Toen de apostelen in Handelingen 2 begonnen met verkondiging van het evangelie, hadden ze de geschreven evangeliën nog niet tot hun beschikking. Dus wat waren de dingen van Jezus die ze leerden en predikten? Hoe herinnerden ze zich wat Hij had gezegd? En hoe beïnvloedde het leven en de woorden van Jezus het apostolisch onderwijs zoals we dat vinden in de brieven die ze schreven?
Het antwoord op deze vragen heeft praktische relevantie voor hoe we de brieven van het Nieuwe Testament lezen en hoe we de woorden van Jezus onderwijzen en toepassen. De Jezus van de brieven is dezelfde Jezus als van de evangeliën!