Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven. (Hebreeën 2:9)
Voor hen die Hij kwam redden
Gisteren heb ik met duizenden anderen meegelopen in een mars voor Jezus in de Twin Cities en met miljoenen anderen over de hele wereld. Toen ik vanaf de Nicollet Mall, Sixth Street insloeg zongen we “Crown Him With Many Crowns.” Ik was waarschijnlijk de enige die op dat moment aan de boodschap van vanmorgen dacht. De titel van de boodschap deze morgen is “Voor wie heeft Jezus de dood geproefd ?” Het tweede vers van “Crown Him With Many Crowns” gaat als volgt:
Kroon Hem de Heer van het leven,
Die overwon het graf.
Die steeg als overwinnaar in de strijd
Voor hen die Hij kwam redden.
Zijn glorie bezingen we nu,
Die stierf en hoog opsteeg.
Die stierf om het eeuwige leven te brengen,
En leeft zodat de dood kan sterven.
Hij overwon het graf en steeg als overwinnaar in de strijd voor hen die Hij kwam redden.
“Voor hen die Hij kwam redden.” Deze woorden lijken aan te geven dat de schrijver van dit lied gelooft dat Christus een plan had om echt een bepaalde groep mensen te redden door Zijn dood. Hij overwon het graf voor hen die Hij kwam redden. Het klinkt alsof Hij er een aantal kwam redden, en dat Hij voor hen het graf overwonnen heeft en dat Hij aan hen het eeuwige leven geeft.
Voor iedereen?
Dus mijn vraag deze morgen is: “Voor wie heeft Jezus de dood geproefd?” Stel deze vraag aan honderd evangelicale Christenen in Amerika en 95 zullen waarschijnlijk antwoorden: “Iedereen.” En er is iets gezonds aan dit antwoord — en iets ongezonds. Wat er gezond aan is, is dat het niet kliekig, elitair of sektarisch is. Het heeft een oog voor de wereld. Het wil dat anderen de vergeving van zonden genieten die de gelovigen genieten. Het is niet smal en beperkt in zijn genegenheid.
Het probeert de Bijbelse waarheid uit te drukken dat God de wereld zo lief had dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16). Het is gezond en goed om te geloven dat iedereen die gelooft — ongeacht ras, opleiding, intelligentie, sociale klasse of voormalige religie — iedereen die zijn vertrouwen op Jezus Christus stelt is gerechtvaardigd en aanvaard door God op basis van het vergoten bloed van Jezus. Het is gezond en goed om te geloven dat niemand kan zeggen: “Ik wilde echt gered worden door in Jezus te geloven, maar ik kan het niet omdat Hij niet voor mij gestorven is.” Niemand kan dat zeggen. Er is niemand die echt gelooft voor wie Jezus de dood niet geproefd heeft.
Er zijn genoeg redenen waarom dit antwoord (dat Jezus de dood voor iedereen geproefd heeft) een teken is van geestelijke gezondheid. Eén van de meest voor de hand liggende redenen vinden we hier in onze tekst, Hebreeën 2:9: Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven. Het antwoord wat 95% van de evangelicals zou geven is een gezond teken van het verlangen om te zeggen wat de Bijbel zegt.
Maar om te zeggen wat de Bijbel zegt en te bedoelen wat de Bijbel bedoelt betekent niet noodzakelijk hetzelfde. Dat is waarom ik zei dat er ook iets ongezonds was aan het beantwoorden van de vraag: “Voor wie heeft Jezus de dood geproefd?” door gewoon te zeggen: “iedereen.” Wat hier ongezond aan is, is niet in de eerste plaats dat het verkeerd is. Het hoeft niet verkeerd te zijn. Het hangt er vanaf wat je er mee bedoelt te zeggen. Wat ongezond is, is dat het te snel stopt met vragen wat Jezus werkelijk bereikte toen Hij stierf. Het gaat er vanuit dat we allemaal weten wat Hij bereikt heeft en dat Hij dit voor iedereen op dezelfde manier bereikte. Dit is ongezond, omdat het niet waar is. Ik denk dat de meesten van deze 95%, die zeggen dat Jezus voor iedereen gestorven is, het moeilijk zullen vinden om uit te leggen wat de dood van Jezus echt, werkelijk voor iedereen bereikte — vooral wat het bereikte voor hen die weigeren te geloven en naar de hel gaan.
Waarom is dan niet iedereen gered?
Met andere woorden: het is ongezond om te zeggen dat Jezus voor iedereen gestorven is en niet te weten wat Jezus werkelijk bereikte door te sterven. Stel dat je tegen mij zei: “Ik geloof dat Jezus voor iedereen gestorven is,” en ik antwoord: “waarom is dan niet iedereen gered?” Jouw antwoord zal waarschijnlijk zijn: “omdat je het geschenk van redding moet ontvangen; je moet in Christus geloven om Zijn dood voor jou te laten gelden.” Ik ben het met je eens maar dan zeg ik: “Dus je gelooft dat Christus voor hen die Hem afwijzen en naar de hel gaan op dezelfde manier gestorven is als voor hen die Hem accepteren en naar de hemel gaan?” Je zegt: “Ja, het verschil is het geloof van hen die naar de hemel gaan. Geloof verbindt je met de voordelen van de dood van Jezus.”
Er zijn hier meerdere problemen. Ik noem er slechts één. En ik sta hier bij stil omdat je, als dit is wat je gelooft, de diepte mist van de verbondsliefde voor jou in Christus, omdat je het ziet als dezelfde liefde als voor hen die Hem afwijzen. En je bent op een serieuze manier de ‘grote zaligheid aan het veronachtzamen’ wat we volgens Hebreeën 2:3 niet moeten doen. Er is een grootheid in het geliefd zijn met de Golgotha’ liefde, die je nooit zult kennen wanneer je van mening bent dat zij in de hel op dezelfde manier geliefd zijn als jij en er voor hen op dezelfde manier gestorven is als voor jou.
Het zou zijn alsof een vrouw er op stond dat haar man niet op een andere manier van haar hield en zichzelf opofferde als voor alle andere vrouwen in de wereld. Maar, zegt de apostel Paulus in Efeze 5:25-27: ‘Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.’
Dat is wat we bedoelen als we zeggen dat Christus stierf voor de gemeente, Zijn bruid. Met andere woorden, er is een kostbare en ondoorgrondelijke verbondsliefde tussen Christus en Zijn bruid die Hem bewoog om voor haar te sterven. De manier waarop Jezus voor Zijn bruid stierf is anders dan voor hen die verloren gaan.
Hier is het probleem wanneer je zegt dat Jezus voor iedereen op dezelfde manier is gestorven als voor Zijn bruid. Als Christus op dezelfde manier stierf voor de zonden van hen die uiteindelijk verloren gaan als voor hen die uiteindelijk gered worden, waar worden zij die verloren gaan dan voor gestraft? Werden hun zonden gedekt en geannuleerd door het bloed van Jezus of niet? Wij Christenen zeggen: “Christus stierf voor onze zonden” (1 Korinthe 15:3). En we bedoelen dat Zijn dood de schuld betaalde die deze zonden maakten. Zijn dood verwijderde de toorn van God van mij. Zijn dood hief de vloek van de wet voor mij op. Zijn dood kocht de hemel voor mij. Het bereikte deze dingen echt.
Maar wat zou het betekenen om van een ongelovige in de hel te zeggen dat Christus voor zijn zonden stierf? Zouden we zeggen dat zijn schuld van zijn zonden werd betaald. Zo ja, waarom betaalt hij weer in de hel? Zouden we zeggen dat de toorn van God van hem verwijderd was? Zo ja, waarom wordt de toorn van God uitgestort over hem als straf op de zonde? Zouden we zeggen dat de vloek van de wet werd opgeheven? Zo ja, waarom draagt hij die vloek in de poel van vuur?
Een mogelijk antwoord is dit: men zou kunnen zeggen dat de enige reden waarom mensen naar de hel gaan is vanwege de zonde van het verwerpen van Jezus, en niet om alle andere zonden in hun leven. Maar dat is niet waar. De Bijbel leert dat de toorn van God over de wereld komt, niet alleen vanwege de verwerping van Jezus, maar vanwege de vele zonden die niet vergeven zijn. In bijvoorbeeld Kolossenzen 3:5-6 verwijst Paulus naar ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht en zegt dan: ‘Door deze dingen komt de toorn van God.’ De mensen dus die Jezus echt verwerpen zullen gestraft worden voor specifieke zonden en niet alleen voor het verwerpen van Jezus.
Hoe heeft Jezus de dood geproefd voor iemand in de hel?
Dus terug naar het probleem: hoe proefde Christus de dood voor hun zonden? Wanneer ze nog steeds schuldig zijn door hun zonden en lijden onder de straf op de zonde, wat gebeurde er dan aan het kruis met hun zonden? Misschien zou iemand een analogie gebruiken. Je zou kunnen zeggen, Christus kocht hun ticket naar de hemel en bood hen die ticket vrij aan maar ze weigerden deze aan te nemen en dat is waarom ze naar de hel gingen. En je zou gedeeltelijk gelijk hebben: Christus biedt Zijn vergeving vrij aan iedereen, en iedereen die het ontvangt als de schat zal gered worden door de dood van Christus. Maar het probleem met deze analogie is dat de aankoop van de ticket naar de hemel in werkelijkheid een annulering is van de zonden. Maar wat we gezien hebben is dat degenen die de ticket weigeren gestraft worden voor hun zonden, niet voor het weigeren van de ticket. Dus welke zin heeft het om te zeggen dat hun zonden vergeven zijn? Hun zonde brengt hen naar de ondergang en houdt hen uit de hemel; dus hun zonden waren niet werkelijk vergeven aan het kruis, en dus was de ticket niet gekocht.
De ticket naar de hemel, die Jezus voor mij kocht door Zijn bloed, is het afwassen van mijn zonden, het bedenken van mijn zonden en het dragen van mijn zonden in Zijn eigen lichaam, zodat ze me nooit naar de ondergang kunnen voeren — ze kunnen nooit meer tegen me gebruikt kunnen worden — nooit. Dat is wat er gebeurde toen Hij voor mij stierf. Hebreeën 10:14 zegt: “Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.” Tot in eeuwigheid volmaakt voor God door het offer van Zijn leven! Dat is wat het betekent dat Hij stierf voor mij. Hebreeën 9:28 zegt: “Zo [was] ook Christus, eenmaal geofferd om de zonden van velen weg te dragen.” Hij droeg mijn zonden. Hij droeg ze werkelijk (zie Jesaja 53:4-6). Hij heeft er echt voor geleden. Ze kunnen en zullen mij niet overvallen in het oordeel.
Als je dan tegen mij zegt dat Christus aan het kruis slechts voor mij bereikte wat Hij bereikte voor hen die in de hel lijden voor hun zonden, dan heb je de dood van Christus ontdaan van de werkelijke effectieve verwezenlijking voor mij, en wat houd ik dan over? — een verzoening die zijn kostbare verzekerende macht, dat mijn zonden echt zijn gedekt, de vloek werkelijk is opgeheven en de toorn van God werkelijk verwijderd is, heeft verloren. Dan betaal je een hoge prijs om te zeggen dat Christus de dood voor allen op dezelfde manier geproefd heeft.
Ik denk niet dat de Bijbel ons gebiedt, of ons werkelijk laat zeggen dat Christus voor iedereen op dezelfde manier gestorven is. En de context van Hebreeën 2:9 is een goede plek om te laten zien dat het sterven van Christus een speciaal plan of doel had voor Gods uitverkoren volk, wat het niet had voor anderen.
Wat betekent “allen”?
Aan het einde van vers 9 zegt de schrijver: “Opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven.” De vraag is hier of “allen” hier verwijst naar ieder mens zonder onderscheid of dat het verwijst naar iedereen binnen een bepaalde groep. Wanneer ik tijdens een personeelslunch vraag: “Is iedereen aanwezig?” bedoel ik niet iedereen in de wereld. Ik bedoel iedereen van de groep die ik in gedachten heb. Wat is de groep die de schrijver in gedachten heeft: de hele mensheid zonder onderscheid, of een andere groep?
Laten we deze vraag beantwoorden als we zijn gedachten volgen in de volgende verzen. Vers 10 is de ondersteuning voor vers 9: Christus proefde de dood voor iedereen “Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun zaligheid door lijden zou heiligen.” Met andere woorden, onmiddellijk nadat hij zegt dat Christus door de genade van God de dood voor iedereen proefde, legt de schrijver uit dat Gods plan in dit lijden was “om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen” Dus vers 9 en 10 gaan samen als: Christus proefde de dood voor iedereen, want het leek God passend dat de manier waarop Hij Zijn kinderen tot heerlijkheid zou brengen was door het lijden en sterven van Christus.
Dit betekent dat de “allen” in vers 9 waarschijnlijk verwijst naar elk kind dat tot heerlijkheid gebracht wordt in vers 10. Met andere woorden was het Gods plan — het streven en doel van God — om Christus te zenden en te sterven om in het bijzonder Zijn kinderen uit de zonde, de dood en de hel te leiden tot de heerlijkheid. Hij had een speciaal oog op zijn uitverkoren kinderen. Het is precies wat het evangelie van Johannes zegt in 11:52 — dat Jezus zou sterven “om de kinderen van God die overal verspreid zijn bijeen te brengen” Deze kinderen van God zijn de “kinderen” die God tot de heerlijkheid brengt door de dood van Christus in Hebreeën 2:10.
Dit kun je ook in de volgende verzen zien. Vers 11 en 12:
‘Immers, zowel Hij Die heiligt als zij die geheiligd worden, zijn allen uit één. Daarom schaamt Hij Zich er niet voor hen broeders te noemen, 12 want Hij zegt [in Psalm 22:22]: Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders verkondigen; te midden van de gemeente zal Ik U lofzingen.’
Met andere woorden, de kinderen die God tot heerlijkheid brengt door de dood van Christus worden nu broeders van Christus genoemd. Het was voor elk van deze dat Christus de dood proefde.
Vers 13 gaat verder en noemt hen niet alleen broeders maar in een ander opzicht kinderen van God: En verder: Ik zal Mijn vertrouwen op Hem stellen. [Christus eigen belijdenis van het geloof in Zijn Vader samen met Zijn broeders] En vervolgens: Zie, Ik en de kinderen die God Mij gegeven heeft.’
Let op dat de kinderen die tot heerlijkheid gebracht worden door de dood van Christus nu kinderen genoemd worden die God aan Christus gegeven heeft. Ze worden niet zomaar kinderen van God door voor Christus te kiezen. God legt Zijn genade op hen en brengt hen tot Christus — Hij geeft ze aan Christus. En voor ieder van deze proefde Hij de dood en bracht hen tot heerlijkheid. Dit is precies de manier waarop Jezus sprak over Zijn eigen discipelen in het gebed in Johannes 17:6: ‘Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt.’ Dus het beeld wat we hebben is een uitverkoren volk wat de Vader vrij en genadig aan Zijn Zoon geeft als Zijn kinderen.
Merk nu op hoe de verzen 14 en 15 het doel van Christus’ menswording en dood verbindt met deze gekozen groep kinderen. ‘Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn [in andere woorden, omdat deze die de Vader aan de Zoon gegeven heeft een menselijke natuur hebben], heeft Hij eveneens daaraan deel gehad [de menselijke natuur] om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren [namelijk, elk van deze kinderen en broeders die God Hem gegeven had om hen door Zijn dood tot heerlijkheid te brengen].
De reden die hier dus gegeven is voor de menswording en de dood van Jezus (in vers 14) is dat de “kinderen” delen in vlees en bloed. Dat is de reden waarom Jezus deel had aan die menselijke natuur. En deze “kinderen” zijn volgens vers 13 niet de mensen in het algemeen maar de kinderen van God die Hij aan Jezus gegeven heeft. En zo is het hele plan en het doel van de menswording en de dood van Jezus om de kinderen en broeders die God aan Jezus gaf tot heerlijkheid te brengen.
Je geloof werd gekocht door de dood van Christus
Hier stop ik in onze tekst, al konden we op dezelfde manier door de rest van het hoofdstuk gaan en zal het blijken dat het doel van God dat Hij Jezus zond en dat Hij stierf was om iets definitief voor Zijn broeders, Zijn kinderen, degenen die God Hem gegeven had uit de wereld, te bereiken. Maar ik zal stoppen en toepasselijk afsluiten.
Ik ben niet het minst geïnteresseerd in het achterhouden van de oneindige waarde van de dood van Christus voor iedereen. Laat het bekend en duidelijk gehoord worden: Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft — ik zeg het nog een keer: opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Christus stierf opdat iedereen (in deze ruimte vanmorgen) gelooft en niet verloren zal gaan maar zal leven.
En wanneer je gelooft zoals je hoort te geloven, zul je ontdekken dat je geloof — net als alle andere geestelijke zegeningen — gekocht is met de dood van Christus. De zonde van ongeloof was in jouw geval gedekt door het bloed, en daarom was de kracht van Gods genade vrijgegeven door het kruis om jouw rebellie te onderwerpen en je tot de Zoon te brengen. Je maakt het kruis niet effectief in je leven door het geloof. Het kruis werd effectief in je leven doordat het jouw geloof kocht.
Verheug je hier dus in, Christen. Verheug je dat je zonden werkelijk gedekt zijn toen Jezus de dood voor jou proefde. Verheug je dat je schuld werkelijke betaald is toen Jezus de dood voor jou proefde. Verheug je dat de vloek van de wet werkelijk is opgeheven, dat de toorn van God werkelijk is verwijderd en dat het kostbare geloof wat je verenigt met deze schatten in Christus een geschenk is wat gekocht is met het bloed van Christus.
Christus proefde de dood voor iedereen die gelooft. Want het geloof van iedereen die gelooft werd gekocht met de dood van Christus.
Voor verdere reflectie:
‘Want daarvoor spannen wij ons ook in en worden wij gesmaad, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen.’ (1 Timotheüs 4:10)
‘Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.’ (Efeze 5:25-27)
‘Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.’ (Titus 2:14)
‘Zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen.’ (Johannes 10:15)
‘En niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen.’ (Johannes 11:52)
‘Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen. (…) Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn van U. (…) En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid.’ (Johannes 17:6, 9, 19)
‘Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.’ (Handelingen 20:28)
‘En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde, Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.’ (Openbaring 1:5)
‘Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb.’ (Openbaring 3:9)
‘En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.’ (Openbaring 5:9)
‘En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?’ (Romeinen 8:28-32)
‘En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld.’ (1 Johannes 2:2 vergelijk met Johannes 11:52)
‘En niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen.’ (Johannes 11:52)
‘Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf.’ (2 Petrus 2:1)