We omhelzen elkaar. Ik in m’n nette jasje, hij in een versleten t-shirt met daaruit grote, getatoeëerde armen. Het is een kostbaar moment.
Kort daarvoor hebben we gepraat met elkaar. Over van alles eigenlijk. En we hebben allebei ook veel vragen gesteld. Zonder schaamte. Vooral ging het over God. Over de Bijbel. Over het leven, wat soms zo moeilijk te begrijpen is. Er waren tranen, Bijbelteksten, gebeden en nog meer vragen. En het was goed.
God heeft ons aan elkaar en voor elkaar gegeven.
God heeft ons aan elkaar en voor elkaar gegeven. Zeker in een tijd van non-stop online bereikbaarheid en heel weinig écht oogcontact. Leg je telefoon eens weg, ga naast iemand zitten en vraag hoe het gaat. Niet: ‘Alles goed?’ Maar: ‘Hoe is het met je?’
Dit heeft iedereen nodig. De onzekere scholier en de studente die het allemaal niet meer zo goed weet. De hardwerkende vader die zo zijn best doet om geld te verdienen voor zijn gezin, maar de tijd met zijn gezin uit zijn handen ziet glippen. De predikant die na een dienst voor een volle kerk weer alleen naar huis loopt. De jonge gast die erin is vastgelopen en de kerk vaarwel heeft gezegd. De vrouw die haar man is verloren en ontdekt dat de wereld om haar heen weer doorgaat, maar zelf niet meer mee kan.
Over de vorige generatie wordt soms gezegd dat ze zo gesloten is. Ik heb ook de andere kant gezien.
Over de vorige generatie wordt soms gezegd dat ze zo gesloten is. Ik heb ook de andere kant gezien. Ouderen die voorbeelden in het geloof zijn. Niet omdat ze nooit zullen wankelen, maar omdat ze er open over zijn. Niet omdat ze grote woorden hebben, maar omdat er oprechtheid is. Omdat ze bereid zijn om naar de jonge, nieuwe generatie hun hart te openen. Omdat ze bereid zijn om samen te bidden en steeds weer God te zoeken.
Wij zijn de nieuwe generatie. Laten wij ook zulke voorbeelden zijn! Open voor- en naar wie we tegenkomen. Vragen stellend en luisterend. Niet omdat we alle antwoorden hebben. Maar omdat we gegeven zijn aan elkaar, door een God Die het antwoord is.
Omhels elkaar, als twee gebroken mensen die samen mogen vieren dat het waar is dat God zorgt.
‘Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen’ (Mattheüs 9:36), staat over de Heere Jezus geschreven. Die diepe bewogenheid hebben we nodig. Voor anderen om ons heen. Maar we hebben het zelf ook nodig ván anderen. Jij hebt het nodig, voor jezelf. God heeft ons aan elkaar gegeven; om de ander tot steun te zijn, en om je te laten steunen wanneer jij het nodig hebt.
Dus: durf open te zijn. Je hoeft je niet groot te houden. Vraag hoe het gaat. En vertel hoe het gaat. Ga samen naar God. Omhels elkaar, als twee gebroken mensen die samen mogen vieren dat het waar is: ‘Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u’ (1 Petrus 5:7).