Er waren duizenden, nee, zelfs miljoenen mensen op de been. Overal op straat zag het zwart van de mensen. Er heerste een vrolijke, maar ook ietwat gespannen sfeer. Mensen keken op hun horloge en stonden druk te discussiëren over het hoe, wat en wanneer van Zijn komst.
Het ging allemaal heel anders dan anders vandaag. De rood-wit-blauwe tenues waren ingewisseld voor helder witte klederen. De muziekkorpsen waren uitgebreid met tientallen andere instrumenten. Ook de liedkeuze was veranderd; geen Wilhelmus dit keer. Nergens klonken sirenes en geen enkele horecaondernemer had zijn zaak geopend. Iedereen wilde er zelf bij zijn.
Plotseling verstomde het lawaai van de pratende mensen. Mensen keken elkaar aan, vervolgens draaiden alle nekken dezelfde kant op. Toen werd het doodstil. Iedereen hield zijn adem in.
Een zware mannenstem verbrak de stilte. ‘Leve de Koning, leve de Koning’, bulderde hij. Een daverend gejuich steeg op. Terwijl uit de miljoenen kelen een onafgebroken ‘Leve de Koning’ klonk, zetten de muzikanten een lied in. Weldra viel de menigte bij. Honderdduizenden kelen vormden een eenstemmig koor. ‘Hij komt, Hij komt om d’ aard te richten, de wereld in gerechtigheid!’
En inderdaad. Daar kwam Hij. Omgeven door stralend wit licht. Het was een oogverblindende verschijning. Onbeschrijflijk.
Huh, wat? Oh, sorry. Ik zat te dromen. Te dromen over Koningsdag. Je dacht waarschijnlijk al: waar heeft die jongen het over? En, zo dacht je waarschijnlijk: ‘Wie is die Vorst, zo groot in kracht?’ De denkbeeldige toeschouwers zouden je allemaal hetzelfde antwoord geven: ’t Is ’t Hoofd van ’s hemels legermacht; Hem eren wij met lofgezangen.’ Een droom over de Koningsdag van en voor Jezus Christus. Droom jij er ook wel eens van?
Goed, het is nog niet zo ver. Het blijft voorlopig nog even bij dromen. Dromen en verwachten. Hopen en bidden. Bijvoorbeeld met woorden van Paul Baloche:
‘King of Heaven, come down,
King of Heaven, come now.
Let Your glory reign,
shining like the day;
King of Heaven, come!’
Oftewel: ‘Maranatha!’