Het coronavirus houdt de hele wereld in zijn greep. In dit soort tijden van crisis laten mensen zich makkelijk leiden door de angst die de onzekerheid en de verontrustende berichten in de media oproepen. Het vertrouwen op God is ook onder christenen vaak ver te zoeken.
Dit artikel is een weergave van een speciale aflevering van ‘Ask Pastor John’. In deze podcast gaat John Piper in op de vraag van een luisteraar uit Singapore. Deze luisteraar schrijft: ‘Beste dominee, ik zou graag wat willen vragen over de uitbraak van het coronavirus, die in China begon en inmiddels over heel de wereld vele slachtoffers maakt. Toen het virus in Singapore opdook, hebben de regering en de burgers adequaat gehandeld. We kregen internationaal veel lof vanwege onze gezamenlijke aanpak. Maar de reacties van kerken waren heel divers. Verschillende gemeenten bleven op zondag samenkomen al namen ze wel een aantal voorzorgsmaatregelen. Sommige gemeenten hielden tijdelijk helemaal geen diensten. Er waren ook predikanten die beweerden: ‘Als je gelooft, zal God niet toelaten dat het virus jou infecteert!’ Andere predikanten zeiden: ‘Dit is Gods oordeel over zondige steden en hoogmoedige landen.’ Dominee, hoe moeten christenen dit soort epidemieën nu zien in het licht van wat de Bijbel zegt?’
‘Ik zal proberen deze vraag in alle voorzichtigheid en met een een open Bijbel te beantwoorden. Dat doe ik wel met enige schroom, want het is één ding om mensen te helpen om zich voor te bereiden op het lijden door middel van Bijbels onderwijs over het lijden. Maar die theologische kaders moet je wel op juiste manier toepassen als iemand daadwerkelijk lijdt. We hebben op dit moment te maken met duizenden sterfgevallen, en daarmee met honderdduizenden rouwende familieleden en vrienden. Wat ik nu ga zeggen zal voor hen niet altijd op het juiste moment komen, want ik kan hiervandaan niet bepalen of het in alle gevallen een tijd is om te spreken of niet.
Bekeer je en wend je tot God om barmhartigheid te ontvangen, zodat Hij in jouw leven alle eer krijgt die Hij waard is.
Niemand sterker dan Jezus
Dat gezegd hebbend wil ik proberen om voor mijzelf ook helder te krijgen wat mij is gevraagd: hoe moeten we zo’n dodelijk virus nu duiden?
Laten we beginnen met een waarneembare, historische werkelijkheid en met een duidelijke Bijbelse werkelijkheid. De historische werkelijkheid is dat op een zondag, Tweede Kerstdag 2004, meer dan 200.000 mensen uit het leven werden weggerukt door een tsunami in de Indische oceaan. Daar waren ook complete gemeenten bij, die op die zondag bij elkaar waren gekomen voor een kerkdienst. Dat is de historische werkelijkheid. Dit soort dingen overkomt ook christenen, al zolang als er christenen zijn.
En dan nu de Bijbelse werkelijkheid. We lezen in Markus 4:41 dat zelfs de wind en de zee Jezus gehoorzaam zijn. Dat is nu nog even waar als toen. ‘Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Hebreeën 13:8).
Als je deze twee werkelijkheden samenneemt – de historische en de Bijbelse werkelijkheid – kom je tot deze conclusie: Jezus had de natuurramp in 2004 kunnen tegenhouden, maar dat heeft Hij niet gedaan. Aangezien Hij altijd doet wat wijs, rechtvaardig en goed is, had Hij blijkbaar Zijn wijze en goede bedoelingen met die dodelijke ramp.
Jezus weet precies waar het virus is ontstaan en waar het nu heengaat. Hij heeft alle macht om het in te dammen of niet.
Ik zou hetzelfde willen zeggen over het coronavirus. Jezus weet alles en heeft alle macht over de natuurlijke en bovennatuurlijke krachten in deze wereld. Hij weet precies waar het virus is ontstaan en waar het nu heengaat. Hij heeft alle macht om het in te dammen of niet. En wat Hij doet gebeurt. Geen zonde, satan, ziekte of verderf is sterker dan Jezus. Hij wordt nooit in een hoek gedreven; Hij wordt nooit gedwongen om iets toe te laten wat Hij eigenlijk helemaal niet wil. ‘De raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie’ (Psalm 33:11).
‘Ik weet dat U alles vermag,’ zegt Job als hij tot inkeer gekomen is, ‘en geen plan is onmogelijk voor U’ (Job 42:2). De vraag is dus niet of Jezus alle rampen en alle ziekten onder controle heeft, met alle zondige en satanische kanten die eraan zitten. De vraag is niet of Hij erover regeert en waakt. Dat doet Hij. De vraag is: hoe moeten wij dit bij een geopende Bijbel zien? Kunnen we de zin ervan ontdekken?
Hier volgen vier Bijbelse noties die we daarbij als bouwstenen kunnen gebruiken.
1. Aan de ijdelheid onderworpen
Toen de zonde door Adam en Eva in de wereld kwam, heeft God bepaald dat al het geschapene voortaan aan het verderf en de ijdelheid onderworpen zou zijn en dat alle levende dingen zouden moeten sterven. Ook de lichamen van degenen die naar Zijn beeld geschapen zijn.
Ook christenen, die door het Evangelie van Gods genade gered zijn, ontkomen niet aan dit fysieke verderf, aan de ijdelheid en de dood. Deze notie zien we terug in Romeinen 8:20-23 (naar de Engelse vertaling):
‘Want de schepping is aan de ijdelheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door Hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.’ En hier volgt dan het sleutelvers voor christenen: ‘En dat niet allen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.’
Tot Gods heerlijkheid in volmaaktheid doorbreekt, zuchten christenen samen met heel de schepping.
De dag komt dat heel de schepping bevrijd zal worden van de slavernij van ziekten, rampen en de dood, en de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God zal beërven. Tot die tijd zuchten christenen – zelfs wij die de Geest hebben, zegt Paulus – samen met heel de schepping, terwijl we zuchtend de verlossing van ons lichaam verwachten (in de opstanding). Want samen met die schepping zijn we het verderf en de ijdelheid, de ziekten, de rampen en de dood onderworpen.
Voor christenen, die op Christus vertrouwen, betekent dat verderf echter geen verdoemenis. Romeinen 8:1 zegt: ‘Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn.’ Het lijden is voor ons bedoeld als loutering, niet als straf. ‘Want God heeft ons niet bestemd tot toorn’ (1 Thessalonicenzen 5:9). We sterven aan ziekten, net als alle andere mensen, maar niet per se vanwege een bepaalde zonde – dat is heel belangrijk om te beseffen. We sterven aan ziekten zoals ieder ander vanwege de zondeval. Maar voor degenen die in Christus zijn, is de angel van de dood eruit (1 Korinthe 15:55). Dat is de eerste bouwsteen die ons kan helpen als we proberen te begrijpen wat er aan de hand is.
2. Ziekte als barmhartigheid
God bezoekt Zijn kinderen soms met ziekte om hen te louteren en te redden door het oordeel heen. Het gaat niet om een veroordeling tot de verdoemenis, maar om een daad van barmhartigheid met het oog op hun zaligheid. Die gedachte ontleen ik aan 1 Korinthe 11:29-32. Dat gedeelte gaat specifiek over wantoestanden bij het Heilig Avondmaal, maar het principe kan breder toegepast worden: ‘Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.’ Dit verwijst dus naar christenen die aan het Heilig Avondmaal deelnemen. ‘Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen.’ Onder u, dat is dus: onder u als christenen. ‘Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden.’ We worden als ongehoorzame kinderen gecorrigeerd, en de straf bestaat uit ziekte, zwakheden en de dood.
We worden als ongehoorzame kinderen gecorrigeerd, en de straf bestaat uit ziekte, zwakheden en de dood.
Laat dat eens op je inwerken. De Heere Jezus neemt het leven van degenen die Hij liefheeft door middel van zwakheden en ziekte weg – precies diezelfde woorden worden in Mattheüs 8:17 overigens gebruikt om de zwakheden en ziekten te omschrijven waarvan Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde genas. Door hun leven te nemen, zet Hij hen in de hemel. Door een eind te maken aan hun zondige bestaan en hen ervan te redden, zet Hij hen in de hemel. Hij neemt hun leven niet weg om hen te straffen, maar om hen te behouden.
Met andere woorden: sommigen van ons sterven aan een ziekte ‘opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden’ (vers 32). Als Hij zoiets doet bij een paar van Zijn geliefde gelovigen in Korinthe, kan Hij dat ook doen bij vele anderen, onder meer door het coronavirus. En niet alleen vanwege wanpraktijken rond het Heilig Avondmaal, maar ook vanwege allerlei andere zondige gedragingen – ook al zijn niet alle sterfgevallen te relateren aan een specifieke zonde. Dat is bouwsteen nummer twee.
3. Ziekte als een oordeel
Soms gebruikt God ziekte als specifiek oordeel over mensen die Hem verwerpen en zichzelf overgeven aan de zonde. Ik zal twee voorbeelden noemen. In Handelingen 12 verheft Herodes zich door zichzelf een god te laten noemen. ‘En onmiddellijk sloeg een engel van de Heere hem, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door de wormen gegeten en gaf de geest’ (Handelingen 12:23). God kan zoiets doen met ieder die zichzelf verheft. Dat betekent dat het ons zou moeten verbazen dat er dagelijks niet meer heersers zijn dood neergevallen vanwege hun hoogmoed tegenover God en mensen. Pure algemene genade en barmhartigheid.
God kan en wil soms ziekte gebruiken als oordeel over mensen die niets willen weten van Hem en Zijn wegen.
Een ander voorbeeld is de zonde van het uitleven van homoseksualiteit. In Romeinen 1:27 lezen we: ‘En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.’ En dat is een voorbeeld van de toorn van God, waar Romeinen 1:18 over spreekt: ‘Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken.’ Dat is bouwsteen nummer drie: God kan en wil soms ziekte gebruiken als oordeel over mensen die niets willen weten van Hem en Zijn wegen.
4. Gods donderslag
Elke ramp – of het nu gaat om een overstroming, een hongersnood, een sprinkhanenplaag, een tsunami of een ziekte – is een donderslag van goddelijke barmhartigheid te midden van het oordeel. Alle mensen ter wereld worden erdoor opgeroepen om zich te bekeren en hun leven door genade zo in te richten dat God weer alle eer krijgt die Hij waard is. Deze bouwsteen baseer ik op Lukas 13:1-5. Pilatus had bezoekers van de tempel op een gruwelijke manier laten ombrengen. De toren van Siloam was ingestort en had achttien omstanders gedood. En nu vroeg de schare aan Jezus, net zoals mij gevraagd is: ‘Oké, wat moeten we hier nu mee, Jezus? Hoe kijkt U aan tegen deze rampen en dit soort wreedheden? Deze mensen stonden daar alleen maar, en nu leven ze niet meer.’
Elke ramp is een donderslag van goddelijke barmhartigheid te midden van het oordeel.
Dit is het antwoord van Jezus zoals we dat lezen in Lukas 13:4 en 5: ‘Die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen’ (inmiddels heeft Hij het niet meer over ‘hen’ maar over ‘u’).
Dat is dus Jezus’ boodschap voor de wereld op dit moment in de geschiedenis, nu we te maken hebben met het coronavirus – een boodschap die iedereen zich persoonlijk moet aantrekken. Ik, u, jij, iedereen die dit leest, elke regeringsleider op deze planeet, iedereen die hierover hoort krijgt van God deze boodschap, die als een donderslag klinkt: ‘Bekeer u!’ (En ook de Chinese overheid zou er goed aan doen hier eens goed naar te luisteren, zeker nu ze de laatste jaren steeds harder zijn gaan optreden tegen de volgelingen van Christus.) Bekeer je en wend je tot God om barmhartigheid te ontvangen, zodat Hij in jouw leven – in ons leven – alle eer krijgt die Hij waard is.
John Piper (@JohnPiper) is oprichter van desiringGod.org en rector van het Bethlehem College & Seminary. Hij was 33 jaar predikant van Bethlehem Baptist Church in Minneapolis (Minnesota). Piper heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam staan.