O mens, beween uw grote zonden, waardoor Christus Zijn Vaders schoot verliet en op aarde kwam.’ Zie ik de vrouw schuin voor mij met gesloten ogen de muziek in haar opnemen. Ik vraag me af of we echt beseffen wat er wordt gezongen? Door heel het land wordt het namelijk ten tonele gevoerd, door menig seculier medeprachtmens wordt het gezongen: ‘Beween uw grote zonden.’
Dus. Zo zitten er aankomende week heel veel mensen onder het gehoor van het zingende Mattheüs’ Evangelie. Terwijl wij ons druk-vergaderen over hoe de kerken zo leeg kunnen lopen. We piekeren ons suf over hoe we ze weer vol kunnen krijgen en bovenal hoe we heel Nederland weer bij het Evangelie kunnen krijgen. Bach krijgt het dus gewoon voor elkaar. De diepte en schoonheid van zijn muziek trekt mensen die de kerk niet meer lijkt te kunnen trekken. Het intrigeert. Terwijl er een diepe viool klank en een ‘erbarme dich, mein Gott’ van Petrus opstijgt, nadat hij Jezus heeft verraden, worden mensen ontroerd en geraakt.
Jezus’ lijdensverhaal raakt ons Nederlanders dus nog steeds. Zou het de onschuld zijn die er in wordt vertolkt of zou het zijn dat ten diepste er toch wordt gezocht naar Degene die ons lijden wil dragen? Is het de zonden die wordt bezongen? Zonden die wel worden herkent, maar niet altijd erkent? Of is het dat we toch zoeken naar Iemand die het diepste lijden wilde doorstaan voor ons en die Zijn liefde niet alleen in woorden maar ook in daden toonde? Of is het dat we ergens in ons hart een ‘erbarme dich, mein Gott’ voelen?
Beste Nederlandse christenen, is het dan niet onze taak om onze handen te vouwen en er op te pleiten dat Gods Woord – gezongen of gelezen – niet leeg zal terug keren? Hij heeft het beloofd. Het zou zo maar kunnen gebeuren dat een minister, een nette dame, de bankdirecteur die zo’n groot bedrijf heeft, écht geraakt wordt door de diepte van Jezus’ liefde en de diepte van de zonde en het lijden. Dat ze écht nieuwsgierig worden naar die Jezus die voor óns het lijden koos. Dat ze écht verder gaan zoeken. De volgende vraag is dan ook of jij er dan bent met een dienend antwoord, zonder alle antwoorden in pacht te hebben …
Het is een goede Hollandse traditie die Mattheus Passion. Nu de laatste jaren ook de Passion van de EO meer geluid krijgt in de samenleving zijn er aanknopingspunten te over om eens over het lijden van Jezus te beginnen. ‘Zeg, buurvrouw heeft u de Passion ook gezien? Hoe vindt u het dat Jezus écht geleefd en geleden heeft voor de mensen?’ Of: ‘Wat vindt u nou eigenlijk van het lijdensverhaal van Jezus wat Bach in muziek heeft weten om te zetten?’
Tja, laat ik dan ook maar afsluiten met een stukje wat de oude vrouw naast mij mee prevelde:
Alt: Zie, Jezus heeft zijn hand om ons te omsluiten naar ons uitgestrekt. Kom!
Koor: Waarheen?
Alt: Zoek verlossing in Jezus’ armen, laat u ontfermen, zoek!
Koor: Waar?
Alt: In Jezus’ armen. Leef, sterf, rust hier uit, jullie verlaten kuikens. Blijf.
Koor: Waar?
Alt: In Jezus’ armen.
Nederland, waarheen? Juist. Daarheen!