Verschillende luisteraars hebben in de afgelopen maand de vraag gestuurd: Is het mogelijk om wettisch om te gaan met het niet-wettisch zijn? Pastor John, wat zou je daarop zeggen?
Mijn korte antwoord is ‘ja’, maar dat zegt niet veel als we niet eerst een paar definities en de Bijbelse context van het woord ‘wetticisme’ bekijken.
Om te beginnen is er iets waar meer mensen rekening mee zouden moeten houden en daarbij ook voorzichtiger moeten zijn in hun taalgebruik: er is geen woord voor ‘wetticisme’ in het Grieks van het Nieuwe Testament. Het woord komt ook niet voor in de hedendaagse vertalingen. Niet in de ESV, NIV, NASB, NKJV. Dat betekent dat de ongelofelijk frequentie en overtuiging waarmee dit woord in negatieve zin gebruikt wordt om mensen te bekritiseren, op losse schroeven staat. Niet omdat er niet zoiets als wetticisme zou bestaan, maar omdat we wellicht niet weten waarover we praten.
Wat geen wetticisme is
Als we geen idee hebben waar we over praten, dan staat het misschien niet eens in de Bijbel. Het zou zomaar een onbijbels idee kunnen zijn. En toch smijt iedereen maar met dit woord – het is ongelofelijk gebruikelijk – met een verbazingwekkende overtuiging. We moeten dus in de Schriften gaan zoeken en besluiten waarnaar het woord ‘wetticisme’ verwijst. Laten we vier dingen noemen die vaak ‘wetticisme’ worden genoemd, die het Nieuwe Testament niet veroordeeld maar in feite aanmoedigt.
1. Het is geen wetticisme om te geloven dat een veranderd leven van liefde en heiligheid noodzakelijk isvoor uiteindelijke redding.
‘Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.’ (Hebreeën 12:14).
‘Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God’ Efeze 5:5).
De Bijbelse waarheid is dat Christus’ bloed en gerechtigheid de enige grond is voor onze aanneming in Gods gunst. Maar het nieuwe leven van liefde en heiligheid met alle onze krachten, bereid om onze handen af te hakken als het moet, is noodzakelijk als vrucht dat laat zien dat we écht in Christus zijn en zijn wedergeboren. Het is niet wettisch om ernst te maken met heiligheid.
2. Het is geen wetticisme om te denken aan een christenleven als een leven van gehoorzaamheid, geleidt door geboden, geboden van Jezus. Deze twee woorden, ‘gehoorzaamheid’ en ‘geboden’, zijn geen wettische woorden in het Nieuwe Testament. Filippenzen 2:12 zegt: ‘Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven’. En 1 Johannes 2:3 zegt: ‘En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen’.
3. Het is niet wettisch voor een christen om het tot zijn doel te maken om God aangenaam te zijn in de manier waarop hij leeft. Rechtvaardiging door geloof alleen sluit dit niet uit, het bekrachtigt het juist.
‘Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, om Hem welbehaaglijk te zijn’ (2 Korinthe 5:9).
4. Het is niet wettisch om waarschuwingen en bedreigingen te uiten tegen belijdende christenen om hen aan te sporen waakzaam te zijn in hun jagen naar heiligheid. Kolossenzen 3:5-6 zegt: ‘Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen’ – hij heeft het tegen christenen – ‘komt de toorn van God over de ongehoorzamen’.
Mattheus 5:30 zegt: ‘En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u’ – jullie discipelen: Petrus, Jakobus, Johannes, het is beter voor je – ‘dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.’ Het is niet verkeerd, het is niet wettisch om dergelijke Jezus- en apostolische- taal te gebruiken om belijdende christenen te waarschuwen geen zonde tot de dood toe te laten in hun leven.
Wanneer is iemand wettisch?
Dus, wat is dan de betekenis wat wetticisme als dit het niet is, terwijl velen dat wel denken? Wat is het dan wel? Wat zou het Nieuwe Testament wel veroordelen wat we soms wetticisme noemen of zouden moeten noemen? Hier drie betekenissen die ik heb gehoord en waarvan ik denk dat ze goed zijn om te gebruiken. Het is wel belangrijk dat er voorzichtig uitgelegd wordt welke betekenis je kan gebruiken en wanneer.
Ten eerste kunnen we iemand wettisch noemen als hij overdreven nauwkeurig is met betrekking tot bepaald gedrag dat nergens verboden of voorgeschreven is in het Nieuwe Testament. Dat is waar het in Romeinen 14 over gaat. Ongeveer dit: ‘Wie wel alles eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard’ (Romeinen 14:3). Het minachten en veroordelen zou wetticisme zijn in deze definitie.
Ook kunnen we iemand wettisch noemen als hij niet inziet dat de mozaïsche wetgeving van offers, priesterlijke ceremonies, rites van reiniging en rituelen die Israël onderscheidden van de anderen volken, niet bindend zijn voor een christen. Hebreeën 8:13, ‘Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard.’ Of Romeinen 7:6, ‘Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter.’ (zie ook Romeinen 7:4)
Wettisch om door God volledig aanvaard te worden
Tenslotte kunnen we iemand wettisch noemen als hij de wet of welke morele maatstaf dan ook gebruikt als grond om door God volledig aanvaard te worden, in plaats van Christus’ bloed en gerechtigheid als de enige grond te zien voor onze volle aanvaarding, en het geloof als enige middel om datgene waar Hij voor stierf te verkrijgen.
‘Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees (…) en de zonde veroordeeld in het vlees’ (Romeinen 8:3).
Onze veroordeling is voorbij omdat Hij aan het kruis deed wat wij nooit hadden kunnen doen door de wet na te leven.
Galaten 5:2-3 is nog duidelijker, denk ik: ‘Als u zich laat besnijden, Christus u van geen nut zal zijn. En nogmaals betuig ik aan ieder mens die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de hele wet te onderhouden.’ Dat betekent, dat als je besnijdenis gaat gebruiken als deel van je grond om aanvaard te worden door God, je ook alles moet doen en een volmaakte persoon in wetsonderhouding moet zijn. Beter stap je van dat idee af en vertrouw je helemaal op Christus alleen voor je aanvaarding door God.
Mijn antwoord
Mijn antwoord is dus ‘ja’. Iemand kan wettisch doen over wetticisme. Dat kan je doen ja. De gemakkelijkste manier om het te zien is dit, denk ik. Het is in ieder geval wat ik zie, tegenwoordig. Denk bijvoorbeeld aan een persoon die denkt dat een ándere christen overdreven nauwkeurig doet over gedrag dat nergens in het Nieuwe Testament verboden of voorgeschreven is: misschien bidden voor het eten, elke dag stille tijd houden, avondsluiting met het gezin doen, geheelonthouding van alcohol, weigeren films met naakt te kijken, etc. Niets hiervan is genoemd in het Nieuwe Testament.
En dan zie je dat deze zogenaamd-wetticisme-verwerpend persoon overdreven nauwkeurig wordt in het doen van het gedrag dat die overdreven nauwkeurige christen vermeed. Je ziet hem dit gedrag maken tot noodzakelijkheden om te laten zien dat hij níet wettisch is. Hij is vrij. Hij doet precies die dingen die de andere generatie niet deed of niet wilde doen en zo wordt in feite de vrijheid weer een gebondenheid om het anders te doen. Net zoals het wetticisme wat ze verwerpen een gebondenheid aan de traditie zou zijn.
Ja, het is mogelijk om wettisch over wetticisme te doen, maar de grote uitdaging die ik zie is om er achter te komen waar we het over hebben als we over wetticisme praten en hoe we dat volgens de Schriften kunnen meten.