Het is makkelijk om terug te kijken naar mensen uit vorige eeuwen en hun blinde vlekken te zien. Bijvoorbeeld als we kijken naar de synode van Dordt, van 1618 tot 1619. We kunnen terugkijken en zien dat ze niet hadden moeten dreigen om elkaar te vermoorden over deze leerstukken en dat ze niet hadden moeten dreigen om elkaar gevangen te nemen – het land stond zelfs op de rand van een burgeroorlog over deze kwesties.
En zoals zo vaak het geval is, was het niet alleen een theologische kwestie, maar ook een politieke en internationale kwestie. Mensen van bepaalde klassen wilden een nauwere relatie met Spanje voor handelsdoeleinden. En andere mensen wilden juist meer afstand nemen van Spanje nadat ze onafhankelijk waren geworden van Spanje. Dat verdeelde dus mensen, omdat sommigen het arminianisme zagen als iets wat hen misschien zou helpen om dichter bij een katholiek land als Spanje te komen. Dan heb je mensen die niet van de koopmansklasse houden en die aan de kant staan van de domineesklasse, zodat het een rommelige kwestie wordt vol politiek.
En op dit moment heb je ook nog steeds een debat in landen zoals Nederland met de vraag of hun leider een verkozen president of premier moet zijn of een koning of prins. Dus heb je ook nog dit soort vechtende partijen. Dat alles speelt zich af te midden van deze theologische kwestie en het is gemakkelijk voor ons om te zeggen: ‘Nou ja, ze hadden nooit zo het gevecht met elkaar moeten aangaan.’ En toch is er iets te leren van die culturele context; ze gaven zo veel om hun theologie.
Er is zelfs een verhaal over de synode van Dordt dat, toen een bepaalde afgevaardigde zich misschien niet zo goed uitdrukte en wat arminiaanse sympathieën liet blijken, een van de leiders hem uitdaagde voor een tweegevecht ter plaatse. De voorzitter van de synode probeerde dingen te kalmeren en liet de mensen wat tijd doorbrengen in gebed. Nadat het gebed beëindigd was, stond de leider weer op en daagde hem opnieuw uit voor een duel.
Nu hebben ze gelukkig niet tot de dood toe gevochten en achteraf kunnen we lachen om dit soort dingen en denken: ‘Je gaat toch niet een duel aan over theologische leerstukken?’ Dat is waar! Toch is er iets te leren in onze tijd over hoe veel ze gaven om deze punten en hoe ze zagen dat de aanbidding van God op het spel stond, de reinheid van de kerk en het begrip van de Schrift. En dus gingen ze tot het uiterste om er zeker van te zijn dat het geloof dat zij onderwezen, dat zij geloofden, dat zij onderschreven, waar was, juist en de eer aan God gaf.