Wat is de theologie die zegt: Let it go, let God (Laat het los, laat God het doen)? Het wordt ook wel de Keswicktheologie genoemd en is één van de belangrijkste kenmerken van de second blessing-theologie. Het veronderstelt dat christenen twee ‘zegeningen’ ontvangen. De eerste zegen is het gered worden, de tweede is het werkelijk ernstig of toegewijd worden. Dit is een ontzettend grote verandering: van een verslagen leven naar een overwinnend leven; van een lager naar een hoger leven; van een oppervlakkig naar een dieper leven; van een vruchteloos naar een meer overvloeiend leven; van ‘vleselijk’ naar ‘geestelijk’; en Jezus is niet slechts je Verlosser, maar nu ook je Heer. Mensen ervaren deze tweede zegen door overgave en geloof: “Laat het los en laat God het doen!”
De Keswicktheologie komt van de vroegere Keswickbeweging. Keswick is een stadje in het pittoreske Lake District, wat in het noordwesten van Engeland ligt. Al sinds 1875 wordt er in jaarlijks in juli een conferentieweek georganiseerd: de Keswick Convention. De eerste generatie van deze beweging (zo ongeveer 1875-1920) belichaamt wat we nog steeds de Keswicktheologie noemen.
Tot de mensen die invloed uitoefenden op de Keswicktheologie behoren John Wesley, Charles Finney en Hannah Whitall Smith. Enkele belangrijke voorstanders ervan zijn Evan H. Hopkins (een theoloog die aan de basis van Keswick stond), H. Moule (Keswicks wetenschapper en beste theoloog), F.B. Meyer (internationaal ambassadeur van Keswick), Andrey Murray (meest bekende meditatieve schrijver van Keswick), J. Hudson Taylor en Amy Carmichael (meest bekende zendelingen van Keswick), Frances Havergal (liedschrijver van Keswick), en W.H. Griffith Thomas en Robert C. McQuilkin (leiders van de beweging van het overwinningsleven). Enkele mensen die beïnvloed werden door de Keswicktheologie zijn leiders van de Christian and Missionary Alliance (A.B. Simpson), het Moody Bible Institute (D.L. Moody en R.A. Torrey) en het Dallas Seminary (Lewis Chafer en Charles Ryrie).
Na 1920 begon de visie op heiligmaking bij de Keswick Convention af te wijken van de visie waar de vroege leiders van de conventie voor stonden. William Scroggie (1877-1958) stond aan het hoofd van die transformatie en bracht de visie op heiligmaking dichter bij de reformatorische visie. De officiële Keswick Convention die nu de jaarlijkse Keswickconferenties organiseert, heeft een reformatorische visie op heiligmaking en nodigt sprekers uit die in hun belijden daarbij passen.
De Keswicktheologie is overtuigend omdat talloze mensen haar op allerlei verschillende manieren uitgedragen hebben, vooral in preken en meditatieve artikelen. Het spreekt aan omdat christenen worstelen met zonde en die willen overwinnen. De Keswicktheologie biedt een snelle oplossing en haar kortere weg naar de overwinning kan aantrekkelijk zijn voor iemand die oprecht verlangt naar heiligheid.
De Keswicktheologie is Bijbels gezien echter niet correct, om onder andere de volgende redenen.
Onderscheid: Het creëert twee soorten christenen. Dit is de spil van deze theologie, het fundamentele punt.
Perfectionisme: Het geeft een oppervlakkig en incompleet beeld van de zonde in het christenleven.
Lijdzaamheid: Het heeft de neiging passiviteit te benadrukken in plaats van activiteit.
Pelagianisme: Het heeft de neiging de vrije wil van een christen af te schilderen als autonoom in het proces van heiligmaking.
Methodiek: Het heeft de neiging op een bijgelovige manier met bepaalde Bijbelteksten om te gaan om tot directe heiligmaking te komen.
Onmogelijkheid: Het eindigt veelal in desillusie en frustratie vanwege datgene wat niet lukt.
Verwarring: Het heeft de neiging persoonlijke ervaringen verkeerd te interpreteren.
Je weet dat iemand door de Keswicktheologie is beïnvloed wanneer zijn ‘getuigenis’ ongeveer als volgt klinkt: “Ik werd gered toen ik acht jaar oud was en ik kwam tot overgave aan Christus toen ik zeventien was.” Met ‘gered’ bedoelen ze dat Jezus hun Verlosser werd en zij een christen. Met ‘overgave’ bedoelen ze dat ze Jezus als hun Heer de volledige controle over hun leven gaven, zich aan Hem onderwierpen om alles te doen wat Hij wilde dat ze doen zouden, en zichzelf aan Hem ‘toewijdden’ door overgave en geloof. Die tweevoudige visie op het christenleven kan worden beschreven als Let go and let God, ofwel een ‘Laat het los en laat God het doen’-theologie.
Het is prijzenswaardig dat de Keswick Convention nadruk legde op persoonlijke heiliging en een erfenis naliet van christelijk dienstbetoon, maar een heilig en vruchtbaar leven onderscheidt de Keswicktheologie op geen enkele manier van andere opvattingen. Elk van de grote stromingen aangaande heiligmaking heeft aanhangers die voorbeeldige, inspirerende christenen zijn. Dat je het oneens bent met een bepaalde visie op heiligmaking betekent beslist niet dat je daarmee vraagtekens zet bij de toewijding aan Christus van de mensen die dat standpunt innemen.
We moeten onze visie op heiligmaking nooit laten bepalen door te kijken wie volgens ons de meest heilige christenen zijn en vervolgens te onderzoeken tot welke stroming de meesten van hen behoorden. De Heilige Schrift, het Woord alleen moet onze visie op heiligmaking te bepalen.
Zoals John Murray zegt: “De zaak van de waarheid en die van de liefde worden niet bevorderd door het onderdrukken van gerechtvaardigde kritiek.” Op constructieve wijze een foutieve visie op heiligmaking bekritiseren kan de zaak van waarheid en liefde juist bevorderen.
<sub> bron: http://www.ligonier.org/learn/articles/why-let-go-and-let-god-bad-idea/