Ik heb ‘m een bijnaam gegeven: het verboden woord. Je mocht het niet gebruiken. Ons reformatorisch alternatief heette: ‘Waartoe?’ In ieder geval was alles beter dan het verboden woord: ‘Waarom?’
Ik heb het verschil tussen die beiden nooit begrepen. Nog minder begrijp ik waarom – excuus: waartoe – de ongeschreven regel überhaupt van kracht is geworden in het christelijk geloof. Te brutaal? Te vrijpostig?
Laten we eens luisteren naar één van de kruiswoorden van Jezus. Daar kom ik ons verboden woord tegen. In Zijn diepe lijden riep Hij uit naar Zijn hemelse Vader: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ Brutaal?
Ik denk het niet. Ik denk dat God ruimte geeft aan jouw waaromvragen. Je mag ze stellen. Waarom voel ik me al zo lang depressief? Waarom heeft U niet voorkomen dat mijn oma overleed? Waarom laat U me alleen? Waarom doet U niks aan alle ellende in de wereld? Waarom…?
Het zijn vragen die je zo ontzettend bezig kunnen houden. Je begrijpt God niet. Je weet niet waar je dit alles aan te danken hebt. Je weet niet waarom je door zo’n diep dal moet gaan.
‘Waarom?’ Zou God die vraag ook wel eens stellen? Ik denk er de laatste tijd vaker over na. Zullen we Hem ook eens de ruimte geven om Zijn vragen te stellen? Ik denk even hardop.
‘Waarom val je nu telkens weer in diezelfde zonde?’
‘Waarom keer jij Mij de rug toe, terwijl Ik eeuwig leven voor je heb bereid?’
‘Waarom maak je zo weinig tijd voor Mij vrij?’
‘Waarom voer je zo veel vruchtloze en liefdeloze discussies?’
‘Waarom leef je niet zoals Ik het bedoeld heb?’
Weet je, ik ben bang dat als ik nog even doorga, ik nog maar weinig van mijn waaromvragen durf te stellen. Sterker nog, hoe beter ik mezelf leer kennen en hoe meer van Gods waaromvragen mij te binnen schieten, hoe meer ik stamelend nog maar één vraag durf te stellen:
‘Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij nog níet verlaten..?’
En wie met die vraag overblijft, wordt stil. Heel stil.
Maar gelukkig verbreekt de blijde boodschap die stilte. In mijn gedachten vormt zich een beeld. Ik zie een krachtige Vaderarm; uitgestrekt. En Zijn wijsvinger wijst naar die bekende kruisheuvel: Golgotha. En ik hoor Hem als het ware met een liefdevolle stem antwoorden:
‘Precies. Dáárom!’