De burcht van Erbil in Noord-Irak ligt midden in het centrum van de stad. Het is een UNESCO plaats vol met oude geschiedenis. ‘De oudste ononderbroken levende gemeenschap op de planeet,’ staat er op het bordje boven de poort.
Op een dag kwamen vrienden ons bezoeken in Irak en we namen ze mee naar de burcht. We liepen naar het Gemstone Museum en daarna naar de museumwinkel. De eigenaar kwam op me af met een paar kristallen in zijn hand. Na een beleefde woordenwisseling zei hij tegen mij: ‘Veel Europeanen denken dat je innerlijke vrede kunt bereiken als je deze kristallen tegen je borst houdt.’ Vol verwachting reikte hij de kristallen aan.
Hij leek te denken dat ik een van die eigenaardige Europeanen was die zulke onzin zou kunnen geloven. Ik wist dat hij me iets probeerde aan te smeren, dus ik onderzocht de kristallen en zei dat ze mooi waren. Toen rolde ik met mijn ogen en zei: ‘Ik denk niet dat je innerlijke rust krijgt van een steen.’ Hij rolde ook met zijn ogen en we glimlachten allebei. Het was duidelijk dat we het eens waren over stenen en innerlijke vrede.
En dat was het.
Gemiste kansen
Het drong pas later tot me door hoe erg ik het had verpest! Als je dit leest, ben je me al ver voor. Je hebt al gedacht aan de dingen die ik had kunnen zeggen, had moeten zeggen. ‘Mag ik je vertellen waar ik rust vind?’ Of: ‘Hé, ik ken een steen die wel vrede brengt. Weet je hoe de Bijbel Jezus noemt?’ Of: ‘Ik weet nog dat ik geen vrede kende, maar heb ik dat wel.’ Je kunt nog meer dingen bedenken die ik had kunnen zeggen.
Maar ik zei niets. Ik nam genoegen met een glimlach, een grapje en ik vertrok.
Waarom ben ik zo langzaam wat betreft evangelisatie? Waarom ben ik zo goed in het achteraf bedenken wat ik had moeten zeggen? Daar zijn eigenlijk veel redenen voor. Maar voordat ik antwoord geef, laat me wat gedachten delen die het resultaat zijn van het jarenlang herhalen van dezelfde fouten.
Het is niet echt evangelisatie
Ten eerste: wat is evangelisatie eigenlijk? Ik schaam me om te zeggen dat het me dertig jaar heeft gekost om tot een goede definitie te komen:
Evangelisatie is het prediken of onderwijzen van de boodschap van het evangelie met het doel om te overtuigen of bekeren.
Let op de vier aspecten van deze definitie. Ten eerste is het niet echt evangelisatie als je het evangelie niet verkondigt door het uit te leggen, te onderwijzen, te prediken of op een andere manier onder woorden te brengen. Dat is omdat je, wanneer je alleen maar bezig bent met het doen van goede daden zonder de boodschap onder woorden te brengen, enkel bezig bent met jezelf te verhogen – en niet Jezus.
Ten tweede is het niet echt evangelisatie als je het niet hebt over de boodschap van het evangelie. Wat is het evangelie? Het evangelie is de boodschap van God Die ons naar redding leidt. Deze evangelieboodschap beantwoordt drie grote vragen: Wie is God? Wie ben ik voor Hem? En welke invloed heeft het leven en de uitspraken van Jezus op mijn leven?
Onze terughoudendheid om te evangeliseren komt meestal neer op één ding en dat is angst.
Ten derde is het niet echt evangelisatie als het niet het juiste doel voor ogen heeft. Het is niet alleen informatieoverdracht – een evangelie-kopie van de ene harde schijf naar de andere. Evangelisatie gebeurt bewust en is doelgericht. We zijn altijd bereid om een reden te geven van de hoop die in ons is (1 Petrus 3:15), omdat we willen dat deze persoon dezelfde hoop krijgt die in ons is.
Ten vierde is het niet echt evangelisatie als het doel ervan niet is om te overtuigen of te bekeren. Zoals Paulus in 2 Korinthe 5:11 zegt ‘bewegen wij de mensen tot het geloof’.
Zonder deze vier dingen zijn we niet echt aan het evangeliseren. Ik zeg niet dat je slecht of onchristelijk bent als je sommige aspecten nalaat; je doet waarschijnlijk geweldige, behulpzame dingen. Het is alleen geen evangelisatie.
Bewezen manieren om angst te overwinnen
Dus waarom ben ik zo langzaam om te spreken, lijk ik een lamme tong te hebben als het gaat om evangelisatie? Waarom ben ik zo’n lafaard? Angst. We zijn bang voor afwijzing. We zijn bang om dom over te komen, omdat we niet weten wat we moeten zeggen. We zijn bang om andere mensen een ongemakkelijk gevoel te geven. In het Midden-Oosten ben ik soms bang om naar de gevangenis te gaan – of erger.
De meesten van jullie die dit lezen maken zich geen zorgen over de gevangenis (nog niet tenminste), dus laten we dat voor het moment van tafel halen. En trouwens, het is ook nog eens zo dat ik het Koerdische volk in Noord-Irak de meest innemende, geboeide en bereidwillige mensen van de wereld vind om mee over geestelijke zaken te praten – waardoor het me nog meer frustreert dat ik mijn kans met de winkeleigenaar liet lopen. Onze terughoudendheid om te evangeliseren komt meestal neer op één ding en dat is angst – in het bijzonder wat de Bijbel onze ‘mensenvrees’ noemt (Spreuken 29:25).
Als jij, net als ik, moeite hebt om over Christus te spreken wanneer de gelegenheid zich voordoet, dan zijn hier drie manieren waarop ik heb geleerd om mijn angst voor mensen te bestrijden.
1. Dood het gewoon
Als je een schorpioen in de slaapkamer van je kind vindt, stel je het probleem niet uit tot de volgende dag. Je doodt het direct en met overgave. Dood je angst voor mensen zoals je een schorpioen zou doden.
De manier om onze mensenvrees te doden is door meer van God te gaan houden – om zoveel van Jezus te houden en wat Hij voor ons heeft gedaan dat we overal en altijd voor Hem zullen leven. Dit is de manier om onze angst voor mensen te doden. Evangelisatie gebeurt op de meest natuurlijke manier, niet wanneer we onszelf hebben opgepept met motiverende preken over evangelisatie, maar wanneer we zo verliefd zijn geworden op Jezus dat het evangelie uit ons stroomt. Omdat we zo graag praten over degenen van wie we houden.
2. Sterf aan perfectionisme
Evangelisatie zullen wij nooit volledig gevormd en perfect kunnen uitoefenen. Het is gevoelige communicatie over diepe dingen, met enorme vertakkingen voor het leven van de mensen waar we mee spreken. Het vergt inspanning, oefening en planning. Zelfs na inspanning, oefening en planning is het niet perfect. Negenennegentig procent van de tijd dat ik mijn geloof deel bedenk ik achteraf dingen die niets meer dan flaters, mislukkingen en gewoon ongemakkelijke fouten waren.
Maar onhandig is beter dan zwijgen (het is ook beter dan glad en ingeblikt). Ik verheug me enorm over het feit dat God tevreden is met de gênante momenten waarin we vertellen wat Hij voor ons betekent.
Prijs God dat Hij met een kromme stok recht slaat als het gaat om evangelisatie.
Trouwens, hoeveel mensen zijn er wel niet tot geloof gekomen door een of andere gekke en gênante evangelisatie-poging? Prijs God dat Hij met een kromme stok recht slaat als het gaat om evangelisatie. Hij neemt onze inspanningen om ons geloof te delen in Zijn handen en gebruikt ze om de eeuwigheid van anderen te veranderen.
3. Deel het evangelie als een gezin
Er was een tijd dat ik dacht dat het een laffe uitvlucht was om mensen mee naar de kerk te nemen. ‘Echte evangelisten hebben de kerk niet nodig’, dacht ik. Ik denk dat niet meer. Als de kerk doet wat de kerk zou moeten doen – het Woord prediken, van elkaar houden, eenheid in de Geest nastreven, onze vreugde in God verdiepen, voor alles het evangelie als basis nemen – dan is die familie de krachtigste getuige die we hebben.
Breng je vrienden naar de kerk. Praat met hen over de preek als de dienst voorbij is. Of spreek de mensen aan die naar de kerk zijn gekomen met het doel om te zien waar ze staan wat betreft Jezus.
Wanneer we alle angsten overwinnen die we tegenkomen in evangelisatie – de dodelijke angst voor mensen verslaan, sterven aan onze faalangsten en beginnen met het uitnodigen van mensen naar onze kerken – liggen er diepe vreugden aan de andere kant van de ongemakkelijke gesprekken waar we vaak zo bang voor zijn.