Een paar weken geleden had ik een afspraak met een vriendin die gelooft dat, terwijl God dichterbij komt in onze beproevingen, mensen vaak lijden op manieren die God nooit zo heeft bedoeld. God reageert op ons lijden, maar veroorzaakt het nooit.
De calvinistische opvatting dat God al ons lijden heeft voorbestemd, vindt ze onmenselijk. Volgens haar gaat dit volledig tegen Gods liefdevolle karakter in – het is op z’n best kwetsend en op z’n slechtst wraakzuchtig. Persoonlijk kan ik het niet méér met haar oneens zijn.
De gereformeerde theologie heeft me een levengevende hoop gegeven na onuitsprekelijk verdriet. Ik begrijp dat het wreed klinkt om te zeggen dat God de dood van mijn zoontje heeft gewild. Maar geloven dat mijn zoon tegen Gods wil in stierf, is veel erger. Dat zou betekenen dat God de touwtjes niet in handen heeft, dat het kwaad uiteindelijk kan winnen en dat mijn toekomst onzeker is. Bovendien zou het betekenen dat de dood van mijn zoon toevallig was. Zinloos. Zonder doel.
Ik kan me echt geen scenario voorstellen wat nog deprimerender is. Als iemand die tegenspoed heeft doorstaan, is het mijn grootste troost te weten dat God soeverein is. Hij heeft al mijn beproevingen voorbestemd, en daarom heeft mijn lijden een doel.
Het laatste woord
Doel.
Dat ene woord verandert alles. Het troost me als pijn me omhult en duisternis mijn beste vriend is. God verblijdt Zich niet in mijn lijden, maar weent met mij zoals Hij dat in Johannes 11 deed. Maar Zijn tranen zijn niet het enige dat Hij me geeft. Hij geeft me hoop en zekerheid dat mijn lijden niet tevergeefs is. Net zoals Jezus met Maria huilde voordat hij Lazarus opwekte (Johannes 11: 32-35), huilt de Heere met mij mee, wetend dat Hij mij zal verlossen.
Het is geruststellend om te weten dat alles wat God zendt, het best mogelijke is voor mij. Niets kan Zijn plan laten ontsporen.
Zoals Joni Eareckson Tada zegt: ‘Elk verdriet dat we meemaken zal op een dag het best mogelijke ding blijken te zijn dat ons had kunnen overkomen. We zullen God in de hemel eindeloos danken voor de beproevingen die Hij ons hier gaf.’
Het is geruststellend om te weten dat alles wat God zendt, het best mogelijke is voor mij. Niets kan Zijn plan laten ontsporen. Geen zonde, geen ongeluk, geen leed. Satan heeft niet het laatste woord over mijn lijden. God wel. Hij heeft alles bepaalt en zal het allemaal gebruiken. Zoals we in het boek Job zien, reageert God niet op Satan’s agenda – alleen God heeft alles onder controle.
Gods goede hand
Deze kijk op lijden bracht mij tot Christus. Ik ben geboren in India en kreeg polio toen ik drie maanden oud was. Ik heb talloze operaties ondergaan en werd tijdens mijn hele schoolperiode gepest vanwege mijn handicap. Hierdoor bleef ik boos en verbitterd op God en twijfelde ik aan Zijn bestaan. Ik kon niet begrijpen hoe een liefdevolle God dit kon laten gebeuren.
Maar toen ik 16 was, opende ik de Bijbel bij Johannes 9 waar de discipelen zich afvroegen wiens zonde de toestand van de blinde man veroorzaakte. Jezus legde uit dat zijn blindheid niets met de zonde te maken had. Hij had dit leed toegedeeld gekregen zodat ‘de werken Gods in hem zouden worden getoond’ (Johannes 9: 3).
Ik was uit het veld geslagen. Net zoals God een doel had in het lijden van de blinde man, liet God me zien dat er ook een doel was voor mijn lijden. Beide waren ter ere van God. Mijn bitterheid verdween als sneeuw voor de zon toen ik me realiseerde dat de God van het universum ervoor had gekozen om Zijn glorie in mij te tonen.
Terwijl ik Gods doel wel zag in het feit dat ik polio had gekregen, geloofde ik niet dat al mijn beproevingen van Hem kwamen. Sommige beproevingen voelden alsof ze van Satan kwamen. Maar tientallen jaren later hoorde ik een preek van John Piper die mijn begrip van Gods hand in onze ellende radicaal herstelde.
Satan heeft niet het laatste woord over mijn lijden. Dat heeft God.
Hij citeerde Charles Spurgeon, die zijn hele leven worstelde met depressies en op 57-jarige leeftijd overleed aan jicht en de ziekte van Bright. Spurgeon zei: ‘Het zou een zeer pijnlijke en moeilijke ervaring voor me zijn om te denken dat ik leed moet dragen die niet bij God vandaan kwam, dat de bittere beker nooit werd gevuld door Zijn hand, dat mijn beproevingen nooit door Hem werden uitgemeten, en niet door Hem gestuurd en gekozen waren in hun gewicht en hoeveelheid.’
Ook jouw lijden
God weegt elk miniem detail van mijn lijden. Zonder Zijn wil zal er geen haar van mijn hoofd vallen. Die zekerheid ondersteunde me toen het post-poliosyndroom begon en ook toen mijn man bij me wegging. Terwijl mijn hart in beide gevallen brak, wist ik dat God het uiteindelijk zou gebruiken voor mijn bestwil en Zijn glorie.
Ik zal nooit helemaal precies weten wat God door mijn beproevingen doet, maar ik heb gezien dat Hij mijn karakter heeft gelouterd, me dichter bij Hem heeft gebracht en mij in staat heeft gesteld anderen te dienen en te helpen door wat ik heb meegemaakt. En het is mijn oprechte gebed dat door mijn lijden de werken van God in mijn leven worden getoond.
Mijn grootste vreugde is dat mijn lijden een doel heeft. Jouw lijden heeft dat ook. Aan God zij de glorie.