Van alle mensen zouden juist christenen het verlangen moeten hebben om positief te veranderen: het verbreken van zondige gewoontes, groeien in de vreze des Heeren en steeds meer leven naar de waarheid. Toch blijft in onze strijd de zonde aanwezig en is onze vijand onvermoeibaar aan het proberen ons in dat streven af te leiden, te ontmoedigen of ons te kleineren.
Eén van zijn bekende tactieken van de satan is wetticisme, het reduceren van het christelijke leven tot een rijtje do’s en don’ts. Met geen ander doel dan om een vreugdevolle en geestvervulde levenswandel met Christus te veranderen in een vreugdeloos en berekenend streven naar goedheid in onszelf en voor onze eigen eer. Een streven waar het ontbreekt aan de echte genade van het evangelie en ware vrijheid.
Laat de angst voor wetticisme je niet beroven van de vrucht die een regelmatige wandel met God oplevert.
Maar er bestaat nog een ander gevaar dat veel subtieler is dan de verstikkende val van wetticisme. Eentje die geestelijk inspanning verwaarloost uit angst voor wetticisme. Voorganger Colin Smith merkt wijselijk op dat deze trend toeneemt bij jongere christenen en geeft deze waarschuwing: ‘Laat de angst voor wetticisme je niet beroven van de vrucht die een regelmatige wandel met God oplevert.’
In onze tegenstand tegen wetticisme (wat goed is) kunnen we snel doorschieten en de aan ons gegeven wegen van Gods genade negeren.
Wetticisme en discipline
Een aantal jaar geleden, toen mijn man en ik samen in een bijbelstudiegroep zaten met andere christelijke stellen, stelde een man voor dat we onszelf niet moesten dwingen om voor elke maaltijd te bidden. ‘Als we dat toch doen, zou dat dan geen wetticisme zijn?’ vroeg hij. ‘Als we ons niet dankbaar voelen op dat moment, zijn we dan niet hypocriet en wettisch als we bidden en God enkel uit gewoonte danken voor de maaltijd?’ Hoewel zijn redenering niet helemaal stand leek te houden, merkte ik toch dat ik erover ging nadenken. Een tijd lang probeerde ik deze methode: alleen bidden als ik me daartoe geroepen voelde. Ik moet erkennen dat dit alleen maar groeide in meer ondankbaarheid.
Toen ik nadacht over Colin Smiths waarschuwing begon ik me te realiseren wat een subtiele leugen dit is geworden in de levens van veel gelovigen. Uit angst om wettisch te zijn kunnen we onszelf beroven van de vrucht die een regelmatige wandel met God in geestelijke discipline oplevert, terwijl de apostel Paulus ons in 1 Korinthe 9:24-27 juist vertelt om deze manier van denken te weerstaan:
Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk wordt.
Het gevaar van het verwarren van wetticisme en door de Geest versterkte discipline is dat we juist de door God aangewezen middelen kunnen verliezen die cruciaal zijn voor onze voortdurende groei, heiliging, bescherming, en intimiteit met Christus. Dus, als we erover nadenken of onze persoonlijke discipline (of het gebrek daaraan) gebaseerd is op wetticisme of het evangelie, kunnen we onszelf de vraag stellen: ‘Streef ik ernaar om de wet na te leven in mijn eigen kracht, om Gods vergeving en gunst te verdienen, of streef ik ernaar in de kracht van de Heilige Geest, met het doel om op te groeien in Christus en meer van Hem te weerspiegelen?’
We hebben één leven, één race, één kans. Hoe we onze tijd doorbrengen weerspiegelt in grote mate waar we waarde aan hechten.
Wetticisme komt voort uit vertrouwen in onze eigen inspanningen en bekwaamheden, en brengt trots en eigengerechtigheid voort. Discipline daarentegen erkent dat wij reeds volledig door God aanvaard zijn door het geloof alleen, en dat we afhankelijk zijn van de kracht van de Heilige Geest en naar heiligheid streven; en ons moeten inspannen om heiligheid na te streven, wat vrijheid en vreugde voortbrengt naarmate wij groeien in godsvrucht. Een dergelijke discipline weerspiegelt een hart dat nu verstandig leeft in het licht van onze geborgenheid in Christus en de onvergankelijke beloning die komen gaat.
Zal het me helpen om te kunnen lopen?
Als tiener hoorde John Piper een preek over Hebreeën 12:1-2: ‘Laten ook wij, nu wij door zo’n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus.’ De prediker daagde hem uit om zijn race goed te lopen door niet alleen te vragen: ‘Is dit zonde?’ maar ook ‘helpt het mij om te rennen?’
Piper vervolgt:
Gaat het me in de weg staan als ik probeer om geduldiger te worden, om vriendelijker, aardiger, liefdevoller, heiliger, zuiverder te worden en met meer zelfbeheersing te leven? Gaat het me in de weg staan of zal het me helpen?’ Dat is de vraag die wij onszelf moeten stellen.
Verlang naar maximale gerechtigheid en doe het niet met het minimale af.
Als je deze mentaliteit hebt, zul je niet vragen: ‘Hoeveel zonden kan ik vermijden?’ maar ‘hoeveel gewicht kan ik afleggen zodat ik lichtvoetig ben in de race van de gerechtigheid?’
Vind je zijn woorden net zo overtuigend en motiverend als ik? Willen we leven met als doel om de zonde te vermijden of verlangen we ernaar om met een proactieve houding alles af te leggen dat ons tegenwerkt om goed te kunnen rennen? Dat vergt discipline! Als we toegerust willen zijn om de race te rennen dan moeten we ons voorbereiden.
Zelfs in seizoenen van droogte
Ik ben er zeker van dat de meesten van ons zullen toegeven dat op een of ander moment het bezig zijn met Gods Woord, het bidden of het gaan naar de kerk meer een plicht dan een genoegen is geweest. Maar lezen, mediteren, memoriseren, luisteren en het toepassen van Gods Woord is voedsel voor de ziel van een gelovige. Zonder deze disciplines zullen wij geneigd zijn van de waarheid af te dwalen en vatbaar zijn om meegesleurd te worden wanneer de stormen van het leven komen.
In feite zijn de tijden dat we het minst zin hebben om de Bijbel te lezen en in de kerk te zitten, typisch de tijden dat we het het meest nodig hebben. Als we deze disciplines verwaarlozen, zal dat meer doen dan ons afhouden van wetticisme; het zal ons afhouden van de leven-gevende waarheid, hoop en kracht die we allemaal zo ontzettend hard nodig hebben. We moeten ophouden excuses te verzinnen waarom we geen tijd hebben om de Schrift te lezen, te bestuderen en te overdenken. Hoewel onze gewoonten er anders uit zullen zien, afhankelijk van het seizoen van ons leven, moeten we creatieve manieren vinden om onszelf te voeden met Gods woord, vooral in deze seizoenen.
We hebben één leven, één race, één kans. Hoe we onze tijd doorbrengen weerspiegelt in grote mate waar we waarde aan hechten.
Het voorrecht van discipline
Wij hebben allemaal unieke gebieden die meer discipline vereisen dan andere. Zouden we het bijvoorbeeld wettisch vinden als een alcoholist de alcohol uit zijn huis zou weren? Is het wettisch als iemand die zich door zijn smartphone beheerst voelt, deze inruilt voor een minder luxe telefoon? Is het wettisch als een gezin ‘nee’ zegt tegen een sport waarvan de wedstrijden alleen op zondagmorgen worden gespeeld omdat de kerk meer prioriteit krijgt? Nee, dat is niet zo. Het creëert geestelijke disciplines en bescherming voor henzelf in gebieden waarvan zij weten dat ze kwetsbaar zijn.
Godvrezende discipline is niet wettisch. Integendeel, het is een gepaste en verstandige reactie van een uitverkoren, vergeven en verlost kind van God waar de Heilige Geest in woont.
Het zou voor ons allen goed zijn om wijsheid te zoeken door gebed, raad en Gods Woord om te zien of er gebieden in ons leven zijn die nieuwe gewoonten en disciplines nodig hebben. Met als doel alles af te leggen in ons leven wat ons niet helpt om goed te rennen.
Christen, als je uitkijkt naar het begin van een nieuw jaar, pas dan op dat je je schouders niet verzwaart door doelen en veranderingen na te streven uit schuldgevoel of uit zelfredzaamheid. Maar laten we ons ook niet laten verleiden tot levens zonder discipline. Na verloop van tijd zal goddelijke discipline, onder de vlag van het evangelie, minder gaan voelen als louter discipline en meer gaan voelen als wat het werkelijk is: een voorrecht.
Godvrezende discipline is niet wettisch. Integendeel, het is een gepaste en verstandige reactie van een uitverkoren, vergeven en verlost kind van God waar de Heilige Geest in woont.