In elke fase van je leven is het goed om na te denken over de vraag wat je wilt bereiken. Waar streef je naar? Welke ambitie vult je hart? Naar wat voor soort rijkdom ben je op zoek? Een mens is nooit richtingloos. Het hart, de gedachten en het streven van de mens gaan altijd in een bepaalde richting. Plankton drijft in de zee, wordt voortbewogen door het water en bevindt zich daar doelloos. Maar zo zijn mensen niet. Iedereen staat ’s morgens op met ambities, verlangens en doelen.
Ons perspectief op de toekomst zal veel invloed hebben op waar we voor gaan in het leven. De Bijbel leert ons dat de verschijning van Jezus Christus gaat komen. Wij verwachten de komst van de Heere en het koninkrijk van God. In het licht daarvan worden wij opgeroepen ons leven hier en nu op een bepaalde manier vorm te geven. In 1 Timotheüs 6 wordt voor ons een contrast geschetst tussen geldzucht en materialisme aan de ene kant en vechten voor het geloof, de godsvrucht en de gerechtigheid aan de andere kant.
Als je leeft voor geld, ben je je hele leven bezig voor wat niet van blijvende waarde is.
Waarom is het niet goed als ons hart in beslag wordt genomen door het verlangen naar geld? Ten eerste heeft dat een bederfelijke invloed op de mens. ‘Wie rijk willen worden vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. Want de geldzucht is een wortel van alle kwaad’ (vers 9-10a). Allerlei dwaze en schadelijke begeerten komen erbij als iemand geldzuchtig wordt. Het verpest de houding en de gezindheid van de mens. Iemand die rijk is geworden, gaat bijvoorbeeld al snel neerkijken op mensen die minder geld en goederen hebben. Ook wordt de mentaliteit in het doen van zaken heel anders wanneer ondernemers alleen maar gericht zijn op het maken van zoveel mogelijk geld. Dan staat niet meer het dienen en helpen van anderen centraal, maar wat je er voor jezelf uit kan halen. Uit geldzucht komt veel kwaad voort, bijvoorbeeld liegen, bedriegen, oplichten, frauderen en stelen. Heel veel oorlogen, (seksueel) misbruik van mensen, onderdrukking van werknemers en moderne vormen van slavernij hebben allemaal te maken met ‘the love of money’.
Ten tweede gaat het dienen van de mammon niet samen met het dienen van God. Daarom waarschuwt Paulus er ook voor, dat de geldzucht mensen doet afvallen van het geloof: ‘Door daarnaar te verlangen zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken’ (1 Timotheüs 6:10). Eerder had Paulus al aan Timotheüs geschreven: ‘En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden’ (1 Timotheüs 1:19). Als je een geldgierige bent geworden, ben je een afgodendienaar geworden. Het gaat niet samen, God dienen terwijl je ten diepste vooral rijk wil worden. Je zult je of aan de Ene hechten en de andere minachten, of je aan de andere hechten en de Ene minachten, zei Jezus.
Het gaat niet samen, God dienen terwijl je ten diepste vooral rijk wil worden.
Ten derde is het dwaas om te leven voor geld, vermogen en het hebben van dingen, ‘want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen’ (1 Timotheüs 6:7). Van al je aardse rijkdom kan je niets meenemen naar het toekomstige leven. De rijkste man in de wereld zal in dit opzicht precies zo sterven als de armste man van de wereld: naakt zij wij geboren en naakt zullen wij sterven. Jezus vertelde ook de gelijkenis van de rijke dwaas. Zijn land had veel opgebracht. Hij overlegde bij zichzelf wat hij zou doen. Toen zei hij: “Ik bouw nog veel grotere schuren om daarin al mijn goederen op te slaan. Dan zal ik tegen mijzelf zeggen: ‘Je hebt veel goederen liggen voor veel jaren. Neem rust, eet, drink en wees vrolijk.’ Maar God zei tegen hem: ‘Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God’ (Lukas 12:18-21). De ambities van deze man reikten niet verder dan zijn eigen levensonderhoud en het hebben van een goed leven hier op aarde. Daardoor hield hij uiteindelijke niets over. Als je leeft voor geld, ben je je hele leven bezig voor wat niet van blijvende waarde is.
Daarom roept Paulus Timotheüs op om op een andere manier ambitieus te zijn. In zijn pastorale brieven gebruikt de apostel drie beelden: die van de atleet, de boer en de soldaat. Oefen jezelf in de godsvrucht, zoals een sportman of -vrouw zich oefent om een prijs te behalen. Zaai op de akker van de Geest, zoals een agrariër veel moeite doet om zijn akker te bewerken om een rijke oogst binnen te kunnen halen. En strijd de goede strijd van het geloof, zoals een soldaat vecht om de overwinning te behalen. Paulus roept Timotheüs op om zich af te keren van misplaatste ambitie, het vooral streven naar geldelijk gewin: ‘U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof’ (1 Timotheüs 6:11-12a).
Wat is nou uiteindelijk echt belangrijk in het leven? Dat is toch niet vooral onze financiële positie, onze carrière of ons succes? Dat we rechtvaardig leven, God liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf, dat we liefdevolle mensen zijn geworden en dat we niet naar, vervelend of geërgerd bezig zijn, maar zachtmoedig, vriendelijk en geduldig. Dat soort dingen zijn toch veel belangrijker? Dat we Hem kennen en Hem bekendmaken. Dat we in ons doen en laten, ons spreken en zwijgen, onze houding en ons streven veranderd zijn naar het beeld van de Zoon van God. Dat we dwars door alles heen, door alle fijne en alle moeilijke ervaringen van ons leven meer en meer op Jezus zijn gaan lijken. Dat is wat hoort bij het verzamelen van je schatten in de hemel en het rijk worden in God.
Hoe kan je wat betreft je diepste ambities rein blijven? Hoe zal het ons lukken om de juiste levensdoelen voor ogen te houden? Door onze blik gericht te houden op het einde. ‘Ik beveel u voor God… dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen, tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus’ (1 Timotheüs 6:14). In het licht van Zijn wederkomst laat je het wel uit je hoofd om zo kortzichtig te leven als de materialist. Er komt een dag dat de mensen geoordeeld zullen worden naar heel andere maatstaven dan die gelden in deze huidige wereld. Niet de narcistische geweldenaars, maar de zachtmoedigen zullen de aarde beërven. Niet de rijken van geest (mensen die menen het gemaakt te hebben), maar de armen van geest zullen het koninkrijk krijgen. De eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten zullen de eersten zijn. Dan zal ineens een heel andere waardesysteem van kracht worden.
We doen er wijs aan nu al kennis te nemen van en te gaan leven naar dat andere (goddelijke) waardesysteem. Door Gods Woord komen we er achter waar het werkelijk om draait in het leven. In het koninkrijk van God gaat het om hogere waarden. Laten we leven met het oog gericht op de eeuwigheid die gaat komen.