22 maart 2022

Kuddedier

Ik ben een kuddedier.

De wereld liep met gescheurde broeken. Dus ik ook. Cool, toch?

Nou niet dus. Een bezorgde omstander vroeg of dit nu wel echt predikantskleding was. Een ander beoordeelde mijn nieuwe kledingstuk als ‘onchristelijk’. En weer een ander probeerde haar modieuze emoties te onderbouwen met een woord uit de Schrift. ‘Kijk Ger’, zo begon ze haar appje. ‘Ik zat gisteravond in Spreuken 23 te lezen en toen viel mijn oog op een opmerkelijk vers.’ Ze stuurde een fotootje mee van de betreffende tekst: ‘Want een dronkaard en wie zich te buiten gaat, zullen arm worden, en een roes doet verscheurde kleren dragen.’ Triomfantelijk voegde ze er aan toe: ‘Tsjaa, de Bijbel blijft heel actueel, zeggen we dan maar.’ Lang leve de vrije exegese.

Verscheurde kleren. Het is een motief dat niet slechts in Spreuken 23 terug te vinden is. Het komt vaker in de Bijbel voor. Ik denk aan David, die te horen krijgt dat z’n beste vriend en diens vader overleden zijn in de strijd, en die vervolgens zijn kleren scheurt van verdriet (2 Samuel 1:11). Ik denk aan Hizkia, die zodra hij een intimiderende boodschap krijgt van de vijand, zijn kleren scheurt en een rouwgewaad aantrekt (Jesaja 37:1). Ik denk aan de hogepriester, die zó verontwaardigd is over de woorden van Jezus, dat hij zijn kleren scheurt van woede (Mattheüs 26:65).

Je kleren scheuren. Het was een teken van heftige emotie: schrik, verdriet, verontwaardiging. Herken je het?

Nee, uiteraard bedoel ik niet of je letterlijk wel eens je kleren hebt gescheurd. Ik bedoel meer of je de gesymboliseerde emoties herkent. Bijvoorbeeld zondag tijdens de preek. Schrik je daar wel eens? Ben je wel eens verdrietig of verontwaardigd over de boodschap van de dominee? Verbazend eigenlijk, dat we preken, waarin het voornamelijk over onze zonden en ongerechtigheid gaat, kunnen beoordelen als ‘een mooie preek’…

Ja, het gaat zelfs nog verder. Ons gereformeerde receptenboek schrijft voor dat ingrediënten als zonden, ongerechtigheid en oordeel vaste onderdelen van iedere preek moeten zijn. Als die ingrediënten ontbreken, dan ‘missen we toch wel het een en ander’. En hoewel ik dat recept begrijp, lijkt het wel alsof we heel graag horen hoe zondig we wel niet zijn.

Echter, is die zondeboodschap niet juist iets wat ons diep moet steken? Moet de preek ons zo nu en dan niet verschrikt, verdrietig, verontwaardigd laten sidderen in onze kerkbank? ‘Mooie preek? Niks daarvan! Het was verschrikkelijk! Ik hoorde Gods oordeel over mijn leven: ‘De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één’ (Psalm 14:2-3). Alsjeblieft!

Ben jij wel eens verschrikt, verdrietig of verontwaardigd geraakt over het woord dat de Bijbel over je spreekt? Misschien ben je zelfs boos geworden. Of verslagen. Verscheurd. ‘Heere, ben ik écht zo? Ik kan en wil dat niet geloven.’

Maar met die emoties, met die figuurlijk gescheurde kleren, mogen we vluchten tot Jezus. Tot Hem, Wiens kleren verdeeld werden, toen Hij hing aan het kruis. Tot Hem, Die heeft gesproken: ‘Ik ben de Goede Herder.’

En ja, wie die herderlijke stem hoort en herkent, die stemt in:

Ik ben een kuddedier.

Meer toerusting