Zes waarheden voor worstelende tieners
Ik weet niet meer wanneer ik mijn lichaam voor het eerst haatte, maar ik weet nog wel hoeveel pijn het deed. Ik keek in de spiegel en realiseerde me dat mijn lichaam niet perfect was, niet zonder gebreken, niet zoals het zou ‘moeten’ zijn. Ik weet nog dat ik me ziek voelde van schaamte.
De tienerjaren hebben heel mooie kanten, maar brengen ook veel nieuwe moeilijkheden met zich mee. Een van de meest doordringende en verlammende is schaamte voor je lichaam. In onze kindertijd beleven we een kostbare, kwetsbare tijd als we geen schaamte hebben voor ons lichaam. We zien het als onze machine, als ons gereedschap voor communicatie en zelfexpressie, als een hulpmiddel voor ons spel, en we zijn dik tevreden met zo’n functionerend lichaam. We zijn ons bewust van ons bestaan, maar we zijn ons niet bewust van onszelf.
Dan worden we ouder en gebeurt er iets (of misschien gebeurt er heel veel), en dan beginnen culturele boodschappen onze geest binnen te dringen en onze waarnemingen te vervuilen. Op een dag realiseren we ons dat schoonheid belangrijker is dan functie, en dat ons lichaam niet mooi is. We vragen ons ineens af waarom we nooit eerder beseften hoe lelijk we zijn, hoe dik we zijn, hoe onhandig we zijn, hoe (vul maar in…) we zijn.
Ieder mens vanaf de gevallen Adam en Eva heeft te maken met enige vorm of mate van schaamte voor zijn lichaam, maar gedurende de tienerjaren voelt dit heel erg nieuw, zwaarwegend en wijdverspreid – in het bijzonder op het kruispunt van een hyper-verbonden en hyper-gesexualiseerde cultuur. Tieners worden erin getraind om geobsedeerd te zijn door hun lichaam en om zich te conformeren aan een onhaalbare standaard die steeds weer zorgt voor falen en minachting. Ze horen voortdurend tegenstrijdige berichten – eerst ‘moet je van je lichaam houden’ en dan ‘moet je eruit zien als een fotomodel’. Beter gezegd, ze horen en zien tegenstrijdige berichten – enerzijds wat hen wordt geleerd, maar anderzijds wat ze voorgeleefd en voorgedaan krijgen en de schone schijn die op Instagram wordt opgehouden.
Het volgen van Christus vrijwaart tieners niet van schaamte over hun lichaam. Ik zou dat graag willen, heel erg graag zelfs. Maar het wapent ons wel met evangelie-waarheden om te vechten tegen de leugens, groepsdruk en verleidingen die we op ons pad vinden. Hier zijn er zes waar ik me aan vasthoud:
1. Ons lichaam is niet het probleem
God schiep onze fysieke lichamen en noemde ze goed (Genesis 1:31). Maar in de frustratie van de schaamte worden we verleid om onze lichamen te haten (Genesis 3:7). Zij worden het probleem en de vijand. We zijn net tiener-gnostici, die geloven dat het lichaam tot op het bot slecht is en dat we eruit bevrijd moeten worden. Maar het probleem zit niet in ons lichaam, maar in ons perspectief – een perspectief dat doordrenkt is van zonde. We verafschuwen ons lichaam, omdat we Gods gave ten onrechte voor een vloek aanzien. We worden misleid door egocentrisme en trots.
2. Je bent meer dan je lichaam
Als tieners zijn we geneigd ons lichaam gelijk te stellen aan onze eigenwaarde. Lichamelijke aantrekkingskracht lijkt de sleutel tot speciale privileges. Als we om ons heen kijken, lijken acceptatie, plezier en populariteit alleen af te hangen van je uiterlijk. Alsof we niets meer zijn dan ons lichaam. Maar ons lichaam verafgoden is net zo slecht als ons lichaam haten.
God heeft ons niet lief omdat we er zo goed uitzien. Hij heeft ons lief vanwege zijn vrije genade (Efeze 2:4-10). Hij vindt ons niet waardevol om ons lichaam, maar om wie we zijn in Christus (Titus 3:4-7). Hij schiep ons met een hoofd dat kan nadenken en een hart dat kan voelen, en we hebben een schoonheid die niet uiterlijk is (1 Petrus 3:3-4).
3. Vergelijken is dodelijk
Jouw lichaam is uniek, door de Schepper gevormd om Zijn glorie te tonen in de verfijndheid van je gezicht, armen, maag, benen. Daarom is vergelijken met anderen vruchteloos en dodelijk. Wat zegt dat over sociale media, die we terecht kunnen omschrijven als een vergelijkingsfabriek? Heel simpel gesteld moet je er misschien maar mee stoppen. Voor sommige tieners is dat het antwoord – de sleutel tot genezing, tevredenheid en blijdschap.
Maar voor andere tieners is het antwoord een radicale verandering van focus. We moeten sociale media niet gebruiken als een plaats om onszelf neer te zetten – om ons leven te filteren en te bewerken, om onze status af te meten, om anderen te beoordelen – maar als een plaats om op een authentieke manier het leven te vieren. We kunnen ze gebruiken als een plaats om te delen, te lachen, te leren en aardig te zijn. Misschien moeten we grote schoonmaak houden in wie we volgen, posts verwijderen, of zelfs helemaal opnieuw beginnen. Maar met de juiste insteek is het mogelijk om door middel van sociale media feest te vieren in plaats van ons te schamen.
4. Je lichaam zal aftakelen
Het lijkt deprimerend, maar de realiteit is dat dit aardse lichaam je in de steek zal laten. Je zult aankomen en afvallen, rimpels krijgen, verzwakken, verschrompelen en opzwellen. En dan zul je overlijden, en je lichaam zal tot stof weerkeren. Daarom is het zinloos om te kniezen en te stressen over je verwelkende lichaam.
5. Je bent geroepen tot rentmeesterschap over je lichaam
Tegelijk is het onze taak om voor ons lichaam te zorgen. Het is een door God gegeven pand en daarom hebben we niet het recht om er misbruik van te maken (1 Korinthe 10:31). Behandel je lichaam goed. Voed het goed. Train het. Gebruik het voor goede werken. Beheer het voor heilige, gezonde doeleinden. Want op een dag zal je lichaam (dit lichaam!) heerlijk verlost worden en gebruikt worden om God voor eeuwig volmaakt te dienen.
6. Bestrijd onzekerheid met waarheid
Als onzichtbaar prikkeldraad heeft onzekerheid zichzelf door mijn adolescentie geweven. Het eerste dat ik aan mezelf haatte waren mijn wenkbrauwen. Toen mijn oren. Daarna mijn neus. Tenslotte mijn hele lichaam. En ik wist dat dat niet goed was. Maar onzekerheid leek mij te verzwakken, te verlammen, en helemaal uit het veld te slaan. En de enige manier waarop ik hiertegen kan vechten is: met waarheid.
Ik raap mijn zelfmedelijden op van de badkamervloer en vraag: ‘Waarvan weet ik dat het waar is?’, niet ‘Waarvan voel ik dat het waar is?’ Steeds opnieuw doe ik dit, omdat ik steeds opnieuw onzeker ben.
Daarom moet ik mijn hart de waarheid verkondigen:
Ik ben ontzagwekkend wonderlijk gemaakt (Psalm 139:14).
Mijn leven is in Christus, en niets kan dat veranderen (Kolossenzen 3:1-3).
Mijn lichaam in niet bedoeld om aantrekkelijk te zijn voor anderen, maar om God te eren (1 Korinthe 6:20).
God heeft mij volmaakt lief (1 Johannes 4:9-11).
Ik vind heelheid als ik verzadigd ben in God (Psalm 90:14).
Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij (Galaten 2:20).