God spreekt niet alleen door de Bijbel, maar ook door de algemene of universele openbaring in de schepping en in de geschiedenis van de wereld en in het godsbesef. Een belangrijke vraag in de hermeneutiek is hoe die algemene openbaring zich verhoudt tot het Woord van God.
Calvijn noemt de Schrift een bril waardoor je naar de natuur kijkt. Je kunt je ook afvragen of dat wat je door die bril in de schepping en in de geschiedenis ook weer de manier waarop je de bijbel leest mag beïnvloeden. Veel lastige vragen hebben te maken met de verhouding tussen Gods hand en Gods mond, tussen de algemene openbaring en Zijn bijzondere openbaring.