Van een bultje tot een flinke jaap in je vingers. Van een blauw oog tot knallende hoofdpijn. Van een diep droge hoest tot een zeer gestrest gestel. Je kunt het zo gek niet verzinnen, of moeder Guijt heeft een middeltje die de klachten genezen of verminderen. Onder andere hooikoortstabletten, Valdispert, maagtabletten mét pepermuntsmaak, neusdruppels én een flinke voorraad paracetamol vullen het wandkastje op een van de slaapkamers. Wie uit de familie Guijt zich klagend laat ontglippen dat hij of zij aan een pijntje lijdt, kan binnen enkele minuten een passend medicijn thuisbezorgd verwachten. En mocht er een gezinslid op reis gaan, dan kan hij of zij ervan verzekerd zijn dat er een voorraad pillen uit de koffer tevoorschijn komt, waar de plaatselijke apotheek ‘u’ tegen zegt. ‘Waarom pijn lijden als het niet nodig is?’, is moeders medische motto.
Vader Guijt heeft het niet zo op met al die verschillende middelen. Hij ontwikkelde in de loop der jaren een geheel eigen geneeskunde, bestaande uit twee medicijnen. Het eerste middel in vaders handboek is ‘de zee’. Heb je een diepe snee in je hand? In zee met die snee. Het tweede medicijn is handcrème. Wie last heeft van een blauwe plek, wordt onmiddellijk geadviseerd om er handcrème op te smeren. En mocht je je neus gestoten hebben? Handcrème!
Broer Guijt maakt het nóg eenvoudiger. Of ingewikkelder, net hoe je het noemen wilt. Broer is van mening dat je het ‘zelfherstellend vermogen van je lichaam’ zoveel mogelijk moet stimuleren. Oftewel: geen chemische rommel. Maar je begrijpt: Als hij dan een keer hoofdpijn heeft, dan is het oppassen geblazen. Doodse stilte vereist. ‘Ik heb hoofdpijn! Sssst!’
Trouwens, beste lezer, nu je toch stil geworden bent, kunnen we gelijk even een stapje verder gaan. Misschien lijd jij namelijk ook wel. En dan niet slechts aan een lichte hoofdpijn of een kleine snee in je vingers, nee, je lijdt aan iets veel groters. Een plotseling ontslag, een stukgeraakte relatie, een minderwaardigheidsgevoel, een hardnekkige zonde, diep verdriet vanwege je overleden ouder of kind, donkere depressiviteit, een ongeneeslijke ziekte, stille eenzaamheid, een wrede verslaving, huiselijk geweld …
Waar moet je heen? Er is geen medicijnkastje die je problemen verzacht. Er is geen mens, die jou uit je diepe put omhoog trekt. Hij of zij komt niet meer terug. De verslaving is te sterk. Aan de nachtelijke uurtjes tobben komt geen einde…
Maar stil eens! Luister eens heel goed. ‘Kom naar Mij toe!’ klinkt een liefdevolle stem. Het is de stem van Gods middel bij uitstek. Of liever: Gods Middelaar bij uitstek. Het is de stem van Jezus.
‘Kom naar Mij toe, allen, die vermoeid en belast zijn’, klinkt Zijn uitnodiging. Leg je eigen leven maar eens naast die oproep. Hoor jij bij ‘allen’? Is jouw probleem ‘een last’? Dan is deze uitnodiging van Jezus speciaal voor jou!
‘Waarom zou ik?’ denk je misschien. Wat heb ik eraan? Wat krijg ik ervoor?
Jezus ziet die vraag aankomen. Zachtmoedig en nederig klinkt Zijn antwoord: ‘Wat je ervoor krijgt? Rust!’
‘Bezwijkt dan ooit, in bitt’re smart
of bange nood, jouw vlees en hart?
Dan wil Hij zijn, voor jouw gemoed
jouw rots, jouw deel, jouw eeuwig goed!’