Soms vragen wij ons af waarom God niet ingrijpt. Er gebeurt zoveel kwaad in deze wereld. Waarom lijden er zoveel onschuldige mensen? Deze vraag wordt al zo lang gesteld dat de kwestie een eigen naam heeft gekregen; we noemen dit ‘het probleem van het lijden’.
Velen zeggen dat ze niet in God kunnen geloven omdat er zoveel ellende is in deze wereld. Als er een God zou zijn die zowel liefdevol als almachtig is, dan zou dit allemaal niet gebeuren. Dan zou Hij er toch onmiddellijk wat aan kunnen doen en het voortaan kunnen voorkomen?
Geen alles verklarend antwoord
Het is en blijft een moeilijke vraag. We kunnen geen makkelijk antwoord geven op dit vraagstuk en het daarmee als beantwoord beschouwen. In de Bijbel komen we ook het verhaal van Job tegen. Hij worstelt lange tijd met soortgelijke vragen. Zijn vrienden denken dat ze het wel kunnen verklaren: Job krijgt zijn verdiende loon. Maar uiteindelijk moeten ze zwijgen en beseffen ze dat ze voor hun beurt gesproken hebben. Job was een rechtvaardig man.
Als God uiteindelijk tot Job spreekt, dan geeft zelfs Hij Job niet een sluitend, passend, alles verklarend antwoord op de vraag waarom al dit lijden over hem heen is gekomen. Wat de Heere God hem vooral laat zien is dat er nog veel meer mysteriën in dit leven zijn die wij als mensen niet kunnen doorgronden. Hij alleen is God en Degene die weet waarom dingen zijn zoals ze zijn.
Wat we in ieder geval zeker weten, is dat God niet verantwoordelijk is voor het kwaad en de zonde in deze wereld. Mensen doen veel kwaad, maar God niet. Hij is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Hij is in niet de auteur van het kwaad. Er is ook nog een duivel, er zijn kwade machten en boze geesten en mensen zijn verantwoordelijk voor de ergste vormen van kwaad in deze wereld.
Hij leed aan het kwaad
In reactie op de zonde van de mens heeft God Zijn Zoon gezonden naar deze wereld. Soms zeggen mensen dat God niets doet. Maar Hij heeft zeker wel iets gedaan. God werd mens in Zijn Zoon, de Heere Jezus. Als mens zijnde heeft Hij geleden als geen ander. Het is zowel indrukwekkend als vertroostend als we kijken naar het lijden van Christus. Hij deed geen kwaad, maar Hij leed aan het kwaad, aan allerlei soorten kwaad.
1. Lichamelijk geweld
Jezus werd gegeseld, zijn rug werd met een harde leren zweep opengeslagen. Ze spuwden Hem in Zijn gezicht, pakten een rietstok en sloegen hem daarmee op Zijn hoofd. Met vuisten werd Hij in Zijn gezicht geslagen.
Denk eens aan alle vreselijke vormen van lichamelijk geweld: mannen die hun vrouw mishandelen, ouders die hun kinderen mishandelen, inbrekers die geweld plegen, mensen die gemarteld worden in allerlei oorlogssituaties. Elke avond komt er op het journaal zo veel geweld langs.
2. Gevangenneming
Zij namen hem gevangen, sloegen hem in de boeien en voerden hem mee. Hij kon niet meer gaan en staan waar Hij wilde. Van Zijn vrijheid werd Hij beroofd.
Denk aan alle mensen die onschuldig gevangen zitten vanwege hun geloof of politieke overtuiging. Mensen worden ontvoerd, afgevoerd, meegesleurd uit hun huizen. Denk aan alle mannen, vrouwen en kinderen die in slavernij leven, ook vandaag de dag.
3. Ontkleding
Zij namen Hem Zijn kleren af. ‘Toen zij Hem ontkleed hadden’ staat er geschreven. Daar stond Hij dan. De Zoon van God. Degene door Wie alle dingen geschapen zijn en in Wie alle dingen hun bestaan hebben. Hij die het Leven Zelf is. Alles en iedereen is van Hem afhankelijk. Hij stond naakt te kijk voor een extreem vijandige meute.
Denk aan vrouwen die zich in concentratiekampen moesten uitkleden voor het oog van SS-officieren. Denk aan vrouwen die ontkleed worden om begeerd of genomen te worden door wellustige mannen. Denk aan alle meisjes en vrouwen die in de seksindustrie stelselmatig onteerd worden. Denk aan gevangenen die tegen hun wil ontkleed worden of mensen die verkracht worden.
4. Bespotting en lastering
Ze maakten Hem belachelijk als zogenaamde koning. Zij lasterden Hem, wat wil zeggen dat zij leugens over Hem verspreidden. ‘Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij dan nu van het kruis afkomen!’ Ze beschuldigden Hem ervan dat Hij een oplichter was. Aan Zijn integriteit werd getwijfeld.
Met woorden wordt elke dag onnoemlijk veel kwaad door mensen gedaan. Jezus deed geen kwaad, toen Hij uitgescholden werd schold Hij niet terug.
Denk aan alle roddel, laster, leugens en bespotting van mensen. Denk aan al het pesten en treiteren van kinderen, jongeren en volwassenen. Denk er aan hoe leugens telkens weer relaties verpesten. Hoe vaak zijn mensen niet cynisch, sarcastisch en hyperkritisch?
5. Diefstal
Zij verdeelden Zijn kleren door het lot daarover te werpen. Ze namen ze gewoon van Hem af. Hij had al niet veel, maar wat Hij had werd Hem nu ontnomen.
Wat wordt er veel geroofd door hebzuchtige mensen. Denk aan inbrekers, zakkenrollers, oplichters, fraudeurs, belastingontduikers. Hoe vaak worden mensen in de zakenwereld niet belazerd. Deze wereld is vaak geen eerlijke wereld.
6. Valse beschuldiging
De beschuldiging tegen Hem was: Dit is Jezus, de Koning van de Joden. Een van de ergste dingen die je kan overkomen is dat je vals ergens van beschuldigd wordt en daar grote consequenties van moet ondervinden.
Denk aan mensen die ten onrechte gevangen worden gezet of geëxecuteerd worden. Hoe vaak treft de blaam van iets dat mis ging niet de verkeerde persoon?
7. De dood
Zij kruisigden Hem. Dit gaat ons verstand te boven. De Bron van alle leven sterft. Hij ondergaat de meest vreselijke vorm van doodstraf die deze wereld ooit heeft gekend. De helse pijnen van een kruisiging zijn met geen pen te beschrijven. Waar is God in een stervende wereld? Hij is Aanwezig in onze sterfelijkheid omdat Hijzelf stierf.
Denk aan alle vormen van dood en verderf. Hij kwam er middenin te staan en ging er Zelf doorheen. Daarom kan Hij ook altijd meevoelen met onze zwakheden.
Het meest bijzondere van het lijden van Christus is dat Hij, terwijl Hij aan al deze vormen van kwaad leed, het kwaad ook in zekere zin wegnam. Want de climax van ‘the passion’, de lijdensweg van Jezus, was dat Hij zelfs door God werd verlaten. Daarmee wordt duidelijk dat Hij de straf, die alle mensen – die al dat kwaad deden – verdienden, op Zich nam. Terwijl Hij getroffen werd door onbegrijpelijk veel kwaad van mensen, nam Hij de schuld van dat kwaad op Zichzelf. Hij leed niet alleen aan het kwaad, maar nam het ook weg. Het kruis van Christus werd daarmee als een drain, waardoor het vuil van deze etterende wereld wordt afgevoerd.
God is dus niet op een afstand blijven toekijken zonder iets te doen aan het kwaad en het lijden. In dat licht gaan we begrijpen dat het wellicht ongepast is om te zeggen ‘waar is God nou?’ Hij heeft Zich immers in deze uiterst zondige wereld laten zien. We kunnen beter de vraag stellen ‘waar waren wij?’ Onze rol in het geheel is niet zo best. Hijzelf kwam om te lijden en te sterven in onze plaats. Hij werd de man van smarten, vertrouwd met ziekten en om onze overtredingen wij Hij doorboord. Hij was en is erbij.