Terwijl de uiterlijke mens meer en meer vergaat, heb je als christen toch goede moed. Hoe kan dat? Paulus schrijft in 2 Korinthe 4:16-18:
Daarom verliezen wij de moed niet – je hebt er al over gehoord en er valt nog veel over te zeggen – integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.
Paulus beweert hier iets te hebben ervaren dat iedereen in de wereld wil ervaren. Dit is een stevige bewering. Hij beweert het geheim gevonden te hebben voor een ervaring die iedereen in de wereld wil hebben: ‘Daarom verliezen wij de moed niet …’ – nee, dat doen we niet. Maar waarom niet?